Movies that Matter 2024: Camera Justitia-competitie
In de ban van de staatsgreep
De sterkste films uit de Camera Justitia-competitie van filmfestival Movies that Matter reflecteren op uiteenlopende wijze op staatsgrepen en oproeren die een land, of soms een familie, ingrijpend veranderen.
Eind 1960 proclameert de door de CIA gefinancierde kolonel Mobutu op de radio dat hij Patrick Lumumba, de democratisch gekozen eerste minister-president van de Democratische Republiek Congo, zal laten vermoorden. Maar hij stelt de Congolezen gerust: “Dit is geen staatsgreep.”
De Belgische filmmaker Johan Grimonprez (Shadow World, 2016) toont de speech in zijn op Sundance gelauwerde Soundtrack to a Coup d’État, gevolgd door een shot waarin een man iets mompelt over een pijp die geen pijp is. Een evidente verwijzing naar kunstenaar René Magritte en diens schilderij ‘La trahison des images’ (1929), met de beroemde leus Ceci n’est pas une pipe.
Grimonzprez lijkt met deze kunstgreep te stellen: If it looks like a duck, swims like a duck, and quacks like a duck, then it probably is a duck. Tegelijkertijd stelt hij een andere vraag: wat is een staatsgreep eigenlijk? Heeft dat begrip te maken met militair ingrijpen? Of draait dat om cultuur? Dat laatste lijkt in het geval van Congo ook een rol te spelen. De Belg toont in zijn virtuoos gemonteerde film hoe Amerikaanse muzikanten, onder wie ‘jazzambassadeur’ Louis Armstrong, sleutelspelers werden in een soort ambigue cultuuroorlog van het vrije Westen tegen communistische Afrikanen.
Armstrong treedt in oktober 1960, net voor het aantreden van Lumumba, op in Congo. Hij representeert het vrije Westen, maar voor Congolezen was hij ook het toonbeeld van een zwarte man die had gebroken met de ketens van witte repressie. Zo is de man die eigenlijk is ingevlogen om de Congolezen op het hart te drukken niet op Lumumba te stemmen, tegelijkertijd een inspiratie om dat juist wel te doen.
Waar je de bovengenoemde boodschap van Mobutu op politiek-ideologisch niveau gewoon een staatsgreep kan noemen, was er op cultureel niveau dus geen strak gedefinieerde strijd tussen het idealisme van Lumumba en de door het Westen gesteunde tirannie van Mobutu. Dat ligt iets genuanceerder, toont Grimonprez.
Ook They Shot the Piano Player, een portret van de in 1976 vermist geraakte Braziliaanse pianist Francisco Ténorio Júnior, toont de invloed van de politiek op het culturele klimaat. Ténorio Júnior maakt begin jaren zestig furore als begenadigd jazzpianist en treedt overal in Latijns-Amerika op. Het is de tijd dat de muziekstijl bossanova overal ter wereld wordt omarmd.
Als in 1964 een militaire staatsgreep plaatsvindt in Brazilië, blijken de nieuwe machthebbers niet per se bewonderaars van die vrijzinnige muziek. Toch blijft Ténorio Júnior optreden. Totdat hij in 1976 vermist raakt na een bezoek aan Buenos Aires. In dat jaar grijpt dictator Videla de macht in Argentinië. Drie jaar eerder pleegt Augusto Pinochet een staatsgreep in Chili. Latijns-Amerika is in de ban van door de Verenigde Staten gesteunde rechtse tirannen. Die sluiten de handen ineen en verklaren onder meer de oorlog aan cultuuruitingen. Daar is Ténorio Júnior ogenschijnlijk een van de slachtoffers van. Misschien wel omdat de machthebbers in de vingers van de Braziliaan, die zo majestueus bewogen op zijn piano, een wapen zagen waar eigenlijk niets tegenop kan.
De intelligente documentaires Four Daughters en The Mother of All Lies draaien ook min of meer om staatsgrepen en oproeren. In Four Daughters (Les filles d’Olfa) portretteert Kaouther Ben Hania (The Man Who Sold His Skin, 2020) de Tunesische moeder Olfa en haar vier dochters Eya, Tayssir, Rahma en Ghofrane. Nijpend probleem: Rahma en Ghofrane maken geen deel meer uit van het gezin. Ben Hania’s oplossing: acteurs Nour Karoui en Ichraq zullen de twee zussen spelen (en filmster Hend Sabri speelt in sommige passages moeder Olfa), terwijl de filmmaker langzaam het familiemysterie ontrafelt.
De afwezigheid van de twee vrouwen heeft onmiskenbaar iets te maken met de metaforische staatsgrepen die moeder Olfa, die zich in het verleden vaak gedroeg als tiran, binnenshuis pleegde. Zij is medeverantwoordelijk voor de afwezigheid van twee van haar dochters, maar ook de patriarchale Tunesische cultuur speelt een kwalijke rol. De dochters verdwenen net na de Jasmijnrevolutie in 2011. Toen hoopten Olfa en haar dochters op een staatsgreep; op een zaligmakende revolutie. Die bleef uit.
De documentaire The Mother of All Lies (Kadib abyad) speelt zich eveneens af tegen de achtergrond van een oproer: de broodrellen van Casablanca in 1981. Destijds waren veel Marokkanen, vooral uit de de onderklasse, kwaad op koning Hassan II die veel geld uitgaf aan de oorlog met Polisario (de verzetsbeweging die de door Marokko bezette Westelijke Sahara claimt) terwijl de broodprijzen bijna exponentieel stegen. De grootmoeder van filmmaker Asmae El Moudir speelde tijdens deze demonstraties in de straat waar El Moudirs familie destijds woonde een dubieuze rol. El Moudir laat in de film haar vader de wijk in maquettevorm nabouwen, als hulpmiddel om de familiedynamiek bloot te leggen.
The Mother of All Lies draait net als Four Daughters om een oproer dat niet leidde tot een staatsgreep. Tegelijkertijd ontmaskert El Moudir haar grootmoeder als een tiran, die decennia eerder een staatsgreep in haar familie pleegde en sindsdien de scepter zwaait.
Ja, dan maken we van staatsgreep een ruim begrip. Waar Grimonprez zich in Soundtrack to a Coup d’État lijkt af te vragen wat een staatsgreep precies behelst, schittert de term in Agnieszka Hollands Green Border door afwezigheid. Misschien wel omdat zelfs een staatsgreep de vluchtelingenproblematiek in Polen, die Holland in de film op aangrijpende wijze belicht, niet zou oplossen. Holland focust zich in haar nieuwste wapenfeit op een groep vluchtelingen die vanuit Turkije naar Wit-Rusland vliegen, in de hoop daar de grens naar Polen te kunnen oversteken. Eenmaal ter plekke worden ze geterroriseerd door Wit-Russische en Poolse grenswachten.
Een psycholoog die vlakbij de grens woont, krijgt gaandeweg sympathie voor de vluchtelingen en besluit ze te helpen. Als ze een auto nodig heeft om die hulp te kunnen bieden, vraagt ze een vriendin. Maar als die vriendin erachter komt dat de auto zal worden ingezet voor vluchtelingenhulp, weigert ze. Ik heb toch gestemd, zegt ze, op de partij van Donald Tusk. Ze heeft haar plicht al gedaan. Maar ook onder de rechts-liberale Tusk is er weinig veranderd, is Hollands onomwonden boodschap. Waarbij ze suggereert dat dat komt omdat het vluchtelingenprobleem geen Poolse, maar een geopolitieke aangelegenheid is. Er moet een staatsgreep komen, maar dan op Europees niveau, vanuit Brussel, lijkt Holland bijna te schreeuwen.
Maar is de Europese Unie een staat? Holland impliceert dat de unie vooral bestaat uit los zand. Als dat zo is, wat valt er dan te grijpen? Zo bieden de films uit de Camera Justitia-competitie nieuwe inzichten. En misschien, als een spiegel van deze tijd, ook wel meer vragen dan antwoorden.
Movies that Matter | 22 t/m 30 maart 2024 | Filmhuis Den Haag en Theater ’t Spui, Den Haag | Alle genoemde films zijn later dit jaar in de bioscoop te zien.