Boeken: Corpses, Fools and Monsters

Trans tegenarchief

In einem Jahr mit 13 Monden

In de filmgeschiedenis komen trans personages er op z’n zachtst gezegd bekaaid vanaf, blijkt in dit lucide geschreven boek, dat hoop biedt in de vorm van positieve voorbeelden van hoe het ook kan.

De verbeelding van de levens van trans mensen in de filmgeschiedenis is weinig florissant, schetsen trans filmjournalisten Caden Mark Gardner en Willow Catelyn Maclay in Corpses, Fools and Monsters: The History and Future of Transness in Cinema. Het trans filmbeeld is “inherent aangetast”, merken ze op.

De twee schotelen de lezer een barrage aan voorbeelden voor van films waarin trans mensen worden opgevoerd als freakachtige monsters. Neem bijvoorbeeld Dressed to Kill (1980), Sleepaway Camp (1983) en The Silence of the Lambs (1991). Maar ook het recentere Girl (2018), waarin een jonge trans vrouw een aantal indringende traumatische ervaringen doormaakt die volgens Gardner en Maclay leiden tot een “ongeloofwaardig” drama.

De auteurs laten zien dat er een correlatie is tussen de wijze waarop trans mensen werden en worden verbeeld en de bittere realiteit. Zo werden trans mensen in 1980 in de Verenigde Staten in de DSM-III (een handboek voor psychiatrische stoornissen) gemedicaliseerd onder de noemer GID (Gender Identity Disorder).

Populaire cultuur heeft invloed op trans zorg, signaleren Gardner en Maclay. In het boek staat een pijnlijke passage van acteur Jen Richards: toen ze een vriendin vertelde dat ze trans was, kreeg ze als reactie: “Oh, net als Buffalo Bill?”

Boys Don’t Cry

Graduele revolutie
Het was in die zin vrij normaal om trans mensen te associëren met de wrede trans seriemoordenaar uit The Silence of the Lambs. Ook de filmkritiek speelt een wezenlijke rol in het faciliteren van transfobie in cinema. Zo krijgt wijlen Roger Ebert er flink van langs – zie ook zijn pijnlijke recensie van Boys Don’t Cry (1999).

Maar Corpses, Fools and Monsters is niet alleen een kritiek op het gebrek aan progressieve trans filmbeelden en de oververtegenwoordiging van kwalijke stereotypen. Gardner en Maclay hebben zich onmiskenbaar ten doel gesteld om te onderzoeken “wat waarheidsgetrouwe trans filmbeelden zijn en hoe die zich manifesteren.” Tijdens hun research stuitte het duo op interessante titels, zoals The Florida Enchantment (1914), over zaadjes die een man in een vrouw kunnen veranderen. Ook wordt het geklungel van acteur Renate Müller met bretels omschreven, als ze zich als man probeert voor te doen in Viktor und Viktoria (1933).

In Corpses, Fools and Monsters laten de auteurs de graduele revolutie en evolutie zien van het trans filmbeeld. Met filmvoorbeelden van trans mensen die “seksuele wezens” mochten zijn zonder dat ze voor de camera werden gefetisjeerd. Zo wilde trans vrouw Christine Jorgensen, omschreven als een blonde bombshell à la Marilyn Monroe, vanaf de jaren vijftig alleen “waardige rollen” spelen in plaats van “wellustige” types.

Jorgensen werd een groot voorbeeld voor trans acteurs. Trans lichamen waren ineens meer dan objecten van verlangen. Haar populariteit leverde evenwel een probleem op: nu leek het alsof alle trans vrouwen er zoals zij uit dienden te zien. Maar Gardner en Maclay hebben dit boek niet geschreven om voortdurend met een vingertje te wijzen. Corpses, Fools and Monsters is nergens pedant en de schrijvers hanteren een analytische maar lyrische stijl, die toch toegankelijk genoeg is voor de gemiddelde cinefiel.

Shivers

Het boek is vooral een aanzet tot een “visueel tegenarchief”. Een van de filmmakers die de weg heeft geplaveid voor zo’n nieuwe verzameling filmbeelden is Rainer Werner Fassbinder. In het boek wordt dieper ingegaan op zijn In einem Jahr mit 13 Monden (1978), een aangrijpend drama over de laatste levensdag van trans vrouw Elvira Weishaupt (Volker Spengler). Ze is speciaal voor haar geliefde in transitie gegaan. Als hij het uitmaakt, zit ze in zak en as. Gardner en Maclay omschrijven Elvira’s trans filmbeeld als “grillig” en “levendig”, en als een voorbeeld van hoe transitie niet per definitie zaligmakend is.

De schrijvers zien de bovengenoemde film vooral als een goed voorbeeld van trans cinema, omdat Elvira overduidelijk is gebaseerd op échte, persoonlijke verhalen. Naast Fassbinder speelt ook David Cronenberg een nadrukkelijke rol in Corpses, Fools and Monsters. Zijn Shivers (1975) wordt genoemd omdat seks daarin eens niet dient voor voortplanting. Crash (1996), over mensen die opgewonden raken van auto-ongelukken en amputaties, is ook evident een trans film, schrijven Gardner en Maclay.

I Saw the TV Glow

Gemeenschapszin
Filmmaker Jane Schoenbrun (1987) is een van de grootste adepten van Cronenberg en een van de revelaties van hedendaagse trans cinema. Hun esoterische drama We’re All Going to The World’s Fair (2021) laat zien hoe trans mensen elkaar tijdens de opkomst van internet steeds beter kunnen vinden.

Schoenbruns nog briljantere I Saw the TV Glow (2024) borduurt voort op dit thema van jongeren die zich alleen voelen en zoeken naar gemeenschapszin. Dat is ook wat dit boek doet: het smeden van een nieuwe gemeenschap voor trans cinema en het creëren van een platform waar trans mensen en mensen met interesse in trans cinema terecht kunnen.


Corpses, Fools and Monsters: The History and Future of Transness in Cinema Caden Mark Gardner en Willow Catelyn Maclay | 2024, Repeater Books | 332 pagina’s | € 16,95 (Paperback) / € 6,30 (E-book)