Ineke Smits over De vliegenierster van Kazbek

Romantische ziel

Ineke Smits en schrijver Arthur Japin wilden met De vliegenierster van Kazbek "op onze eigen manier een swing geven aan de favoriete episode van de Nederlandse speelfilm".

Al in de eerste minuten van ons gesprek laat Ineke Smits het woord vallen: haar film De vliegenierster van Kazbek is een ‘auteursfilm’. Niet verwonderlijk voor een regisseur die in 2005 betrokken was bij de oprichting van het Platform Auteursfilm (PAf), dat in een brandbrief de ondergeschoven positie van de auteursfilm in Nederland aan de kaak stelde.

Terugkijkend lijkt die brief een opsomming van alle problemen die Smits zelf ondervond in het jarenlange proces om De vliegenierster gemaakt te krijgen. "Het heeft natuurlijk veel te lang geduurd", zegt Smits.

Dat De vliegenierster zo moeilijk rond kwam, heeft simpelweg met geld te maken. De producenten hadden graag een Duitse coproducent willen hebben. "Maar daarin heeft zich ook die Tweede Wereldoorlog gewroken: op het moment dat mensen dat horen, zien ze op hun netvlies toch alle bekende Nederlandse oorlogsfilms. Dat heeft niets met mijn film te maken; er zit welgeteld één hakenkruis in."

Texelse dromer
Het werk aan De vliegenierster begon kort nadat Smits in 2001 haar speelfilmdebuut Magonia had afgeleverd. Met schrijver Arthur Japin, ook de scenarist van Magonia, wilde ze aan een nieuw project beginnen. Ze kwamen uit bij de zogenaamde Russenoorlog, de opstand van op Texel gelegerde Georgische soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat had verschillende redenen, legt Smits uit. "Ten eerste omdat het een bijzonder en onbekend verhaal is. Maar ook omdat we, heel ambitieus, wel eens op onze eigen manier een swing wilden geven aan de favoriete episode van de Nederlandse speelfilm."

De vliegenierster is dan ook zeker geen nauwgezette historische reconstructie. De ware gebeurtenissen vormen de achtergrond voor een fictief verhaal over de Texelse dromer Marie (Madelief Blanken), die op het platte eiland fantaseert over bergen en geestverwanten vindt in de Georgische Goga (Zura Zhghenti) en zijn kompanen. "Het is natuurlijk typisch ons verhaal. De thematiek die steeds terugkomt in het werk van Arthur en dat van mij is de kracht van de verbeelding."

Krakende planken
Dat haar handschrift als filmauteur te herkennen is, is voor Smits onvermijdelijk. "De verhalen die ik het mooist vind om te vertellen zijn toch een soort sprookjes, en dat is deze film dus ook geworden. Maar het is nooit zo dat ik denk: ‘nu ga ik eens even heel bewust Ineke Smits-achtig doen’. Natuurlijk weet ik inmiddels wat de dingen zijn waar ik steeds weer op terugkom. Ik ben altijd met schaduwen bezig. En ik weet gewoon van mijzelf dat ik een romantische ziel ben, dat ik de sentimentaliteit niet schuw."

Die sentimentaliteit zit niet in de laatste plaats in de muziek, die ontspruit uit de krakende planken en stampende soldatenlaarzen en vrijwel constant aanwezig is. Smits: "De reden dat ik van cinema hou, is dat ik in de bioscoop een wereld kan zien die anders is dan de wereld waarin wij leven. In mijn geval zijn het dromerige werelden, waarin mensen op een andere manier naar de realiteit kijken, en daar past muziek heel vaak bij. We wilden Marie’s visie op de wereld om haar heen verbeelden door de manier waarop liedjes ontstaan."

Smits verwijst naar het verschil tussen musicals waarin de muzikale nummers op zichzelf staan ("dan heb je weer dialogen en doen we net alsof er nooit muziek is geweest") en films als Singin’ in the Rain, waarin de muziek voortkomt uit de filmwereld. "Dat laatste heb ik ook geprobeerd te doen. Zo zie je hoe het werkt in het hoofd van Marie. Dat kun je laten zien door vanuit Marie te kijken, met de camera, maar je kunt het ook laten zien met de manier waarop je de film structureert. Eerst zijn krakende planken gewoon krakende planken, en dan wordt het kraken muziek."

Uiteindelijk gaat de film over het overbruggen van cultuurverschillen door nieuwsgierigheid naar de ander. Juist die krakende planken in de vloer van Marie’s kamer zijn daar het eerste voorteken van: soldaat Irakli maakt er net als Marie muziek van. "Niemand heeft die planken eerder als muziek geïnterpreteerd, net zoals er niemand op dat eiland is, waar iedereen elkaar verstaat, die heeft begrepen waarom Marie van bergen droomt. Er komen ineens twee jongens uit de lucht vallen, uit een land waar ze nog nooit van heeft gehoord die een taal spreken die ze niet kent, en toch is er meteen begrip. Die jongens begrijpen meer dan woorden."