Gustav Deutsch over Film ist. A Girl & a Gun

Dood en pornografie

Gustav Deutsch (foto Angelique van Woerkom)

Heb je voor film echt alleen maar een meisje en een pistool nodig? De Oostenrijkse found footage filmer Gustav Deutsch wist met dat uitgangspunt een meeslepende beeldenstorm te maken. "In de begindagen van de cinema had alles een mannelijke blik."

Gustav Deutsch heeft een bijzondere band met Nederland. Want in de archieven van het Filmmuseum vindt hij veel van het archiefmateriaal dat hij in zijn beeldcollages gebruikt. Nu ook weer voor zijn nieuwste film, de derde in een reeks film ist-films, die vorig jaar al op het Filmfestival Rotterdam in première ging en nu pas in de filmtheaters komt. Hoe lyrisch en toegankelijk het eindresultaat van zijn speurtochten door al die filmarchieven ook is, en hoe toevallig zijn films soms ook tot stand komen, de bedachtzaam formulerende Deutsch is zeer precies in wat hij wil en bedoelt te zeggen. Over elke seconde beeld is uren nagedacht. Maar het begint allemaal met het beeld natuurlijk. Hoe werkt dat?

Wat was er eerst? Het idee of het beeld? Hoe gaat u op zoek naar iets waarvan u niet eens weet dat het bestaat en of u het wel zult vinden? “Dat is precies mijn probleem. En mijn zegening. Ik zoek, maar ik zoek ook niet. En anderen vinden dingen voor mij, zonder dat ik ernaar zoek. Ik heb nu ook wel een gelukzalige positie. Door al mijn werk van de afgelopen jaren ken ik heel veel mensen in archieven die als ze iets bijzonders vinden, contact met me opnemen. Maar houd het er maar op dat ik nooit weet waarnaar ik zoek.”

Film ist. A Girl & a Gun is de derde in een reeks Film ist.-films. Wat is het uitgangspunt van deze trilogie? “Toen in 1995 de cinema honderd jaar bestond, raakte ik geïnteresseerd in de fenomenologie van de film. Ik begon uitspraken van regisseurs te verzamelen over wat film nu precies was, omdat het me was opgevallen dat zij dat vaak in pakkende oneliners probeerden uit te drukken. Vandaar de titel Film ist. Ik maakte twee filmprojecten, over het wetenschappelijke en technische aspect van film (Film ist 1-6) en over film als kermisvermaak (Film ist 7-12), wat volgens mij de twee belangrijkste geboorteplaatsen van film zijn geweest. In dit slotdeel heb ik geprobeerd om die beide te verenigen.”

In tegenstelling tot de twee eerdere delen, die meer analytisch van aard zijn, heeft u deze film opgezet als een Griekse tragedie. “Het thema van deze film is geweld en pornografie, twee thema’s eigenlijk die zo nauw verbonden zijn en al vanaf het begin deel uitmaken van de filmgeschiedenis. Dat is niet inherent aan de cinema, maar aan de geboorte van elk nieuw medium. Ik had het gevoel dat deze film meer emotioneel moest zijn dan mijn vorige werk. Dat ik er een standpunt mee moest innemen over hoe ik over seks en geweld denk. Of wat ik erbij voel als ik die beelden zie. Daarom kon de ordening van het materiaal niet zoals in mijn vorige films zuiver classificerend zijn. Omdat ik louter beelden uit Europese archieven heb gebruik, lag die dramatische structuur van de Griekse tragedie eigenlijk snel voor de hand. De tragedie vindt zijn oorsprong ook in de strijd tussen Eros en Thanatos, tussen liefde en dood.”

Dat wordt ook weerspiegeld in de titel. “Daarvoor koos ik een uitspraak van D.W. Griffith, die we echter voornamelijk kennen in de parafrase van Jean Luc Godard: ‘Alles wat je voor een film nodig hebt zijn een meisje en een pistool.’ Het was een van die citaten die ik had verzameld tijdens mijn zoektocht naar wat film nu is. Je kunt hem heel plat interpreteren en zeggen dat seks en geweld dramaturgisch gezien zijn wat je nodig hebt om een film te maken. De gedachte die daaronder ligt is dat in ‘a girl and a gun‘ ook twee oerprincipes tegenover elkaar gezet worden: het vrouwelijke en het mannelijke, een tegenstelling of oppositie die voor elke vorm van drama nodig is. Maar eigenlijk ligt het nog wat gecompliceerder. In onze cultuur is het mannelijk dominant. Dat wordt pas echt duidelijk als je het materiaal waarmee ik werk, found footage uit de begindagen van de cinema, gaat analyseren. Alles was vanuit een mannelijke blik gemaakt. De manier waarop de personages in beeld waren gebracht, het drama in de scènes neergezet. Er is in die begindagen een groot gebrek aan het vrouwelijke. En nogmaals, dan heb ik het niet eens over het feit dat er nauwelijks vrouwelijke regisseurs waren. Al wordt ook vandaag de dag film ook nog steeds als een mannelijk domein beschouwd.”