Niles Atallah over Rey

Zeven jaar lang werkte de Chileens-Amerikaanse regisseur Niles Atallah aan Rey, over een Franse avonturier Orélie-Antoine de Tounens die zichzelf in 1860 tot koning van Araucanía en Patagonië kroonde. Het eindresultaat is zowel een magische trip als een filmische deconstructie. “Ik wilde de kijker het gevoel geven dat we via De Tounens’ herinneringen naar de wereld van toen kijken.”

Het is een gekke voetnoot in de Chileense geschiedenis. Het verhaal van de Franse advocaat Orélie-Antoine de Tounens die zichzelf in 1860 tot koning kroonde van Araucanía en Patagonië, twee bosgebieden die het zuiden van Chili en Argentinië beslaan. Om dat te doen was hij in 1858 alleen naar Zuid-Amerika gereisd en vervolgens te paard naar de oorspronkelijke bewoners, het Mapuche-volk, getrokken om er zijn plannen te presenteren. Wat hem precies dreef weet niemand: was hij op zoek naar roem en rijkdom? Een waanzinnige? Of toch een spion voor de Franse overheid, zoals de Chileense autoriteiten destijds beweerden?

In de experimentele film Rey die de Amerikaans-Chileense Niles Atallah over De Tounens maakte, trekt de regisseur al die mogelijkheden in twijfel. Atallah: “Hoe het precies zit zullen we nooit te weten komen. Dat is iets waar ik tijdens het maken van de film wel achter kwam. Het verhaal van De Tounens zit zo vol tegenstrijdigheden en leemtes én is zo vaak door verschillende groepen ingezet voor een bepaalde ideologie, dat reconstrueren ‘hoe het werkelijk zit’ een belachelijke onderneming zou zijn. Zelfs De Tounens zelf is een contradictie. Aan de ene kant lijkt hij oprecht begaan met het gebied en de Mapuche-bewoners, die hij hoge posten geeft in zijn nieuw te vormen koninkrijk. Aan de andere kant schrijft hij aan contacten thuis dat hij op een gebied is gestuit rijk aan natuurlijke bronnen en met een immens oppervlak. Het Nieuwe Frankrijk, schrijft hij vol trots. Wat is waar?”

Anekdote
Het idee voor Rey kwam zo’n tien jaar geleden, toen Atallah (die in Amerika opgroeide) naar zijn vaderland Chili verhuisde. “Iedereen daar kent het verhaal, maar veel verder dan wat Wikipedia-kennis gaat het niet. Het is gewoon een grappige anekdote — een gekke Fransman die honderdvijftig jaar geleden de wildernis in trok en er zo waanzinnig werd dat hij dacht dat hij koning was. Zo wordt hij hier gezien en zo werd hij destijds ook door de autoriteiten gepresenteerd. In 1860 werd hij namelijk direct na zijn kroning opgepakt. Er gingen geruchten dat hij een Franse spion zou zijn, dat hij het Mapuche-volk tegen de Chileense regering wilde opzetten. Uiteindelijk werd De Tounens naar Frankrijk verbannen, waar hij uiteindelijk berooid en alleen overleed. Een triest verhaal.”

De anekdotes wekten Atallahs interesse en hij ging op onderzoek uit. “In eerste instantie uit persoonlijk nieuwsgierigheid, maar later begon ik steeds meer een film voor me te zien. Hoe precies wist ik toen nog niet, maar het feit dat De Tounens’ tocht samenviel met de begindagen van fotografie en later film intrigeerde me. Hoe graag had ik wel niet over zijn schouder meegekeken, of beelden van zijn zwerftocht willen zien. Veel soortgelijke expedities uit die tijd hadden al fotografen mee die de vooruitgang vastlegden. Dat waren immense producties, de apparatuur was duur en omslachtig én het hele idee van fotografie was nog omringd met een magisch aura. Hoe zou dat er bij De Tounens uit hebben gezien? Wat voor beelden zou hij maken? En hoe zouden wat dat nu bekijken? Met dat soort vragen zat ik in m’n hoofd.”

still uit Rey

Filmarchieven
Al die ideeën kwamen samen toen Atallah een toneelstuk bezocht met zijn beste vriend, de Chileense acteur Rodrigo Lisboa, in de hoofdrol. “Voor die rol had hij zijn baard en haar laten groeien, waardoor hij een heel wild uiterlijk had. Hij leek precies op hoe ik de Fransman kende van lithografieën en de paar overgebleven foto’s. Ineens wist ik dat ik een film over De Tounens kon maken, ik had namelijk zijn dubbelganger gevonden.”

Getweeën trokken ze met zelfgemaakte kostuums en een 16mm-camera naar de natuur rondom hoofdstad Santiago om beelden te schieten. “Santiago is omringd door bergen en binnen tien minuten zit je in de wildernis. Daar hebben we tests gedraaid en die heb ik vervolgens in m’n achtertuin begraven. Ik wist nog niet precies waar ik naar op zoek was, maar wel dat ik de kijker het gevoel wilde geven dat we via De Tounens’ herinneringen naar de wereld van toen kijken. Hoe tegenstrijdig of vervormd die ook zijn. Door het filmmateriaal te begraven en deels te beschadigen konden we daar eenzelfde soort slijtingsproces in aanbrengen, zoals dat bij een echt geheugen ook plaatsvindt.”

Rey is de geschiedenis bekeken als een slijtend geheugen dat bepaalde gebeurtenissen vervormt, zich verkeerd herinnert of bewust censureert. Om die reden springt Atallah geregeld door de tijd en herhaalt hij bepaalde scènes in een andere setting. Veel van het filmmateriaal is door het begraven ook beschadigd of overbelicht. Het geeft een vervreemdend effect, net als het feit dat de acteurs tijdens de rechtbankscènes, waarin De Tounens door de Chileense overheid wordt ondervraagt, expressieloze maskers dragen.

Daarnaast bestaat Rey voor een deel uit werkelijk archiefmateriaal, dat de filmmaker gedurende zeven jaar bij verschillende archieven (waaronder het EYE Filmmuseum) verzamelde. “Toen De Tounens naar Latijns-Amerika trok was dat aan de vooravond van de ontwikkeling van film. Muybridge was toen al bezig met zijn foto-experimenten en je had de magische lantaarns die bewegende figuren suggereerden. Een echte film was echter nog niet gemaakt. Ik heb allerlei materiaal gezien uit de periode van 1893 tot 1915. Het is fascinerend om te zien hoe rijk de beeldtaal op dat moment is, maar ook hoe nauw het medium met kolonialisme verbonden is. Film werd telkens weer ingezet om onbekende oorden te tonen en voedde daardoor de koloniale droom die veel Europese mannen op dat moment koesterden. Die beelden wilde ik in de film incorporeren.”

Mapuche
Toch is Rey niet alleen een vormexperiment. “Toen we vorig jaar met de film door Chili toerden, was er één aspect dat kijkers meteen opviel: dat de positie van de Mapuche-bevolking sinds die tijd niet veranderd is. Want los van de koloniale droom die De Tounens vrijwel zeker in zijn ban had, is het feit dat hij de Mapuche-bevolking bij zijn plannen betrok nog altijd revolutionair. De Chileense regering vond dat destijds idioot. Dat zijn geen mensen, hielden ze hem voor, maar onbeschaafde inboorlingen. Die positie hebben ze eigenlijk nog steeds: Mapuches worden onderwijs ontzegt en uit hun huizen verdreven. En wanneer ze zich daartegen verzetten worden ze via een anti-terrorismewet hardhandig opgepakt. In Colombia worden op dit moment zelfs speciale eenheden getraind, die straks onschuldige Mapuches moeten opsporen. Schandalig! Als dat krakende filmgeheugen dan in ieder geval iets laat zien, laat het dan dit onrecht zijn.”

Rey is vanaf 23 augustus te zien in de bioscoop.