Baloji over Augure

'Ik wilde geen Kuifje in Congo maken'

Baloji

Augure van de Belgisch-Congolese muzikant en regisseur Baloji is een gedurfde reflectie op wat het betekent om uit de Congolese diaspora te komen en om binnen Congo buiten de maat te vallen. “Ik kreeg tegengas van mensen die dachten: what the fuck is deze gast aan het doen?”

De Belgisch-Congolese muzikant en regisseur Baloji heeft geen hoge dunk van de betekenis van zijn naam. In Swahili betekent het ‘tovenaar’ en in Congo kan je dat volgens hem zien als het equivalent van ‘duivel’ of ‘demon’.

Die naam en het bijbehorende stigma zorgden bij Baloji wel voor een levenslange fascinatie met toverkunst en hekserij. Daarom verkent hij in zijn speelfilmdebuut Augure de culturele implicaties ervan. Hij creëerde een magisch-realistische, kleurrijk gestileerde fabel over wat het betekent om in Congo als heks of duivel gezien te worden. De film toont een grote oversteek, uit de Congolese diaspora in België terug naar het moederland. Daar stuit Baloji’s hoofdpersonage op sociale stigma’s, culturele verschillen en een generatiekloof, allemaal op virtuoze manieren in beeld gebracht.

Koffi (Marc Zinga) neemt zijn witte verloofde Alice (Lucie Debay) voor het eerst mee naar Congo om haar voor te stellen aan zijn familie, met wie Koffi al jaren niet meer heeft gesproken. Ze belanden in een omgeving waarop ze geen van beiden grip hebben, vol sociale codes en ongeschreven regels die ze per ongeluk overtreden. Een onbedoeld schandaal ontstaat bijvoorbeeld wanneer Koffi een bloedneus krijgt en enkele druppels bloed op een pasgeboren baby vallen. Dat wordt het uit België afkomstige stel niet in dank afgenomen.

Via zulk sociaal ongemak onderzoekt Augure wat het betekent om ontworteld te raken. De film overdenkt diaspora, migratie en vervreemding op gevatte en bovenal gedurfde wijze, omdat de iconoclastische Baloji niet volgens de regels speelt. Je kan van alles zeggen over het enigszins warrige narratief van Augure, maar je kan niet ontkennen dat Baloji een zeer eigengereide en creatieve visuele verteller is, die voor beeldschone scènes gaat met expressief kleurgebruik en sterk gestileerde elementen.

Baloji is in België vooral bekend als rapper, maar ontvouwt zich met Augure als veelzijdig filmkunstenaar – hij neemt niet alleen scenario en regie voor zijn rekening, maar ook het kostuumontwerp. In Cannes, waar zijn film geselecteerd werd in tweede competitie Un Certain Regard, blikt hij terug op de artistieke reis die voorafging aan het maken van Augure.

Augure

Er kleven bepaalde autobiografische aspecten aan het personage Koffi, wat de vraag oproept: hoeveel zit er van uzelf in deze film? “Laat ik vooropstellen: ik ben niet Koffi. Hij is niet mijn alter ego. Hij is een filmisch middel om de échte slachtoffers van de film aan ons te laten zien. Dat zijn de mensen die niet konden vertrekken, die vastzitten in hun leven. Koffi kan gaan en staan waar hij wil, een luxe die niet voor iedereen is weggelegd. Mede daarom heb ik de verhaalstructuur van de film om hem gebouwd.”

Dat is interessant, want u bouwt de film om meerdere personages heen om een soort generationeel portret te maken. “Het doel bij het maken van deze film was het onderzoek naar wat mensen op sociaal niveau wordt toegeschreven. Neem bijvoorbeeld een personage als Tshala, de jongere zus van Koffi die op 35-jarige leeftijd geen kinderen wil en daardoor als heks wordt weggezet. Of neem moeder Mujila, een weduwe van een bepaalde leeftijd en daardoor praktisch onzichtbaar. Ze doet er niet meer toe. Wij hebben dat ook in onze samenleving: we parkeren onze ouderen en zien ze over het hoofd. Het leek me interessant om ook het perspectief van dit soort mensen te vangen. Het was een vergissing geweest om alleen Koffi’s perspectief te tonen, dan was de film incompleet geweest.”

Daarboven zweeft de diaspora en wat het betekent om daar onderdeel van te zijn. Als ik zo vrij mag zijn: had u deze film kunnen maken als u nooit in België was gaan wonen? Hoe ziet u dat tweerichtingsverkeer tussen die landen en culturen? “Ze moeten elkaar beantwoorden, anders gaan we voorbij aan de kern van de zaak. We hebben een zekere correspondentie nodig tussen culturen, ook in het geval van deze film. Ik wilde immers geen Kuifje in Congo maken. Ik heb zulke films vaak genoeg gezien en dan dacht ik altijd: dit is zó fout.”

Wat was uw visuele strategie? Hoe wilde u het gevoel van in Congo zijn vangen in uw film? “Dit is dus een vraag waar we uren over zouden kunnen praten, maar in onze beknopte tijd heb ik er één concreet antwoord op: storyboarden. Het maken van een uitgebreid storyboard stond me toe om mijn perspectief op die plek duidelijk te maken voor een breed publiek. Je moet je voorstellen: ik ben geen geschoolde regisseur. Ik kom uit een andere kunstdiscipline. Ik kreeg daarom tegengas van mensen die dachten: what the fuck is deze gast aan het doen? Ik moest dus goed voorbereid zijn, extreem goed. Er zijn namelijk genoeg mensen die je aankijken alsof je achterlijk bent omdat je dingen niet volgens de regels doet. Ik heb al een zekere eigen grammatica ontwikkeld met mijn korte films en dat ben ik dus zo helder mogelijk gaan communiceren.”

Dat is terug te zien in Augure, een intuïtieve film met een eigen stem. “Ik zal je iets vertellen. Toen werd aangekondigd dat uitgerekend deze film naar Cannes ging, zag ik veel negatieve reacties in België. Dingen als: hoe de fuck lukt het deze jongen om naar Cannes te gaan en ons niet? Hij was toch een rapper? Die mensen weten niet hoe hard ik hiervoor heb gewerkt en denken zelf aanspraak te hebben op de plek die ik nu krijg. Zij hebben misschien wel hun hele leven getraind om een film op Cannes te hebben en staren zich daar nu blind op. Ik zie dat als het equivalent van een muzikant die alleen naar de programmering van Pinkpop luistert, om ooit zelf ook op Pinkpop terecht te komen. Voor hen ben ik de buitenstaander die het allemaal is komen aanwaaien.”

Denkt u niet dat juist uw eigenzinnige blik als zogenaamde buitenstaander het mogelijk heeft gemaakt om het tot hier te schoppen? “Toen ik vastzat in mijn muziekcarrière zei een vriend ooit tegen me: de meeste muziek probeert je te vertellen hoe je je moet voelen; probeer muziek te maken die op zichzelf staat. Ik haat het ook als een film me vertelt wat ik moet voelen. Zo behandel je mensen in het echte leven ook niet, dus waarom wel in film? Behagen, daar ga ik niet voor.”