Kirill Serebrennikov over Petrov’s Flu

‘Ik kan alleen mijn eigen waanzin verbeelden’

Foto: Margaritta Ivanova

De Russische regisseur en theatermaker Kirill Serebrennikov zat een paar jaar in huisarrest. Toen hij weer naar buiten mocht, maakte hij een hallucinant, carnavalesk en koortsachtig werk, dat de temperatuur van Rusland opneemt en de ijlende staat een pijnlijke diagnose stelt. “Het gaat om het vinden van vrijheid in een onvrije situatie.”

Het persoonlijke is altijd politiek in het werk van Kirill Serebrennikov. De Russische regisseur en theatermaker, voorheen de artistiek directeur van het Gogol Theater in Moskou, heeft dat zelf moeten ondervinden: de Russische autoriteiten beschuldigden hem in 2017 van fraude—hij zou subsidiegeld voor een theaterproductie hebben verdoezeld—en plaatsten hem tot 2019 in huisarrest. Dit soort politiek gemotiveerde zaken staan makers in Rusland te wachten als ze te dicht bij de geldstromen van het overheidsapparaat komen en daar kritische, onafhankelijke werken mee durven maken.

Juist daar is Serebrennikov in gespecialiseerd. Al meer dan twintig jaar is deze onruststoker een van de belangrijkste luizen in de pels van het Russische culturele landschap. Playing the Victim (2006) bracht de gekleurde beeldvorming van de politiestaat onder de aandacht; The Student (2016) stelde het door de staat gedoogde radicaliseren van extreemrechtse en christelijk-orthodoxe jongeren aan de kaak; en de weemoedige zwartwitfilm Leto (2018) bracht een ode aan Viktor Tsoj, een sleutelfiguur in de underground rockscene van de Sovjet-Unie.

Serebrennikovs nieuwe film Petrov’s Flu, zijn eerste sinds het huisarrest, is een woeste, hallucinante en overweldigende trip door het Russische onderbewustzijn. Hij biedt een pijnlijke diagnose aan een ijlende samenleving die na de val van de Sovjet-Unie het spoor bijster is geraakt. Gedurende één koortsachtige nacht duikt de film in de uiterst subjectieve beleveniswereld van Petrov, een grieperige man die door de straten van Jekaterinenburg dwaalt en heden en verleden ziet versmelten.

Serebrennikov treedt met zijn verfilming van Aleksej Salnikovs postmoderne roman Petrovy v grippe i vokrug nego in de voetsporen van de rijke Russische literatuurgeschiedenis, met een bijzonder gelaagd werk waarin de kleinste gebaren symbool kunnen staan voor de grootste verschuivingen binnen de maatschappij. De sterkste metafoor is misschien wel een tocht door de slaperige stad in een schouwwagen, met achterin een lijk dat uiteindelijk helemaal niet dood blijkt te zijn. Dit is het Rusland van Serebrennikov: ergens tussen slaapwandelaar en zombie, te (machts)dronken om uit haar roes te ontwaken. Met Petrov’s Flu probeert hij zijn medemens wederom wakker te schudden.

Salnikovs boek laat zich niet zomaar verfilmen. Waarom waagde u zich er toch aan? “Voor mij heeft het boek alles: poëzie, spanning, een zekere waanzin. Salnikov is een zeer getalenteerde auteur die essentiële Russische literatuur maakt. De geur van de woorden walmt haast van de pagina’s. Het zijn woorden die je in beweging brengen, die je verbeeldingskracht aanwakkeren. Ze openen deuren. Daarom moest het een film worden.”

In het caleidoscopische verhaal vloeien werelden en werkelijkheden in elkaar over. Hoe maakte u zich het werk eigen? “Voor Salnikov is het boek een extreem persoonlijk werk. Ik kon dus niets anders doen dan de film ook zo persoonlijk mogelijk maken. Ik kan iemands anders dromen niet verfilmen, maar ik kan wel mijn eigen jeugd, mijn eigen dromen en mijn eigen waanzin verbeelden. Ik zie het als een persoonlijke film op basis van een persoonlijk boek.”

Met Leto liet u de uitgerekte teloorgang van de Sovjet-Unie zien. Petrov’s Flu reflecteert op de onzekere tijden van het Rusland van daarna, dat zichzelf opnieuw moet uitvinden. Zocht u bewust die politieke rode draad in deze films? “Petrov’s Flu gaat voor mij vooral over het graven in ons eigen verleden. Politiek komt daar onvermijdelijk bij kijken. Wat de films voor mij met elkaar gemeen hebben is de zoektocht naar een vrije ruimte, die in het geval van Leto in muziek te vinden is. Die jonge muzikanten vinden hun artistieke vrijheid en proberen dat vervolgens te beschermen. Muziek speelt een minder expliciete rol in Petrov’s Flu, maar ook hier gaat het om het vinden van vrijheid in een onvrije situatie. Ironisch genoeg vindt Petrov dat in zijn eigen koortsachtige hallucinaties, die een ontsnapping bieden aan de grillige realiteit van zijn omgeving.”

Ook hier zien we een muzikaal statement door de befaamde rapper Husky, die zelf ook op wat zwarte lijsten van de Russische staat prijkt, te casten als het lijk in de schouwwagen. Wat betekende die casting voor u? “Voorop staat dat Husky een goede vriend van me is, en een bijzonder getalenteerd dichter. Hij staat in direct contact met Poesjkin, daarom heb ik hem ook Poesjkin laten opvoeren in mijn eigen theaterwerk. Ik vroeg hem voor deze film omdat hij er op de één of andere manier in thuishoorde. Hij moest de hele film als lijk in een schouwwagen liggen en pas in de laatste scène uit de kist te springen. Hij schreef een nummer voor die scène, over zombies die tot leven komen, waardoor Petrov’s Flu op het einde verandert in een soort apocalyptische zombiefilm.”

U doorbreekt graag de vierde wand, zowel in uw theaterwerk als uw films. Ook weer in deze, bijvoorbeeld in Petrovs hallucinatie waarin gangsters gegijzelde zakenmannen executeren. Wat betekent het voor u om uw eigen verhaalwerelden zo te doorbreken? “Het is een soort carnavalstafereel, gebaseerd op het carnavaleske principe dat alles mogelijk is, dat er geen regels, voorschriften of beperkingen zijn, en dat mensen volledig vrij zijn om ook de meest verschrikkelijke dingen te doen. Carnaval geeft mensen één dag lang de mogelijkheid om stoom af te blazen en alle opgekropte frustratie van het hele jaar los te laten. Dankzij die ene uitzinnige dag, met al zijn uitzinnige daden en momenten, kunnen ze vervolgens terugkeren naar normaal en gezond gedrag. Volgens mij delen theater en cinema deze beginselen met carnaval, en dus probeer ik die principes ook toe te passen in mijn eigen werk.”

Heeft uw huisarrest uw kijk op het bevrijdende effect van film en theater veranderd? “Kijk, ik had de afgelopen jaren tijd, heel veel tijd. Daarom heb ik deze film ook gemaakt. Het was eerst helemaal niet de bedoeling dat ik Petrov’s Flu zou regisseren; mijn producent Ilja Stewart vroeg me in eerste instantie alleen om het scenario te schrijven. Maar bij het lezen van het boek besefte ik hoe nauw ik me verbonden voelde met het verhaal dat van de pagina’s spatte. Het bevestigt maar weer dat in feite elke film zichzelf maakt—de film kiest wat en wie het nodig heeft om gemaakt te worden.”

Dat vind ik een mooi idee: dat een film soms meer leeft dan zijn maker. “Ik ben ervan overtuigd dat films als dieren of monsters zijn: ze klampen zich vast aan wat ze nodig hebben om te leven, om voort te bestaan. Russische literatuur en cinema zijn zo altijd verbonden met het lot en het leven. Het is iets metafysisch en dat kan je nooit vermijden.”