Brian Welsh over Beats
Slotakkoord van de ravecultuur
Het is 1994. Twee beste vrienden uit verschillende economische klassen beleven samen de nacht van hun leven. In het coming-of-age-avontuur Beats stort de Schotse regisseur Brian Welsh ons in de hoogtijdagen van de ravecultuur om niet alleen de euforie, maar ook de politieke zeggingskracht van deze dancebeweging te illustreren. Welsh: “De jaren negentig waren een ruige tijd.”
“Ah, fucking hell, man.” Brian Welsh zit te vloeken aan een tafel in de Doelen tijdens het filmfestival van Rotterdam, daags voor de wereldpremière van zijn film Beats. Dat Gaspar Noé eveneens op het festival zou zijn met een film over ravecultuur wist hij al. Dat de Franse provocateur zich ook op de jaren negentig stort is nieuw voor hem. “Ik had geen idee”, zegt de Schotse regisseur. “Ik ben daar zo onbenullig in. Wanneer ik weer eens een film maak is er altijd een of andere cunt die een soortgelijke maakt.”
Misschien een schrale troost, maar op een paar muzikale overeenkomsten na kunnen Noé’s Climax en Welsh’ Beats niet méér van elkaar verschillen. Climax is een nihilistische tijdscapsule van de jaren negentig. Wat is de Franse fraternité nou echt waard, vraagt Noé geniepig, wanneer de met lsd versterkte sangria vloeit en elke danser weer op het eigen mentale eilandje gaat zitten. Welsh omarmt juist het idee dat de dancescene uit de jaren negentig een vorm van emotionele, culturele en politieke solidariteit opleverde. Over concurrentie met Noé hoeft de Schot zich dus geen zorgen te maken: “Ik voel me alweer iets beter.”
Verraad
Welsh schetst het Verenigd Koninkrijk anno 1994 in grauw zwart-wit. Voor puber Johnno (Cristian Ortega) is het een geestdodende plek. Zijn familie probeert zich in de groeiende, maar alsnog ploeterende, middenklasse te hijsen. Johnno’s stiefvader, een brave buurtagent, is dodelijk vermoeid door de nachtdiensten die hij moet draaien om hun arbeiderswoning te verruilen voor een grotere gezingswoning. Tijdens het avondeten staat de telly aan en kijkt het gezin naar de beroemde Blackwater-speech van Tony Blair waarin hij voor het eerst zijn standpunten voor de Britse New Labour Party aankondigt: familie als symbool van de staat, een omarming van de vrijemarkteconomie en zwaardere straffen op criminaliteit. Johnno vlucht naar zijn slaapkamer om The Prodigy te luisteren.
Welsh identificeert zich met Johnno. “Ik herinner me hoe ik als puber aan tafel diezelfde speech zag. Er heerste een gevoel van opwinding; de nieuwe leider van de nieuwe Labour Party zou een glanzende toekomst inluiden!” Een paar jaar later volgde het verraad. “New Labour was die spreekwoordelijke laatste nagel in de doodskist. Sommige gezinnen, waaronder het mijne, genoten enige opwaartse sociale mobiliteit, maar velen bleven achter waardoor de economische kloof alleen maar groter werd. Vooral de arbeidersklasse in de postindustriële gemeenschappen kreeg het te verduren. De jaren negentig waren daardoor een ruige tijd. Criminaliteit en drugsgebruik namen toe, maar ergens in een uithoekje vond men ook een positieve vorm van verbroedering.”
Geestverruimend
Binnen deze politieke context ontpopt Beats zich als onstuimige avonturenfilm waarin Johnno met zijn beste vriend Spanner (Lorn Macdonald) een echte rave wil bezoeken. Voor jonge pubers, zonder connecties in de dancescene, is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Ze moeten een beroep doen op de muziekcrew van een piratenradiostation, doorgesnoven krakers en in Adidas gehesen chavs om er überhaupt achter te komen waar die rave gaat plaatsvinden. En dan moet je ook nog iemand vinden die onder de invloed van drank en drugs de auto kan besturen. Welsh combineert een Superbad-achtige tienerkomedie met een denderende soundtrack en een flinke dosis politiek commentaar om deze roadmovie op zijn emotionele climax te laten afstevenen: een intense nacht raven.
Het pulserende hart van deze film is de muziek uit die tijd. De Schotste deejay JD Twitch (de helft van pionierend technoduo Optimo) cureerde samen met Welsh de soundtrack, die inmiddels ook te vinden is op de bekende streamingdiensten. “Hij begreep de bedoeling van de film en deelde duizenden platen met me om te zoeken naar de nummers die het beste de emoties van Johnno en Spanner konden vangen. Wij hebben allebei een grote liefde voor onvervalste techno, maar die muziek is per definitie mechanisch en repetitief. Uiteindelijk kwamen we dus altijd terecht bij nummers met een meer gedefinieerde emotionele structuur, waaronder iconische tracks van The Prodigy, Leftfield en Orbital: geestverruimende muziek die de nieuwe ervaringen van de hoofdpersonages illustreren.”
Jamaica
In Beats zitten ook nadrukkelijke verwijzingen naar de invloed van de Jamaicaanse Sound System-cultuur, de historische voorloper van club- en ravemuziek. “Spijker op de kop!”, roept Welsh enthousiast. “Niet veel mensen realiseren zich dat, maar de vroege Engelse dancemuziek was schatplichtig aan de muzikale cultuur van Jamaicaanse immigranten, die enorme geluidsinstallaties bouwden om de bastonen van hun reggae en dub te versterken. De ravecultuur die je in de film ziet is daar een verlengde van. Ook in de muziek van Leftfield en The Prodigy kun je die Jamaicaanse roots horen.”
Door de associaties met drugs, immigranten, krakers, criminaliteit en sociale onrust gingen raves tegen alle waarden en normen van het Verenigd Koninkrijk in. Beats opent met een tekst over de Criminal Justice & Public Order Bill van 1994 die stelt dat sociale evenementen met repetitieve, versterkte muziek verboden zijn. Kortom: beats op underground raves zijn letterlijk strafbaar. Stiekem motiveerde dat alleen maar meer jongeren om ook eens een illegale rave te bezoeken. “Jonge mensen snakken namelijk naar gedeelde ervaringen die vanuit henzelf komen, en niet vanuit een gecommercialiseerde stimulans”, legt Welsh uit. “Daar staat de dancescene in deze film voor. Als je nu om je heen kijkt bestaat deze vorm van raven bijna niet meer. De economische stimulansen in de dancecultuur zijn exponentieel geëxplodeerd. Dit is het slotakkoord van een subcultuur die zich daartegen wist te verzetten.”
Melancholie
Dat brengt ons bij de explosieve climax van deze film: het moment waarop Johnno en Spanner eindelijk op de rave belanden, een pilletje slikken en gaan. Om een zo authentiek mogelijk beeld te schetsen van zo’n feest heeft Welsh net buiten Glasgow een daadwerkelijke rave georganiseerd waar JD Twitch achter de draaitafels plaatsnam. “Ik kan je vertellen”, grapt de regisseur, “met de strenge veiligheidseisen van een speelfilm werd vroeger zeker geen rekening gehouden.”
Even terug naar Climax. Waar die film je verlangen de grond in boort om ooit nog een club te betreden, laat Beats je weer inzien hoe vormend een dansvloer kan zijn. De verwondering in de ogen van Johnno en Spanner is aanstekelijk, hun euforie is invoelbaar. Voor heel even, daar op de dansvloer, wordt het zwart-wit van Beats vervangen door kleur. De maatjes zullen zich deze nacht voor de rest van hun leven herinneren, maar zoals bij elk geniaal feest schiet er vanzelf een gevoel van melancholie in. Het leven kan niet altijd zijn zoals deze nacht. Binnenkort verhuist Johnno naar een betere buurt, en laat hij Spanner – van lagere economische komaf – achter waar die hem ooit ontmoet heeft. “Raven is verbroederen,” erkent Welsh, “maar het is soms ook loslaten.”
Einde van een tijdperk
De melancholie van Beats is dubbelop, want Welsh heeft ook een moment in de muziekgeschiedenis gevangen dat zich niet gemakkelijk meer laat repliceren. Grassroots raves zijn grotendeels vervangen door commerciële ondernemingen die clubnachten en festivals organiseren vanuit winstoogmerk. De film toont een soort einde van een tijdperk, niet alleen voor Johnno en Spanner maar voor de gehele cultuur. De nieuwe Nederlandse documentaire Thunderdome Never Dies (Ted Alkemade en Vera Holland) illustreert deze maand hoe zwaar het is om de goeie ouwe tijden van de jaren negentig te laten herleven: in 25 jaar tijd is er veel veranderd.
Daarom kiest Welsh aan het eind voor één hedendaags nummer op de soundtrack: ‘Scud Books’ van Schotlands trots Hudson Mohawke. “Het is moeilijk mijn vinger erop te leggen”, vertelt Welsh over de manier waarop Mohawke’s nummer met de muziek van vroeger in dialoog gaat. “Het lijkt alsof dit nummer erkent dat we vroeger iets wisten wat we nu vergeten zijn, alsof we een soort ideaalbeeld van jeugdigheid kwijt zijn. Al ben ik nu misschien te nostalgisch bezig.” Nostalgisch of niet, zijn observaties vatten prachtig samen hoe Beats ook werkt: “Wat ik zo mooi vind aan dit nummer is dat het de muziek van vroeger grijpt en dat spiegelt aan het hier en nu.”