Toni Erdmann
Meedoen met de maskerade
Het gaat uitstekend met de vrouwen uit de films van Maren Ade. Ze doen netjes mee met een maskerade waar alleen succes telt. Totdat hun eeuwige glimlach vervaagt.
Door Mariska Graveland
De vrouwen uit de films van Maren Ade willen anderen zo graag pleasen, dat ze zichzelf ermee tekortdoen. In het in Cannes volgens velen voor een Gouden Palm gepasseerde, maar met de FIPRESCI-persprijs bekroonde Toni Erdmann doet zakenvrouw Ines haar uiterste best om in de smaak te vallen bij een belangrijke klant, wiens oliebedrijf ze moet reorganiseren. Haar relatie met de akelige zakenman vindt ze belangrijker dan haar eigen welzijn en het lot van de werknemers wier baan op de tocht staat. Haar telefoon zit aan haar oor geplakt want ze is altijd wel in een of ander belangrijk gesprek verwikkeld. Op feestjes praat ze vooral over haar successen, maar Ines’ vader maakt zich zorgen over zijn dochter. Hij bedenkt een wel heel merkwaardig plan om haar bij zinnen te krijgen.
Ines’ schone schijn lijkt op die van onderwijzeres Melanie uit Maren Ade’s debuut Der Wald vor lauter Bäumen (2003, Speciale Juryprijs Sundance). Melanie vervangt halverwege het schooljaar een leraar die in tegenstelling tot de softe Melanie wél gezag uitstraalt. In een kledingzaak zoekt ze naar kleren die haar een professioneel aanzien moeten geven, in de hoop dat ze dan wel serieus genomen wordt. Naar buiten toe is ze de goedheid zelve, extreem aardig, ze geeft graag cadeautjes en weet heel goed hoe je beleefdheden uitwisselt. Ze belooft dat ze de school zal opschudden met ‘frisse ideeën’. Maar ze heeft geen voelsprieten voor mensen die haar vriendelijkheid juist opdringerig vinden. Dat leidt tot pijnlijke scènes tussen Melanie en een ‘vriendin’ die vlak bij haar woont, en die niet altijd gediend is van Melanies goedbedoelde aandacht. Melanie lijkt vooral aardig te zijn uit zelfbescherming: het willen pleasen uit angst om verlaten te worden leidt hier tot datgene waar Melanie juist zo bang voor is: alleen achterblijven.
Kaasrasp
In Maren Ades tweede film Alle Anderen (2009, Grote Juryprijs Berlijn) loopt een liefdesrelatie op zijn laatste benen tijdens een luxueuze vakantie op Sardinië. Ook hier weet een jonge stel, de arrogante architect Chris en de even irritante muziek-pr-medewerkster Gitti, naar buiten toe de schijn op te houden, maar de signalen van hun verwijdering zijn voor ons al zichtbaar. Hij slaat een arm om haar heen en zij denkt dat dit gespeeld is. Hij vraagt zich af of hij nog wel mannelijk genoeg is. Zij vraagt of hij haar soms haat. Hij denkt dat hij te saai is voor haar. Zij denkt dat ze hem gelukkiger zou maken als ze iemand anders was, en duidelijker kon maken dat ze hem bewondert.
Hun schild breekt als ze tegen een joviale jeugdvriend aanlopen die het wel erg getroffen heeft met zijn pas zwangere vrouw. Andermans geluk is soms moeilijk te verdragen. Chris en Gitti bedenken een noodoplossing voor hun relatiecrisis: ze bestuderen hoe dit in hun ogen ideale stelletje zich gedraagt en doen dat na.
Zo overleeft ook Ines in Toni Erdmann in de harde wereld van de outsourcing: gedraag je zoals de anderen. "Don’t lose the humour", zegt haar vader, expert in practical jokes, tegen een Roemeense arbeider die op het punt staat zijn baan te verliezen. Het is het advies dat zijn dochter ook ter harte zou moeten nemen, want haar onechte glimlach is vooral bedoeld om de ander op zijn gemak te stellen, niet omdat ze zich zo vrolijk voelt. Haar vader daarentegen gedraagt zich, in vermomming, als een nar op de chique recepties van de ambassades, maar weet daarmee wel een snaar bij de anderen te raken. Hij wil hun leven in de bubbel van foute nachtclubs en kille vergaderingen opschudden. Want iedereen is op zijn hoede, niemand wil zich laten kennen. Net als in Der Wald vor lauter Bäumen worden er beladen verzoeningscadeautjes gegeven. Hier is het een kaasrasp met een zakje geld die vader en dochter juist uit elkaar drijft.
Handboeien
Maren Ade heeft een bijzondere stijl ontwikkeld om dat wankele toenaderingsproces tussen vader en dochter te volgen: ergens tussen lang uitgerekt ultrarealisme en vervreemdende komedie in, twee onverenigbare stijlen die hier toch samengaan. De tedere momenten springen er daardoor extra uit, zoals hun gesprek over wat het leven de moeite waard maakt. De vader verzucht dat er zo veel dingen zijn die je nog moet doen in het leven, maar hoe kun je al die momenten vasthouden, zoals het moment dat je je kind leert fietsen? Waarmee de vader het gevoel verwoordt van alle ouders die in hun kind de tijd versneld zien passeren.
Daartegenover staan weer absurde scènes zoals die waarin vader Winifred handboeien bij Ines omdoet en haar zo aan zich vastketent, een van zijn onnavolgbare pogingen tot contact. Of het gesprek tussen de vader en de zakenman, waarin hij zich beklaagt over zijn drukke dochter en hij met uitgestreken gezicht vertelt dat hij al een substituutdochter heeft aangenomen om zijn teennagels te knippen.
Lerares Melanie, pr-medewerker Gitti en zakenvrouw Ines maken zich drukker om de anderen dan om zichzelf, niet omdat ze zo sociaal zijn maar juist omdat ze zich sociaal ongemakkelijk voelen, en hopen om erbij te horen door zich wenselijk gedrag aan te meten. Ines interesseert zich niet wezenlijk voor de wereld om haar heen, voor het Roma-getto dat ze uit een kantoorgebouw kan zien, de arbeiders die ze ontslaat. Ook de bevoorrechte Chris en Gitti willen een makkelijk leven waarin ze niet belemmerd worden. Het gevoel lijkt uitgeschakeld. Echt engagement met de ander is er niet. Het is makkelijk om hen daarom te beschimpen maar dat doet Maren Ade gelukkig niet: ze toont ze in al hun naaktheid waarna ze eindelijk uit de maskerade kunnen stappen.