Een tweespraak over 28 Years Later
'Ik wil het graag voor de film opnemen, maar ik zit nog even tijd te rekken'
28 Years Later
Exact 28 dagen na de première spraken filmjournalisten David Hofland en Dana Linssen na over Danny Boyle’s eclectische zombie-epos 28 Years Later. “Wat zou jij doen in het geval van een zombie-apocalyps?”
Met 28 Days Later introduceerden Danny Boyle (toen al beroemd dankzij Trainspotting, 1996) en Alex Garland (wiens debuutroman The Beach een paar jaar eerder door Boyle was verfilmd) in 2002 een nieuw monster in de filmgeschiedenis.
Voor het gemak noemen we de razendsnelle, met een woedevirus besmette halfondoden uit hun film ‘zombies’. Maar in tegenstelling tot de klassieke zombie – opgewekt uit de dood, emotieloos – worden de geïnfecteerden uit 28 Days Later voortgedreven door een overdaad aan opgefokte driften. Bevangen door hun eigen doodskoorts zullen ze niet sterven voordat de hele wereld geïnfecteerd is. Een rondracend virus.
28 Days Later was visionair, vernieuwend, de Dogma-film onder de genrefilms. Nu is er van dezelfde regisseur en scenarist 28 Years Later. In de tussentijd was er ook nog een 28 Weeks Later (Juan Carlos Fresnadillo, 2007), maar daar waren ze eigenlijk niet bij betrokken – druk met een ander scifi-project bezig, het onderschatte Sunshine (2007). Wat zou er 28 jaar na de uitbraak van toen van de wereld over zijn?
Dana Linssen: “Heb jij er weleens over nagedacht wat je zou doen als er een zombie-apocalyps zou losbarsten?”
David Hofland: “Ik denk in eerste instantie binnenblijven.”
DL: “En dan?”
DH: “Snel The Last of Us nog een keer kijken. Maar in alle eerlijkheid: ik heb door de jaren heen ontdekt dat ik best een goeie fight-reactie heb, dat ik handel in geval van crisis, maar ik weet oprecht niet wat ik zou doen als ik oog in oog zou staan met een ondode. Jij?”
DL: “Ik moet meteen denken aan het boek I Am Legend (1954) van Richard Matheson, later ook verfilmd natuurlijk met Will Smith. Echt zo’n laatste-man-op-aarde-verhaal. Het is me sterk bijgebleven hoe hij in het boek wordt geïntroduceerd aan de hand van de routines die hij heeft ontwikkeld om zijn huis te barricaderen en elke dag te repareren. Overleven is veel werk, je moet skills hebben. Maar feitelijk is het geen zombieverhaal, hij wordt belaagd door virus-vampiers.”
DH: “De laaiende zombies in 28 Days Later en 28 Years Later zijn ook het gevolg van een virus-apocalyps en dus geen zombies naar de letter van de wet. Maar laten we ze voor het gemak zombies noemen. Dat zombie-achtige, de vraag wat zo’n halfondode precies is, fascineert me enorm. Het is een wezen dat altijd symbool staat voor iets groters, en daardoor kunnen zombiefilms steeds andere spelregels hebben. Waar komt jouw fascinatie voor zombies vandaan?”
DL: “Als kind was ik erg gefascineerd door een kort verhaal dat ‘De laatste twee mensen in Rotterdam’ heette. Ik geloof dat het in een vakantieboek stond, en misschien zelfs dat het de bedoeling was dat je het zelf zou schrijven. Verder weet ik er eigenlijk niks meer van. Maar die titel bezorgt me nog steeds de rillingen. Wat als je de laatste mens op aarde bent, of een van de twee, en dan in Rotterdam? Mijn docenten op de lagere school waren mijn leeftijd in de Tweede Wereldoorlog; de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten zaten midden in een wapenwedloop; en door de kernramp in Tsjernobyl werd het vluchtkoffertje dat mijn oma had klaarstaan voor de Duitsers opeens iets heel realistisch. Toen er later foto’s uit Tsjernobyl naar buiten kwamen, van inderhaast verlaten huizen, is het idee van die apocalyps-esthetiek ontstaan – onwerkelijk, nachtmerrieachtig, en zo snel zo dichtbij.”
DH: “Als we één ding uit al die zombie-apocalypsfilms leren, is het dat je anderen nodig hebt om een kans te hebben, of het nou de vier overlevenden zijn die noodgedwongen samen optrekken in Zombieland of het zelfvoorzienende dorp nu in 28 Years Later. Het wordt heel moeilijk om het in je eentje te doen. Dan komt het eigenlijk niet meer goed. Ik moet ook denken aan het coöperatieve bordspel Pandemic Legacy wat ik met vrienden heb gespeeld tijdens de lockdown. Samenwerken tegen virussen, mutaties en onverwachtse, zombie-achtige veranderingen. Zombiefilms zijn altijd een spiegel van hun tijd – naast dat ze vol goor effectbejag zitten, zijn ze bijna altijd ook maatschappijkritisch. Wat zegt het dan dat ze altijd aansturen op samenwerking?”
DL: “Dat zei Karen van Oudenhoven, de directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau laatst ook in een interview: dat noodpakket dat we nu allemaal van de overheid in huis moeten hebben, heeft alleen maar zin als we ook investeren in sociale weerbaarheid en gemeenschapszin. Al zei ze er ook bij dat als er na een ramp niet snel genoeg hulp op gang komt het alsnog ieder voor zich is.”
DH: “Ik weet niet wat mijn eerste zombiefilm was, maar wel dat 28 Days Later enorme indruk op me heeft gemaakt. Die beelden van Cillian Murphy, superjong, poedelnaakt, die wakker wordt in een ziekenhuisbed en eigenlijk meteen instinctief weet dat er iets helemaal mis is. Die film is geen seconde verouderd, en tegelijkertijd ook heel erg een film van het begin van deze eeuw. De schrik zat er nog in door de millenniumbug, de digitale wipe-out die zou ontstaan als computers op 1 januari 2000 zouden springen. En toen kwam 9/11. Overigens letterlijk tijdens het draaien. Toen de film uitkwam vergeleken veel mensen de lege straten van Londen met New York na de aanslagen op de Twin Towers. Ik heb hem pas later gezien en moest meteen denken aan covid en aan het boek Cities of Silence, met foto’s van lege steden tijdens de coronalockdowns. Die impact is enorm geweest. In het café waar ik werk zijn uitgestorven straten en lockdowns nog steeds onderwerp van gesprek.”
DL: “En nu pakken Boyle en Garland het weer op, bijna 28 jaar later. Ik weet niet of het aan mijn opgehypte zombiefascinatie lag, maar 28 Years Later leek even de eventfilm van deze zomer te worden.”
DH: “Ik vrees dat hij rechts is ingehaald door Brad Pitt in F1. Toen ik op de eerste donderdag van de release de eerste ochtendvoorstelling bezocht zat ik met zeven zombiefans in Trianon 1. Of beter: zes zombiefans, want die zevende had het overduidelijk niet naar z’n zin. Die heeft de hele eerste helft op TikTok gezeten en is toen weggegaan. Mijn eerste reactie is overigens dat het geen zombiefilm is.”
DL: “Geen zombiefilm over zombies die geen zombies zijn, of bedoel je iets anders?”
DH: “Het is een avonturenfilm, een coming-of-age-verhaal meets Apocalypse Now. En waar 28 Days Later kritiek leverde op het kapitalisme en het consumentisme, en 28 Weeks Later – die er eigenlijk niet bijhoort – op surveillance, gaat 28 Years Later over milieu, ecologie, biologie, mutaties. Je kunt aan de eclectische stijl en de politieke subtekst goed merken dat het dezelfde regisseur en scenarist zijn, er zitten allerlei grapjes in en verwijzingen naar de eerste film en het is ironisch dat Pepsi als sponsor is ingeruild voor Coca Cola. Maar voor de rest is het best wel slecht, eigenlijk.”
DL: “Die zag ik na deze inleiding niet aankomen.”
DH: “Om te beginnen vond ik ‘m niet eng, wat best raar is voor een horrorfilm. En als het geen horrorfilm is, maar een ideeënfilm (wat elkaar niet uitsluit), dan vond ik ‘m niet doordacht en niet kritisch genoeg. Volgens mij zeg ik in elk stuk wat wij schrijven wel een keer dat de film niet zo goed weet wat-ie wil, maar 28 Years Later weet écht niet wat-ie wil. En wat-ie wel wil zeggen ligt er allemaal veel te dik bovenop: geen verspilling, zuinig omgaan met grondstoffen, niet te lang douchen. 28 Days Later liet op een heel grimmige manier zien hoe snel een samenleving kan instorten en ontaarden. En er was een heel klein beetje hoop aan het einde. Dat wordt hier ingelost met verhaallijnen over volwassen worden, een samenleving inrichten, over een woedevirus dat verder is gemuteerd, over zombiebaby’s die door de placenta van hun moeder zijn beschermd.”
DL: “De scènes in 28 Days Later in het legerhoofdkwartier in Trafalgar Park (een landhuis dat meestal wordt gebruikt om Jane Austen-films op te nemen) zijn totaal onthutsend. Een volkomen gedegenereerde legereenheid door een mix van slapeloosheid, angst en het voortdurend uitschakelen van geïnfecteerden.”
DH: “Maar wat vond je van 28 Years Later?”
DL: “Ik wil het graag voor de film opnemen, maar ik zit ook tijd te rekken. Want ik moet nog even hardop denken. Ik heb me prima vermaakt. Maar ik kreeg wel heimwee naar George A. Romero’s Dawn of the Dead.”
DH: “Je hoopt na 28 Days op iets wat minstens even baanbrekend is. Maar ik zit te piekeren over de vraag waarom alles zo genderstereotiep is, bijvoorbeeld. De mannen staan op wacht en houden de vrouwen en kinderen veilig; de vrouwen blijven in het dorp. De rite de passage van een jonge man is het doden van een infected. Ik heb oprecht plezier gehad bij het herkennen van alle verwijzingen, hoe 28 Days begint met ‘hello’ en eindigt met HELL-O en we in 28 Years die ‘hell’ weer terugzien bij een vervallen Shell-station. Maar die schedelstad en dat bottenbos van Ralph Fiennes die bij wijze van Marlon Brando-hommage als een soort kolonel Kurtz van het knekelhuis tegen de waanzin vecht, dat heeft nu nog geen enkele echte functie. Misschien in deel twee, niet voor niets The Bone Temple genaamd. Die is wel door Garland geschreven, maar geregisseerd door Nia DaCosta van The Marvels. 28 Days kon heel goed in honderd minuten een gelaagd verhaal vertellen, dus het voelt als een zwaktebod, of ironisch genoeg de commercie, dat 28 Years nog een tweede en misschien nog wel een derde deel nodig heeft.”
DL: “Ik ga natuurlijk wel aan op al die referenties. Wat jij van-alles-wat noemt, kun je ook zien als ambitie. Ik kreeg kippenvel van de score van de Schotse triphopband Young Fathers, van het gebruik van het gedicht ‘Boots’ van Rudyard Kipling. Hoe dat, compleet out of context, in Amerika wordt gebruikt om elitesoldaten te trainen, heel creepy allemaal. Je kunt het ook als een anti-oorlogsgedicht lezen. Stiekem hou ik wel van die wijsneuzerige films, en ik ben natuurlijk een zombienerd. Bij de proloog dacht ik even: ‘huh, Teletubbies?’, maar die blijken dan nu precies 28 jaar geleden voor het eerst uitgezonden op tv en dat wordt aan het einde dan zo geniaal ingelost met die verwijzing naar…”
DH: “A Clockwork Orange!”
DL: “…A Clockwork Orange. Dat maakt de hele film ook zo Brits. Zo post-Brexit. De gemeenschap van overlevenden waarin hoofdpersoon Spikey is geboren en opgegroeid zit opgesloten op een eiland, maar is vervallen tot een knusse pre-elektrische staat waar zelfs het plakje bacon bij het ontbijt niet verloren is gegaan. Enige probleem: ze moeten voor brandstof naar het ‘vasteland’. Ze gaan de hele geschiedenis van het kolonialisme nog eens overdoen, met dat Heart of Darkness-achtige resultaat.”
DH: “In ieder geval hebben ze het beter dan het dystopische dieet van Pepsi en Malthesers uit 28 Days. Uiteindelijk hebben we gewoon naar een twee uur durende teasertrailer zitten kijken wat best lang is voor een teasertrailer. Het blijft allemaal te brainy. Je wil als filmmaker toch ook dat we iets ervaren?”
DL: “Pun not intended, maar het zombiegenre ís natuurlijk een brainy genre. 28 Years Later eet als een zombie fragmenten uit de vorige films op, muteert het genre. Ik heb genoeg te verteren om het komende half jaar na te denken over wat er na de waanzin van kolonel Kurtz allemaal nog mogelijk is. Ik hoop eigenlijk dat het driemanschap Boyle/Garland/DaCosta helemaal Apocalypse Now gaat. Met de nadruk op ‘now’. Er is genoeg aan de hand in de wereld om een nieuwe zombiefilm te rechtvaardigen.”
28 Years Later is nog te zien in de bioscoop. 28 Days Later en 28 Weeks Later zijn te zien op Pathé Thuis, 28 Weeks daarnaast ook op Netflix en Disney+.