Heddy Honigmann over O amor natural
Oud worden met behoud van erotiek
Liefde en melancholie zijn belangrijke thema’s in het werk van Heddy Honigmann. Ook O amor natural, de openingsfilm van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA), is doortrokken van deze gevoelens. De erotische poëzie van de Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade (1902-1987) maakt in deze documentaire de tongen los bij bejaarde Brazilianen. Honigmann: “Als mensen oud worden, zijn de herinneringen aan liefde en seks het sterkst.”
Vraag in een Amsterdamse tram of twee oude dametjes een erotisch gedicht willen voorlezen. Wellustige poëzie over orale seks bijvoorbeeld, met zinnen als: “Zonder dat ik het verwachtte, lag je op je knieën/in devote houding/Wat geschiedde is niet slechts geschiedenis/Voor altijd én een dag/ontvangt mijn penis de kus van devotie van je mond.” Hoe zouden ze reageren? Met veel schaamrood waarschijnlijk. Zodra ze hun leesbril hebben opgezet en met hun ogen de regels volgen, zullen ze blozen, hakkelen en het gelezene vermoedelijk verontwaardigd afdoen als porno.
Zo niet in Rio de Janeiro. Heddy Honigmann filmde daar bejaarde dames en heren die op gedragen toon scabreuze gedichten voorlezen. Zonder schroom praten deze oude mensen over billen, vulva’s en sperma. Een beminnelijk zwart echtpaar op een bankje vat het mooi samen. Nadat de vrouw een gedicht over een ‘vochtig waterballet’ op het hoogpolig tapijt heeft voorgelezen, merkt zij op: “Wij zijn wel oud, maar wij zijn niet dood.”
Hilarische taferelen
Aanvankelijk was de opzet voor O amor natural heel eenvoudig: mooie oude mensen lezen mooie gedichten voor van Carlos Drummond de Andrade. Honigmann bewonderde zijn werk al in Lima, waar ze tot haar tweeëntwintigste jaar woonde. Ze werd getroffen door de ingetogen toon, die niet zo barok was als ze gewend was van Zuid-Amerikaanse literatuur.
Door de vertalingen van August Willemsen kwam ze in Nederland opnieuw in aanraking met Drummonds poëzie, waaronder de erotische verzen, die hij met de vitaliteit van een jonge minnaar, maar met de rijpheid van een veteraan tussen zijn zeventigste en vijfentachtigste jaar schreef. O amor natural heet de verzameling die postuum is verschenen, ‘de liefde, natuurlijk’. Met deze bundel toog ze naar Rio de Janeiro waar ze oudere mensen in alle lagen van de bevolking opzocht, die ongeveer de leeftijd hadden van Drummond toen hij zijn erotische fantasieën aan het papier toevertrouwde. Een jockey, een toneelregisseuse, een zwemster en een vrouw uit de krottenwijken zouden zijn poëzie voordragen. Dat leek Honigmann genoeg voor een geslaagde film, maar het liep anders.
Honigmann: “Toen ik die mensen voor het eerst ontmoette, bleek dat ze zich helemaal openden als ze die gedichten lazen. Er borrelden herinneringen op aan hun eigen seksleven. Daar vertelden ze dan over. Soms merkte ik dat ze tijdens het lezen even haperden, omdat ze terugdachten aan hun eigen ervaringen. Zo verschoof het accent in de film naar gesprekken over liefde, zodat hij veel rijker werd.
“Vaak koos ik zelf een gedicht uit waarvan ik vermoedde dat het bij de mensen zou passen. Maar sommigen bladerden de bundel door en zagen een gedicht dat hen aansprak. Een aantal lezers bleek erg getalenteerd. Die lieten de poëzie voor zichzelf spreken. Anderen droegen minder goed voor, maar maakten een rake opmerking. Dan kreeg ik er toch iets moois voor terug. Zoals bij die metaalarbeider in de film die zegt dat er zonder liefde geen seks bestaat en zonder seks geen liefde.”
Deze man slaat de spijker inderdaad op zijn kop. Drummond bezingt de meest zinnelijke kant van de liefde. Zijn gedichten gaan over seks en hij neemt geen blad voor de mond. Maar die profane lofzangen en odes aan het achterwerk (“Billehoning billekleur billelelie billelief/billewet billelust billeblauw billebrood/billen duizendvormig multibil unibil”) zijn altijd bezield door hemelse liefde: “Liefde leide mijn vers en zij verene/daarin ziel, verlangen, vulva en lid.”
De laatste jaren van zijn leven werd het werk van Drummond sterk beïnvloed door de gebeurtenissen en gevoelens uit zijn jeugd. Hij publiceerde toen bundels die hij beschouwde als zijn ‘memoires in versvorm’. In O amor natural kijkt hij als oude man terug op de liefdes in zijn leven. Voor de bejaarde Brazilianen in de film zijn die gedichten ook echo’s uit hun verleden. Drummond spit hun ziel om, zodat hun eigen jeugdige vrijpartijen weer naar boven komen. Daar halen ze vervolgens gloedvol herinneringen aan op en dat zorgt soms voor hilarische taferelen. Een oude jockey vertelt bijvoorbeeld enthousiast over zijn buitenechtelijke escapades, terwijl zijn dochter èn kleinkinderen aan zijn lippen hangen. Zulke verhalen zijn sterk gekleurd door melancholie. Want hoewel een geïnterviewde bijvoorbeeld met enige bravoure bevestigt dat hij nog steeds aan seks doet, kan de toeschouwer dat betwijfelen. Men koestert vooral de gedachten aan de erotische avontuurtjes uit hun jonge jaren. Oude mensen en de dingen die voorbij gaan, daar gaat O amor natural eigenlijk over.
Mooie verhalen
Honigmanns jongste film is duidelijk verwant aan eerder werk. De nostalgie was eerder aanwezig in Metaal en melancholie (1993). In die documentaire keerde ze terug naar haar geboortestad en liet taxichauffeurs aan het woord die zich op de been houden met passies en herinneringen. En de liefde was ook alomtegenwoordig in Tot ziens (1995), Honigmanns speelfilm met Johanna ter Steege en Guy van Sande over een allesverzengende driehoeksverhouding.
Bovendien ligt O amor natural in de lijn van Hersenschimmen, de verfilming van Bernlefs roman uit 1987 over een demente man (Joop Admiraal) die steeds verder aftakelt. Beide films laten zien hoe prominent seksualiteit in het geheugen aanwezig is. Zelf had Honigmann dat nog niet zo bekeken, maar ze beaamt het volmondig. “Inderdaad, halverwege zijn dementie denkt hij terug aan twee belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven: zijn eerste liefde en de enige vrouw met wie hij zijn echtgenote ontrouw is geweest. Tijdens het filmen ben ik me niet zo bewust van mogelijke parallellen tussen mijn films, maar de laatste taxichauffeur in Metaal en melancholie is wel heel belangrijk geweest. Hij leeft met de herinnering aan een grote en heftige liefde van veertig jaar geleden. Het enige aandenken aan dat Italiaanse meisje is een liedje dat hij in zijn auto afspeelt. Die man bleef bij het maken van O amor natural steeds in mijn gedachten.”
Net als in Metaal en melancholie laat Honigmann in O amor natural een groot aantal kleurrijke mensen aan het woord die gepassioneerd over gebeurtenissen uit hun leven vertellen. Het lijkt wel alsof de filmmaker een zesde zintuig heeft voor het bijzondere achter het alledaagse. “Ik hou van mooie verhalen, begin zelf ook snel een gesprek. Sinds Metaal en melancholie is het een ritueel van mij geworden om gesprekken met taxichauffeurs aan te knopen. Zelfs in Amsterdam, waar chauffeurs geen goede naam hebben. Soms praten ze alleen over het weer, maar het kan ook prachtige dingen opleveren.”
Krakende langspeelplaat
Dat oude mensen in Nederland even openhartig over seks zouden praten als de Brazilianen in O amor natural lijkt Honigmann onwaarschijnlijk. “Hier houdt men dat toch eerder binnenskamers. Nederlanders praten met veel meer schaamte over hun eigen liefdesleven. Maar in Brazilië dringt de erotiek ook veel duidelijker door in de openbaarheid. Zelfs in de winter is het daar vijfentwintig graden, dus het blote lichaam is allesoverheersend. En Zuid-Amerikanen houden van converseren. Het vertellen van verhalen is een van hun passies. Intieme gesprekken horen daar meer bij het maatschappelijke leven dan in Holland.”
Toch zijn Nederlanders ook wel bereid om over hun liefdesleven te vertellen. “Een paar jaar geleden heb ik research gedaan voor een documentaire over verboden liefdes. Door oproepen in kranten kwam ik mensen op het spoor die er een geheime affaire op nahielden. Er kwam ontzettend veel boven tafel, maar ze wilden er niet voor de camera over praten. Dat zou kwetsend zijn voor hun partners. Die documentaire is dus niet doorgegaan, maar hij was wel een inspiratiebron voor Tot ziens. Uit de verhalen bleek hoe volhardend verliefde mensen kunnen zijn.”
Hoewel Drummonds poëzie centraal staat, heeft Honigmann ook een dun biografisch draadje door O amor natural geweven. Zijn stem klinkt uit een krakende langspeelplaat en verschillende mensen die hem gekend hebben, lezen een gedicht voor. Een van de geïnterviewden is zijn hoedenmaker, die – natuurlijk met gepaste melancholie – vertelt hoe Rio in de loop der jaren is veranderd. De stad heeft volgens hem aan charme en rijkdom verloren, en als Honigmann de camera heel even richt op daklozen, geeft ze hem impliciet gelijk. “Met zeer lichte penseelstreken probeer ik de film in een maatschappelijke context te plaatsen. Door mensen te filmen die op straat slapen, laat ik zien dat ook dat een deel is van Rio.”
Een andere vriend van Drummond heeft tot haar spijt de definitieve versie van de film niet gehaald. “Het was de oudste man die we opgenomen hadden, met een schitterende kop en handen. Zelf wilde hij niets voorlezen, omdat hij vond dat je daar dichter voor moet zijn. Minutenlang probeerde hij een bevriende dichter over te halen om iets uit O amor natural voor te lezen. Als hij nog leeft en ooit de film zal bekijken, kan hij zien en horen dat niet alleen dichters de verzen van Drummond mooi kunnen voorlezen.”
De dingen die in bed gebeuren
(De dingen die in bed gebeuren
zijn geheim van wie bemint)
Het geheim van wie bemint
is: niet slechts vluchtig het genot
te kennen dat ons diep doordringt,
tot stand gebracht op deze aarde
en zo verre van de wereld
dat het lichaam, dat het lichaam vindt
en daarin voortgaat op zijn vaart,
de vrede vindt van groter gaarde,
vrede als in de dood, onaards,
als een nirwana, penisslaap
O bed, o zoet, zoet wiegelied,
slaap kindje, slaap kindje, slaap,
nu slaapt de boze jaguar,
nu slaapt de argeloze vagina,
en de sirene slaapt, de laatste
of voorlaatste… En de penis
slaapt, de poema, ’t uitgeputte
wilde dier. Slaap nu, o fulpen
sluier op en om je vulva.
En laten zij die minnen zwijgen,
tussen laken en gordijnen
nat van zaad, van de geheimen
van de dingen die in bed gebeuren
Uit: De liefde, natuurlijk van Carlos Drummond de Andrade. Vertaling August Willemsen. Arbeiderspers, 1992, 125 pag., f49,90.