Crazy

Militairen en melancholie

Crazy

Heddy Honigmann, hoofdgast van documen­taire­­festival IDFA, gaf in 1999 in Crazy een indringend beeld van de traumatische ervaringen van VN-veteranen. Ze kreeg hen aan de praat over waarover meestal gezwegen wordt.

Op een TEDx-evenement in 2011 stond Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm met een groot geweer op het podium. De strekking van zijn verhaal, en van zijn onlangs uitgekomen autobiografie Ik koos het wapen, was dat wereldvrede alleen met militaire missies tot stand gebracht kan worden. Die wereldvrede gaat dan wel ten koste van de psychische gezondheid van aardig wat militairen, bleek in 1999 uit Heddy Honigmanns Crazy.

Militairen praten niet graag over trauma’s. Niemand eigenlijk. Vaak lijken ze onaangedaan: het is gewoon mijn werk, hoor je dan. Van Uhm vertelde onlangs in een tv-interview dat hij na een missie niet bij de pakken neer gaat zitten. Hij noemde zichzelf een soort labrador. Hij schudt twee keer met zijn hoofd, twee dagen gaan voorbij en dan heeft alles een plekje. In reactie op de vraag naar een moment waarop hij echt bang was, benadrukte Van Uhm zijn verantwoordelijkheid als generaal, door alleen te refereren aan de angst die zijn soldaten hadden. Persoonlijke gevoelens passen niet in dat verhaal.

Vijftien jaar geleden maakte Heddy Honigmann, opvallend genoeg als vrouw in die mannenwereld, een eerlijk en inzichtelijk portret van veteranen en hun trauma’s. In Crazy vertelden ze over hun uitzendingen naar onder andere Korea, Libanon, Cambodja en Bosnië. Honigmann kreeg de mannen en vrouwen aan het praten over dingen waarover meestal gezwegen wordt. Haar stijl en gevoel voor melancholie nam ze mee uit haar eerdere films. Hoe deed ze dat? Een handleiding.

De methode-Honigmann in vier stappen

Stap 1. Zorg voor een vertrouwde sfeer
De veteranen worden gefilmd in hun eigen omgeving en tijdens dagelijkse bezigheden als koffie zetten of sporten. Vaak zit hun vrouw of vriendin tijdens het gesprek naast hen op de bank en luisteren ze samen of alleen naar de muziek die hun steun geeft. Die vertrouwde omgeving maakt dat ze zich veilig voelen, waardoor ze vrijuit durven te spreken.

Stap 2. Creëer ruimte voor het hele verhaal
Het hele verhaal mag verteld worden. Dus ook de mooie en vrolijke momenten. De militaire missies zijn deel van het verleden van de veteranen, waar ze soms ook met heimwee naar terug kijken. Zo zien we veel homevideo’s die de soldaten hebben gemaakt. Ontspannen momenten in het kamp, ravotten met strijdmaten. We zien een brief waarin een veteraan niet alleen allerlei ellendige taferelen beschrijft, maar ook vertelt: “Het stikt hier van de koolmeesjes die bijna uit je hand eten.”

Stap 3. Stel eenvoudige vragen
Honigmann neemt geen genoegen met ontwijkende antwoorden. Een Rwanda-veteraan vertelt nuchter over het meerijden met voedseltransporten, waarmee ze langs talloze vluchtelingenkampen kwamen. Honigmann: “Dat lijkt me geen leuke rit.” “Mwoah, maakt niet uit. […] Je went eraan.” “Hoe snel?” Zijn vrouw naast hem vraagt: “Het was toch ook wel eens heel eng in zo’n kamp, Niels?” “Nou, het was wel spannend.” “Ja, maar spannend is iets anders dan eng hè?”, reageert Honigmann. Haar vragen zijn vaak simpel, maar wel precies. Daarmee probeert ze tot de kern te komen van iemands persoonlijke ervaring.

Stap 4. Zoek middelen voor het terughalen van herinneringen
Herinneringen worden meestal niet opgeroepen door vragen, maar door ‘souvenirs’: brieven die de militairen hebben geschreven, foto’s en homevideo’s die in het kamp zijn gemaakt. Het belangrijkste ’transporteermiddel’ dat Honigmann gebruikt is muziek. Veel veteranen hebben daar in moeilijke tijden kracht uit gehaald. Het doorbrak de “herrie van stilte”, zoals een van hen het noemt. Honigmann filmt hen terwijl ze luisteren naar een liedje dat hen toen troost verschafte. Ze verdwijnen in hun herinneringen.

Alle liedjes in Crazy blijken betekenisvol als je er goed naar luistert, of krijgen juist een nieuwe betekenis. Zoals het titelnummer ‘Crazy’ van Seal dat met de beelden van de beschietingen op de markt in Sarajevo opeens niet meer zo lichtvoetig klinkt. Uiteenlopende muziek komt voorbij: Paul de Leeuws ‘Vlieg met me mee’ tot het Stabat Mater van Pergolesi. Zo laat Honigmann hen het verleden terughalen. In het contrast tussen de muziek en de traumatische verhalen wordt goed voelbaar hoe onwerkelijk ver weg maar tegelijk onwaarschijnlijk dichtbij de verschrikkingen van oorlog zijn.


Deze recensie kwam tot stand in het kader van de Workshop Filmkritiek, in 2014 georganiseerd door de Filmkrant en Eye.