Augure
Het labyrint van twee identiteiten
De grote kracht van Augure is misschien ook een beetje de zwakte van dit magisch-realistische debuut van de Congolees-Belgische musicus/filmmaker Baloji.
Er bestaat geen absolute maatstaf om te bepalen of een film goed is. Maar een criterium waar elke vijfsterrenfilm goed op scoort, is avontuurlijkheid: de ambitie om nieuw terrein te verkennen.
Om verschillende redenen is Augure geen vijfsterrenfilm. Eén daarvan is dat er uiteindelijk te veel in de lucht blijft hangen, een andere dat z’n ambitie niet groot genoeg is gezien de potentie van de film. Wat er precies in de lucht blijft hangen en welke ambitie dan wel groot genoeg is, zijn misschien meer gevoelskwesties dan iets wat je precies kunt aanwijzen. Dat gezegd hebbende: op avontuur scoort dit imposante debuut juist wel erg goed en Baloji is absoluut een maker die we in de gaten moeten houden.
In Augure gaat Koffi (Marc Zinga) voor het eerst in achttien jaar vanuit België terug naar Congo. Om zijn geliefde voor te stellen aan z’n familie, maar vooral om te kijken of er nog iets van wederzijdse liefde is. Koffi werd geboren met een moedervlek die als een teken van de duivel werd gezien en moest daarom al die jaren geleden vertrekken. Zodra hij met veel moeite – ze zijn hem vergeten op te halen bij het vliegveld – zijn familie onder ogen komt, gaat het mis. Eigenlijk zit niemand op hem te wachten.
Koffi is niet het enige belangrijke personage. Baloji laat het verhaal om een aantal personages heen cirkelen en toont ondertussen de energieke lokale cultuur waarvan magisch denken een wezenlijk onderdeel uitmaakt. Een cultuur waarvan zowel Koffi als zijn zus zich geen onderdeel meer voelen, maar ondertussen gaan ze toch mee in de gedachten en redeneringen ervan.
Meer dan het verhaal van één man of één vrouw, of van de jongen die iets later in de film even centraal staat, is Augure een verhaal van die fusie van westers en magisch denken. Of meer precies: een verhaal over de vraag of die fusie eigenlijk wel mogelijk is. Een vraag die toch zeker een paar miljoen Europeanen parten speelt.
Augure is op de eerste plaats een film van beelden en energie en indrukken. Net als Koffi en de andere personages heeft de kijker maar beperkt grip op de maalstroom van gebeurtenissen. Dat geeft de film z’n speciale energie en eigenheid, z’n open, verkennende karakter. Of is dat toch net te makkelijk geredeneerd? Dat is de vraag die elke kijker zichzelf uiteindelijk kan stellen: is dat rafelige, open, onaffe karakter een kracht of een zwakte?