Mannen in crisis: El perro que no calla en Surge

Ontsnapt uit de vissenkom

Surge

Braaf naar je werk of radicaal breken met het arbeidsethos? De mannen in crisis in het beklemmende Surge en het dromerige El perro que no calla verzinnen heel verschillende uitwegen.

Hoeveel kan een mens verdragen voordat de stoppen doorslaan? Van Taxi Driver en Dog Day Afternoon tot Falling Down: de filmgeschiedenis kent veel overspannen mannen die in een zelfveroorzaakte crisis belanden. Ze willen losbreken uit hun ingedutte bestaan als ‘goede burger’, maar nemen halverwege een verkeerde afslag, vaak met fatale gevolgen. In twee nieuwe films, Surge en El perro que no calla, begint de mentale inzinking op het werk, waar de disciplinering de mannen met elke passerende dag strakker in het keurslijf trekt. Op de werkvloer valt daaraan moeilijk te ontsnappen, waardoor die voor filmakers een vruchtbare bodem voor drama is.

In Aneil Karia’s indringende Surge zegt de Londense Joseph impulsief zijn baan op en berooft een bank – alleen maar om een tv-kabeltje voor een collega te kunnen betalen. Joseph, een tikkende tijdbom gespeeld door Ben Whishaw, werkt als beveiliger op Stanstead Airport waar hij anonieme passagiers repetitief scant. Iedereen loopt elkaar constant in de weg, versterkt door de uiterst nerveuze cameravoering. Ook Joseph zelf wordt voortdurend in de gaten gehouden. Thuis heeft hij, als een personage uit Houellebecqs romans, een hele collectie magnetronmaaltijden in de koelkast. Hij kijkt hologig naar een matige stand-upcomedian. Uiterlijk blijft hij rustig, gevoelloos, de disciplinering is verinnerlijkt, de deur naar de wereld is gesloten. Zijn passief-agressieve ouders weten hem ondertussen ook mentaal te geselen. Maar dan gaat de sluis open: hij begint te knagen aan een glas water tot zijn tandvlees bloedt.

De dissonante soundscape en de zenuwachtige energie van Josephs lichaam zorgen ervoor dat ook de kijker amper een moment heeft om op adem te komen. Aneil Karia wilde hiermee naar eigen zeggen laten zien op welk punt de moderne mens is beland. “Miljoenen mensen leven dicht op elkaar in dit behoorlijk koude, meedogenloze, slopende systeem, in een mix van angst en gevoelloosheid.” Ben je eigenlijk wel gek als je daaruit wilt ontsnappen?

El perro quo no calla

Bubbelhelm
Ook in de Argentijnse film El perro qu no calla van Ana Katz probeert een gewone man zich tevergeefs aan te passen aan een veeleisende wereld. De dromerige rust die deze film uitstraalt, is compleet anders dan het grillige Surge. Beide films beginnen alledaags. In El perro qu no calla neemt de lijdzame dertiger Sebastian zijn trouwe hond mee naar zijn werk omdat zijn buren het geblaf niet meer kunnen verdragen. Maar ook op kantoor wordt de aanwezigheid van de hond niet op prijs gesteld. Het enige wat erop zit is om zijn werk op te zeggen – als grafisch ontwerper heeft hij sowieso alleen maar tijdelijke banen. Sebastian zoekt zinvolle relaties maar stuit op leegte. Hij zit in een stille crisis, onzichtbaar voor anderen en misschien ook wel voor zichzelf. Door te stoppen met zijn baan stelt hij eindelijk een daad, in plaats van passief te volharden in zijn beklemmende dagelijkse leven.

Het in ingetogen zwart-wit gefilmde El perro que no calla is ook een verkapte kritiek op de ongelijkheid van het (Argentijnse) economische systeem. Sebastian is op zoek naar werk dat onmogelijk te vinden lijkt. En welk werk is eigenlijk waardevol en welk werk niet? Die vraag krijgt een geheel nieuwe dimensie in het laatste deel van de film, als er een meteoor inslaat. Het bizarre gevolg is dat mensen een bubbelhelm moeten dragen om rechtop te kunnen staan. Want als ze met hun hoofd boven de 1,80 meter komen, stikken ze. Alleen de rijken kunnen deze vissenkommen op hun hoofd betalen, de armen worden gedwongen te hurken, en leven zo letterlijk onder het niveau van de rijken. Er is niets veranderd.