Martin Šulík over The Interpreter

‘Als je een boek dichtslaat is het verhaal er toch nog’

Martin Šulík

Als je een film maakt moet je iets hebben om van te houden en iets om te haten, zegt Martin Šulík over The Interpreter, zijn ongewone roadmovie waarin de zoon van een kampbeul en de zoon van ouders die tijdens de Holocaust zijn vermoord, terugreizen naar het verleden. Beide personages gaven hem daar alle aanleiding toe.

“U bent een antisemitisch zwijn.” “En u een zionistische Übermensch.” De eerste ontmoeting tussen de tachtigjarige Ali en de Oostenrijkse bon vivant van middelbare leeftijd Georg verloopt niet helemaal volgens verwachting. Althans. Wiens verwachting eigenlijk? Georg, zoon van nazi-officier Graubner, had Ali niet op zijn stoep verwacht. Hij vindt dat hij nu wel klaar is met het verleden van zijn vader. Hij weigert de schuld op zich te nemen voor iets wat hij niet gedaan heeft. En Ali, ja, die was wel voorbereid, op zijn manier, met een pistool in zijn zak om de moordenaar van zijn ouders op zijn beurt te vermoorden, maar hij is te laat. De oude man is na het schrijven van zijn nogal eufemistisch getitelde Herinneringen gestorven. En Ali Ungar, vertaler van beroep, kreeg dat boek in handen.

Het is niet direct het meest voor de hand liggende uitgangspunt voor een buddymovie. En toch is dat hoe The Interpreter van de Slovaakse filmmaker Martin Šulík zich op een gekke manier het beste laat omschrijven. Het thema is heftig: de intergenerationele trauma’s van de Holocaust. De aanleiding ernstig: de manifestatie van een nieuwe fascistische politiek in Europa. En toch had hij tijdens het schrijven enorm veel plezier gehad in het verzinnen van absurdistische situaties tussen de beiden tegenpolen, vertelde Šulík vorig jaar op het Filmfestival van Berlijn, waar de film zijn wereldpremière beleefde. We spraken hem met een klein groepje journalisten uit alle windstreken.

In uw film liggen veel geschiedenissen begraven. Het trauma van de Holocaust werkt nog steeds door in Europa. Wanneer ontstond bij u het idee om daar een film over te maken? “We zien recentelijk dat er in Europa weer allerlei dingen opduiken waarvan we dachten dat die afgesloten waren en tot het verleden behoorden, zoals extreemrechtse en fascistische politiek. Het is niet een exclusief Europees fenomeen. Je ziet het overal gebeuren. Er is overigens niet alleen een interesse in het verleden van mensen die de lessen niet hebben geleerd en heimwee hebben naar die politiek. Er zijn ook genoeg jonge mensen die de gevaren zien van de tijd waarin we ons nu bevinden, die geïnteresseerd zijn in geschiedenis en politiek. Bij ons in Slowakije zijn elke week documentaires over het Derde Rijk, over Hitler, over Göring op televisie, over de oorlog aan het Oostfront. Maar ik weet niet hoe mensen dat interpreteren. Is het een waarschuwing? Is het heimwee? Is het verheerlijking? Er zijn ook genoeg mensen die totaal gedesinteresseerd en historisch-apathisch zijn.
“Coscenarist Marek Leščák en ik vroegen ons af hoe het zou zijn voor iemand wiens ouders in de Holocaust zijn vermoord om mee te maken dat dergelijke ideeën weer opkomen. Mijn generatie heeft veel mensen gekend die de Holocaust hebben meegemaakt, voor de jongere generatie is dat veel verder weg. Het is van groot belang om contact te hebben met ooggetuigen. En bij gebrek aan ooggetuigen met hun verhalen. Ali Ungar is gebaseerd op een goede vriend van mijn moeder, wiens echtgenote in het kamp heeft gezeten, maar zij hebben er nooit over verteld. Het waren heel levenslievende mensen, maar ze leefden noodgedwongen heel erg in het heden, hun verleden hadden ze afgesloten als een boek dat je dichtslaat. Wat niet betekent dat het verhaal er dan niet meer is. Het verhaal van de film zelf is zo niet echt gebeurd. Ik heb de verhalen van vele Joden in deze geschiedenis verweven.”

De verhouding tussen vaders en zonen en de overdraagbaarheid van schuld en trauma is een belangrijk thema van de film. U heeft aan het einde van de film gekozen voor een nogal onverwachte tournure. Zonder te spoilen: waarom was juist dat belangrijk? “Het is een metaforisch einde waarmee ik heb willen zeggen dat we in ons leven misschien vaak geneigd zijn te denken dat we met zaken in het reine zijn gekomen, en dat er na de schuld ook boete is gedaan, of vergeving gevonden, maar dat ze er zelfs dan nog zijn. Laat staan als ze niet goed verwerkt zijn. Georg heeft zijn hele leven geprobeerd zijn verleden, zijn geschiedenis te ontkennen, maar op het moment dat hij door Ali gedwongen wordt een aantal feiten onder ogen te zien, kan hij niet meer ontsnappen. De oplossing die hij kiest is niet ideaal, maar het is een metafoor.
“Een goede vriend van mij zegt altijd dat je om een film te maken iets nodig hebt om van te houden en iets om te haten. Uit het conflict daartussen ontstaat het drama. Elk verhaal heeft een bepaalde mate van conflict nodig, omdat dat je in staat stelt je waarden te verdedigen of te heroveren. Zowel in Georg als in Ali zitten genoeg elementen om van te houden en om te haten.”

Dat brengt ons als vanzelf op de casting, die nogal opmerkelijk is. Ali wordt gespeeld door de Tsjechische filmmaker Jiří Menzel; Peter Simonischek, die iedereen kent uit Toni Erdmann, speelt Georg. “Vanaf het begin was duidelijk dat je niet zomaar iedereen kunt casten voor deze film, omdat je met twee heel gecompliceerde personages te maken hebt. Net toen we het scenario voor The Interpreter hadden geschreven kwam Toni Erdmann uit en ik werd verliefd op dat personage en op acteur Peter Simonischek, die tegelijkertijd heel sarcastisch en heel charmant en emotioneel en menselijk kan zijn. Dat was precies wat Georg nodig had.”

U had makkelijk voor zwaar drama kunnen kiezen, maar de film is bij tijd en wijle licht en absurdistisch, waarom was dat belangrijk? “De humor in de film komt voort uit de ontmoeting tussen die twee heel verschillende personages. Tijdens het schrijven hebben we veel genoegen beleefd aan het verzinnen van de absurdistische momenten die daaruit voortkomen. De humor is wrang. Bij sommige grappen vergaat je het lachen. Maar ze kleuren ook onze emoties, waardoor we de tragedie van het verleden des te harder voelen. We wilden dat de beide mannen op een bepaalde manier de levens zouden representeren die ze hadden aan weerszijden van het IJzeren Gordijn en hoe ze die levens na de val de de Muur hebben voortgezet. Georg is opener, een levensgenieter, en directer in de manier waarop hij op dingen reageert. Ali is vol van angst, ten opzichte van de wereld en het leven. Georg heeft de hele wereld rondgereisd, terwijl Ali slechts één keer met zijn vrouw naar Bulgarije is geweest. En nu onderneemt hij opeens die enorme tocht, door Europa, door de landschappen van de geschiedenis, en moet ook hij leren leven en Georg leren denken. De één is een geheelonthouder, de ander houdt ervan om te drinken; de één is zijn hele leven monogaam geweest, de ander is al voor de derde keer getrouwd. Een odd couple. Voor mij waren hun gezichten het belangrijkste. Ik hield ervan er tijdens het draaien naar te kijken. Het zijn landschappen van het verleden geworden.”