David Cronenberg over A Dangerous Method
‘Het is totaal niet hoe mensen normaal denken over Freud’
“Freud is wel eens beschreven als aantrekkelijk, masculien, charmant, charismatisch, geestig — totaal niet hoe mensen normaal over hem denken.” Op consult bij David Cronenberg.
Ik ontmoet David Cronenberg in Wenen, de stad waar zijn nieuwe film A Dangerous Method zich grotendeels afspeelt. Cronenberg, met dikke, achterovergekamde grijze haren en alerte grijsblauwe ogen is welbespraakt en benaderbaar. Maar hij schudt me niet de hand. Niet om op afstand te blijven, maar omdat hij een stevige verkoudheid heeft en “mij niet zijn virus wil geven”.
Ik verzeker hem dat het te laat is — ik draag het Cronenberg-virus al dik drie decennia bij me en ik ben niet op zoek naar een geneesmiddel.
Veel mensen kennen Freuds werk over dromen en het onderbewuste, maar hij was evenzeer geïnteresseerd in humor als manifestatie van die impulsen. Uw films hebben over het algemeen ook een humoristisch element, dat vaak over het hoofd wordt gezien. “Inderdaad. Mensen vragen me vaak wanneer ik een komedie ga maken, waarop mijn antwoord is dat ik alleen maar komedies heb gemaakt. Dat zie je in deze film ook — een van de dingen die ik met hoofdrolspeler Viggo Mortensen besprak was Freuds droge, brutale gevoel voor humor. Die was er in het script, maar we konden het benadrukken of niet. Je ziet het in Freuds geschriften. Vooral in zijn brieven, maar ook in zijn formele werk zie je een ondeugend gevoel voor humor waarmee hij zijn vijanden onderuit haalt of een bepaalde charme en zelfspot overbrengt. Heel anders dan hoe mensen Freud vaak zien.”
Viggo’s spel, en dat van Vincent Cassel die in een bijrol is te zien, is cruciaal voor dat humoristische element in wat verder een zeer serieuze, op een bepaalde manier zelfs tragische film is. “Maar er is altijd humor. Er zit humor in tragedie, om de tragedie dragelijk te maken. En humor kan cathartisch zijn, omdat het je toestaat dingen te zeggen die anders niet gezegd kunnen worden — wat natuurlijk een heel freudiaans concept is. Bovendien: mijn gevoel van het… leven… heeft humor. Ik kan me niet voorstellen ooit een film te maken waar het niet ergens zit. Een deel van de reden waarom Viggo en ik zo goed samenwerken is dat we hetzelfde gevoel voor humor hebben. Ik hou van humor op mijn set. Hoe zwaarder de scène, hoe meer humor er buiten de scène is, en ergens sluipt dat de film in. Op een goede manier, ik heb daar controle over.”
Dit is uw derde film op rij met Mortensen, na A History of Violence en Eastern Promises. Hoe werkte u met hem samen om het personage Freud te ontwikkelen? “Hij doet ontzettend veel research. Dat is natuurlijk anders wanneer het om een historische figuur gaat. Maar de Freud die iedereen denkt te kennen is die van tachtig jaar oud, geteisterd door kanker, zeer streng — de grootvaderlijke Freud. Hier zien we hem als vijftigjarige, op het hoogtepunt van zijn kracht. Stefan Zweig omschrijft hem in The World of Yesterday als aantrekkelijk, masculien, charmant, charismatisch, geestig — totaal niet hoe mensen normaal denken over Freud. Als je vervolgens bedenkt dat hij sterk genoeg was om de zeer uiteenlopende groep intellectuele excentriekelingen in de psychoanalytische beweging in toom te houden, dan is Viggo ineens niet meer zo’n ‘vreemde’ keuze voor deze rol.
“Hij e-mailde me constant — vanuit Freiburg in Tsjechië, waar hij Freuds geboorteplaats bezocht, of uit het Freud-museum in Hampstead. We wisselden alleen al vijfentwintig mails uit over Freuds sigaren — welke vorm? Kunnen we die nog vinden? Rookte hij ook wel eens andere, als hij zich zijn favoriete sigaren niet kon veroorloven? En moeten we dat dan in de film verwerken? Enzovoort, enzovoort. Tegen de tijd dat we gingen draaien had hij bovendien de goede ‘vorm’ voor Freud — hij was dik tien kilo aangekomen. Want hoewel Freud later zeer slank was, had hij op de helft van zijn leven een behoorlijke ‘welvarende burger’-periode. Viggo had die transformatie nodig — hij draagt een kunstneus, zo subtiel dat het bijna niet opvalt, hij draagt wenkbrauwen, bruine contactlenzen. Al dat gedoe is belangrijk voor een acteur omdat zijn lichaam zijn instrument is — hij bouwt het detail voor detail op.”
A Dangerous Method is gebaseerd op een toneelstuk, op zijn beurt gebaseerd op een boek. U schreef niet mee aan het scenario. Sterker nog: de laatste keer dat u als scenarist te boek stond, was voor eXistenZ in 1999. Maar uw volgende film Cosmopolis heeft u wel weer zelf geschreven, gebaseerd op Don DeLillo’s roman. Hoe voelde het om weer te schrijven? “Oh, daar maak ik me al sinds The Dead Zone niet meer zo druk om. Dat was de eerste keer dat ik een film maakte op basis van een scenario dat ik niet zelf schreef. Dat was een goede ervaring, ik vond het enerverend om te merken dat door mijn bloed te mengen met dat van een ander, iets kon ontstaan dat ik nooit in mijn eentje had kunnen voortbrengen. Ik heb daar mijn ‘auteuristische’ trekjes losgelaten — de gedachte dat je niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk de auteur van je scenario moet zijn om een echte filmmaker te zijn. Ik schreef geen letter van A Dangerous Method, ik deed alleen wat een regisseur altijd doet: schaven, stukjes verwijderen, het materiaal vormen. Als het werkt, werkt het, en ik voel niet de noodzaak om mezelf een of ander arbitrair systeem op te leggen… het is al moeilijk genoeg om prikkelende onderwerpen te vinden!”