Mijke de Jong over Joy

Achter de grote bek

Mijke de Jong (foto Angelique van Woerkom)

Mijke de Jong voltooit met Joy een drieluik dat begon met Bluebird (2004) en Het zusje van Katia (2006), drie films over gesloten, zoekende meisjes. Joy is een achttienjarig meisje dat te vondeling werd gelegd, opgroeide in internaten en nu op zoek gaat naar haar moeder.

Het is een drieluik, maar dat lijkt niet vooropgezet. "Dat is ook niet zo. Maar toen ik met Joy begon dacht ik wel: het is de derde keer dat ik een film maak waarbij ik probeer in de huid van een meisje te kruipen, en het is ook de laatste keer. Het voelde als een afgerond geheel. En ik wilde met Joy een andere stap maken dan ik met Het zusje van Katia had gedaan, zoals Katia een andere stap was na Bluebird. In die drie films zie je, vind ik, een ontwikkeling naar iets dat vormvaster is, strenger. Het beeld is in Joy een combinatie van extreme werkelijkheid, omdat we op documentaire plekken draaien, en een mate van verdichting, waarin de camera af en toe afdwaalt. We filmden voor het eerst op 35mm, en wilden het ook daarom iets opener trekken, wat meer van de omgeving laten zien."

Heeft dat ook met je hoofdpersonage te maken? "Joy is nóg ontoegankelijker. Ze is zo gesloten dat je je best moet doen om bij haar te komen. De zoektocht was om dat geslotene te houden, maar daar op een paar cruciale momenten doorheen te breken zodat je toch bij haar kan komen. Die balans heb ik zo streng mogelijk voor mijzelf gemaakt."

Die doorbraakjes zitten vooral in het geluid: je hoort vlagen van Joys ademhaling, haar hartslag. "Ja, het geluidsbeeld is veel extremer dan bij Katia, veel meer los van de werkelijkheid getrokken. Toch geeft het je het gevoel dat je op een realistische manier dichterbij komt. Hoewel ik opnieuw geen muziek gebruik, is de soundscape veel dwingender dan bij voorgaande films, om haar eenzaamheid en haar schild te benadrukken."

Er is weliswaar geen filmmuziek, maar er is wel dat ene liedje dat Joy keer op keer afdraait op haar koptelefoon. "’Tu es foutu’ van In-Grid. Dat heb ik altijd al een keer uit willen proberen, gewoon één liedje. Ik kan zelf ook vijf weken naar hetzelfde nummer luisteren, als een soort mantra. Wat ik het mooie aan dit liedje vind, is dat het een soort opgelegde, oppervlakkige vrolijkheid heeft die totaal in contrast staat met Joys binnenwereld. Het is een oppervlakkigheid die iets wil bezweren."

Je hebt de naam een acteursregisseur te zijn. Een compliment, maar wel met de implicatie dat het beeld ondergeschikt zou zijn. "Maar dat is niet zo. Zo ben ik wel begonnen: toen ik op de Filmacademie zat dacht ik dat het als regisseur mijn taak was om alles onder controle te houden. Als ik iets niet wist vond ik het een enorm zwaktebod. En één ding wist ik zeker: dat het goed gespeeld moest zijn. Als het slecht gefilmd is kun je daar nog iets aan sleutelen, maar als het slecht gespeeld is kun je het vergeten. Dus focuste ik in mijn eerste films alléén maar daarop. Dat levert natuurlijk ook heel veel op, als je zulke duidelijke keuzes maakt. En het moest er wel op een bepaalde manier uitzien, want er zijn heel veel dingen die ik niet mooi vind, maar raar genoeg gebeurde dat ook, doordat de mensen die ik om me heen had eenzelfde smaak hadden."

Nog zo’n terugkerend etiket: maatschappelijk betrokken. "Dat vind ik discutabel… Dat komt eigenlijk veel meer uit mijn eerdere werk, dat zich in de kraakbeweging afspeelde. Niet dat ik het nu niet meer ben, maar ik zou het zelf heel anders formuleren. Ik ben altijd geïnteresseerd in de relatie van het individu tot de wereld om hem of haar heen. Ik heb niet de pretentie meer dat ik het begrijp. Vroeger wel, toen ik bij de kraakbeweging zat snapte ik het gewoon: je had goed en je had fout, punt. Maar ik weet inmiddels dat dat niet zo is, dus het enige wat ik steeds probeer is iets op te zoeken wat mij raakt. In het geval van het scenario voor Joy van Helena van der Meulen was dat het zoeken naar moederliefde, het opgroeien in zo’n tehuis. Toch is het doel dan wel om je anders naar de wereld te laten kijken. Dat, wanneer je een meisje als Joy op straat zou zien lopen en een grote muil van haar krijgt, je doordat je de film gezien hebt daar op een zachtere manier naar kijkt. Dat kun je maatschappelijk betrokken noemen."