Lorcan Finnegan over The Surfer

'Iedereen gedraagt zich weleens als een klootzak'

Lorcan Finnegan. Foto: André Bakker

De Ierse filmmaker Lorcan Finnegan werkte voor zijn in Australië gesitueerde broeierige thriller over een gedesillusioneerde surfer samen met Nicolas Cage. “Hij begreep meteen de kafkaëske nachtmerrie die ik voor ogen had.”

“Het is surfen of weggevaagd worden”, verkondigt een doorgewinterde surfer (Nicolas Cage) tegen zijn zoon. Dat statement is The Surfer, de nieuwste film van Lorcan Finnegan, in een notendop.

Voor het titelpersonage is het leven een strijd om alles of niets. The Surfer – scenarist Thomas Martin houdt het bij abstracte benamingen voor zijn personages – is een Amerikaan die opgroeide in Australië. Zodra zijn pensioen in zicht is, keert hij terug naar Down Under om de villa uit zijn jeugd, gelegen op een idyllische kustplek, terug te kopen.

De realiteit blijkt echter een stuk weerbarstiger. Er zijn kapers op de kust voor de woning. En het strand waar The Surfer de golven wil gaan trotseren is verboden terrein. Don’t live here, don’t surf here, staat op omineuze bordjes vermeld. De intimiderende surf dude Scally (Julian McMahon), die oogt als een soort sekteleider, handhaaft dit verbod samen met zijn trouwe volgelingen. Dus strandt The Surfer noodgedwongen in zijn auto op de hoger gelegen parkeerplaats bij de rotsachtige kustlijn, waar hij gedurende de film voortdurend uitkijkt op de onstuimige zee die hij zo graag wil bedwingen. Ondertussen begint de lokale bevolking de ontgoochelde Surfer te terroriseren en mondt de film uit in een koortsdroom.

Nicolas Cage transformeert in The Surfer van een succesvolle, vermogende Amerikaan tot een morsige jager-verzamelaar die naarstig zoekt naar eten en drinken. Finnegans broeierige thriller doet qua visuele taal en insteek direct denken aan Australische genrefilms als Wake in Fright (1971) en Long Weekend (1978), over buitenstaanders die in de Australische wildernis stranden, waar naast kangoeroes en insecten ook de inwoners een grote bedreiging vormen. Finnegan verruilt in The Surfer daarentegen de woestenij voor een pittoreske (maar loeihete) strandgemeenschap. En Finnegans film is ondanks – of dankzij – de misère buitengewoon geestig.

The Surfer

Hij lardeert The Surfer eveneens met maatschappijkritiek. Het gesteggel over het huis dat te koop staat zegt iets over de voortslepende woningcrisis in Australië; het personage van McMahon is een reflectie op toxische masculiniteit. “Voor mij is dat niet per se hét thema van de film, het is simpelweg onlosmakelijk verbonden met het verhaal”, vertelde de Ier op IFFR. “Toxische masculiniteit is een fenomeen dat al eeuwen bestaat, maar het is ook onmiskenbaar van nu en je kan het niet negeren.”

The Surfer verwijst ook subtiel naar het lot van de oorspronkelijke bewoners van Australië, via het personage van een fotograaf die met haar fotocamera vastlegt hoe het land (en het strand) is veranderd. Finnegan legt uit: “Ik stop graag politieke statements in mijn films. Als Scally verklaart dat The Surfer niet thuishoort op het strand, signaleert de fotograaf dat deze witte idioten vechten om het eigenaarschap van een plek die überhaupt niet in menselijk bezit zou mogen zijn.”

Naast deze voorbeelden van engagement grossiert The Surfer in referenties en metaforen, die zich bevinden in alle hoeken en gaten van de film. “Ik weef graag visuele draden door de film. De kleuren van de kostuums zijn gebaseerd op renaissance-schilderijen waarin God, Maria en Jezus worden afgebeeld.”

Optische effecten
Finnegan begon ooit als grafisch ontwerper en begint zijn creatieve proces steevast met dit soort visuele aspecten, vertelt hij: “Ik probeer de kijker, bijvoorbeeld door het gebruik van optische effecten, mee te nemen op een eigenaardige reis met onbewuste elementen die een droom weerspiegelen.” Een voorbeeld hiervan zijn de onheilspellende flashforwards waarin The Surfer een gewonde versie van zichzelf ziet. “Australische genrefilms bedienen zich vaak van een gefragmenteerde verhaalstructuur. Ook speelt het landschap, dat zich opdringt aan de hoofdpersonen, een belangrijke rol. The Surfer is bovenal bedoeld als een bijzondere, subjectieve ervaring waarin je vanaf het begin tot het einde in de psyche van The Surfer bivakkeert.”

Zo is de kijker getuige van het rooskleurige perspectief dat The Surfer toch blijft houden op het strand, vertelt Finnegan: “Hij verlangt naar het strand uit zijn jeugd, dat hem als magisch en wonderschoon voorkomt in zijn herinneringen. De muziek onderstreept deze nostalgische gevoelens.” In Finnegans oeuvre speelt muziek een grote rol. Terwijl hij aan films werkt, stelt hij afspeellijsten samen die de sfeer van het project moeten nabootsen. “Voor The Surfer luisterden we veel naar exotica, een Amerikaans muziekgenre uit de jaren vijftig dat min of meer klinkt als een denkbeeldige kustplek waar je naartoe kunt op vakantie. Die muziek gaf mij een hulpmiddel om in de film op organische wijze met de realiteit te breken.”

De muziek geeft ook de discrepantie aan tussen wie The Surfer denkt dat hij is, en hoe hij wordt gezien. “Terwijl zijn leven uit elkaar valt, denkt hij dat alles met een kleine ingreep nog te redden valt. De film weerspiegelt in die zin een soort rare vorm van therapie, met een personage dat zich door een soort vagevuur moet zien te worstelen totdat hij aan de andere kant eindelijk ontdekt wat voor hem belangrijk is en welke oppervlakkige bullshit hij uit zijn leven moet verdrijven.”

Die reflex, de misvatting dat je een groot probleem met een kleine geste kan oplossen, voelt universeel aan. Het biedt de kijker ook de ruimte om te sympathiseren met The Surfer, die ergens ook iets wegheeft van een onvervalste klootzak. Finnegan beaamt: “Iedereen gedraagt zich weleens als een klootzak. We hebben allemaal van die rare gewoontes waarvan we denken dat die ons leven beter maken – of onhebbelijkheden waarvan we ons niet eens bewust zijn. Dat zou je kunnen omschrijven als een psychologische beknelling.”

Pasta puttanesca
Die beknelling wordt in de film geïllustreerd door het veelvuldig gebruik van groothoeklenzen. Waardoor het lijkt alsof Cage vastzit in het frame. Finnegan vertelt over de relatie van de Hollywood-ster tot de camera: “Cage is gezegend met een bijzondere gave. Hij kan zien wat de camera ziet. Als iets per ongeluk niet goed in beeld komt, weet hij dat precies te verhelpen door zijn timing iets aan te passen. Sowieso had hij vertrouwen in mijn visie en beschikken we over hetzelfde gevoel voor humor.”

Die humor komt overduidelijk terug in scènes waarin Cage de ruimte kreeg om te improviseren. Zoals het moment waarop een door de verzengende hitte ijlende Surfer ineens begint te mijmeren over ‘pasta puttanesca’. Of een hilarische scène waarin Cage ouwehoert met een rat. Finnegan: “Op een gegeven moment had hij de rattenpop telkens in zijn broekzak. Tot ongenoegen van de rekwisietenafdeling, die geen reserve-exemplaar had.” Zo belandde het beest ineens onverwacht in scènes.

Buiten kijf staat dat Cage in The Surfer alles geeft. Zelfs als hij pathetisch huilt voor de camera, kun je moeiteloos met zijn personage meeleven. De Hollywood-acteur speelt de laatste tien jaar vrijwel uitsluitend in genrefilms, veelal gemaakt door jonge filmmakers, en lijkt te beschikken over een uitzonderlijke filmsmaak. “Cage houdt van genrefilms. Hij vormt in zekere zin het publiek van zijn eigen films. Hij kijkt van alles, is een groot liefhebber van Fellini. Toen hij het script had gelezen begreep hij meteen de kafkaëske nachtmerrie die ik voor ogen had.”


The Surfer draait vanaf 15 mei 2025 in de bioscoop.