Een tweespraak over Dit is geen kerstfilm

Je mag ook niks meer zeggen (maar we doen het lekker toch)

Dit is geen Kerstfilm

Filmjournalisten David Hofland en Dana Linssen praten na over Dit is geen kerstfilm, een ironische satire over woke, cancelcultuur, alledaags racisme en de manosfeer. “Dit is Johan Nijenhuis voor de grachtengordel.”

Dit stuk begint met de stem van Paul de Leeuw die, zoals alleen hij dat kan, übersentimenteel en een beetje cynisch de toeschouwer meeneemt in de mozaïekfilm Dit is geen kerstfilm. Vader Martijn, moeder Brechtje, twee kinderen en een nakomertje, inclusief wederhelften en zelfs een kleinkind. Ze hebben het eigenlijk allemaal reuze (met zichzelf) getroffen. Hoor je het hem al zeggen?

Maar dit is niet de volgende Love Actually (2003), geen Alles is liefde (2007). Dit is een kerstfilm wil goedmaken waar Alles is liefde om werd bekritiseerd en proberen de tijdgeest wel goed te vangen. Het zelfgenoegzame, weldenkende kaartenhuis van de familie stort in elkaar als de mater familias op non-actief wordt gesteld vanwege een racistisch incident op de toneelschool waar ze lesgeeft. Hoewel het toen nog lang geen kerst was, werd de film tijdens het afgelopen Nederlandse Film Festival al bekroond met drie Gouden Kalveren.

Dana Linssen: “Toen ik deze film op het NFF zag, dacht ik meteen: hier moeten we het over hebben. En daarna, een beetje beduusd: omg, of hemeltjelief, om een woord van mijn oma te gebruiken, gaat dit over ons?!”

David Hofland: “Ehm… Alleen in zoverre hij over generaties gaat, en wij vanuit twee generaties naar film kijken. Misschien. Maar de film gaat over veel meer dingen. Misschien wel veel te veel dingen. Maar een van de dingen waar hij níet over gaat zijn wij. Het is een satirische raamvertelling over mensen die iets in cultuur, journalistiek of onderwijs in brede zin doen. De ironie ligt er vet bovenop. En de ambitie is om precies dat te zijn wat de titel zegt dat-ie niet is, namelijk een kerstfilm. Kijk maar hoe hij knipoogt naar de discussie rondom Die Hard als de ultieme kerstfilm.”

DL: “Bruce Willis to the rescue.

DH: “Mijn eerste en laatste aantekening was eigenlijk dezelfde: #familie #gedoe #verbinding #kerst. I rest my case.

DL: “Misschien zijn deze mensen wel mijn grootste angst. Ieder wit geprivilegieerd persoon heeft minstens een van hun stommiteiten begaan. Ik ook. Alleen de balans in het ongemak klopt niet. In plaats van dat de toeschouwer het ongemak van de personages voelt, ervaar ik ook veel ongemak van de makers. De film speelt met de beladen uitspraak ‘Je mag ook niks meer zeggen’, maar doet het lekker wel. Er is overigens ook een toneelvoorstelling met die naam die zich afvraagt: hoe erg is het eigenlijk om je aan de gevoeligheden van een minderheid aan te passen? En net als die voorstelling stelt ook Dit is geen kerstfilm die vraag denk ik vaak ten koste van minderheden en ondergerepresenteerde mensen. In dat licht weet ik ook niet of we moeten benoemen dat regisseur Michael Middelkoop een persoon van kleur is?”

DH: “Dit is wel echt een voorbeeld van hoe slim de film op voorhand elke vraag die je als toeschouwer zou kunnen hebben pareert. Ook hier zit een quote over in de film: ‘Ik ben niet mijn achtergrond en als ik een voorstelling wil maken die niet gaat over hoe het is om in de Bijlmer op te groeien, maar gewoon over keuzestress, dan moet dat even goed oké zijn.’
“Overigens past Dit is geen kerstfilm ook in de Triangle of Sadness/White Lotustrend, waarbij we als welgestelde mensen graag kijken naar gefortuneerde mensen die langzaam aan hun eigen decadentie ten onder gaan: die geforceerde samenstelling van het kerstdiner, waar alle diversiteiten en disfunctionaliteiten aan tafel gaan, in een periode die heel veel mensen als stressvol ervaren omdat er stressvolle films over worden gemaakt. En hoe stereotieper Dit is geen kerstfilm ze afbeeldt, hoe meer cringe (tenenkrommend of gênant zou jouw generatie denk ik zeggen) ze zijn, met Martijn voorop, een witte man van een bepaalde leeftijd die het allemaal net een beetje teveel is komen aanwaaien.”

DL “Is dat ironisch of kritisch bedoeld? Ik heb altijd een beetje moeite met dit soort ironische ironie. Wat op zich natuurlijk alweer een ironische opmerking is.”

DH: “Ik denk kritisch, maar het is een dun lijntje. Als Brechtje op Texel is en in een café met haar koffie tegen iemand op loopt, biedt ze automatisch in het Engels haar excuses aan. Dat is ironisch omdat in Amsterdam iedereen Engels praat in de horeca. En kritisch omdat degene tegen wie ze op botst een man van kleur is, waardoor haar gedrag impliceert dat ze aanneemt dat hij geen Nederlands spreekt, wat een vorm van micro-agressie en racisme is. Dat verwijst dan weer naar het begin omdat ze buitenspel is gezet op de toneelschool vanwege een racistisch incident.”

DL: “Dat brengt ons op wat volgens jou het onderliggende thema is, en volgens mij het hoofdthema, namelijk – en nu weet ik het oprecht niet – een ironische kijk op woke (maar waarom en voor wie), óf een satire over mensen die worstelen met nieuwe normen en nieuwe woorden (maar die in principe goed genoeg geïnformeerd zijn om beter te weten). Het is een soort Johan Nijenhuis voor de grachtengordel: populistisch omdat je anders het verwijt krijgt te elitair te zijn, en niet teveel scherpe kantjes, want het moet wel gezellig blijven. Maar waarom gaat deze film voornamelijk over hoe moeilijk gezellige, witte, middenklasse, voornamelijk heteroseksuele etc. mensen het met deze veranderingen hebben? Waar zijn de mensen van kleur, behalve weer in een bijrol? Aan het einde is het een triomf voor het poldermodel. Leve de kleine stapjes. Ik snap ook wel dat dat misschien het hoogst haalbare is. En bovendien is al die cringe oprecht grappig. Woke kan best ironie verdragen – maar waarom zou je het willen?”

DH: “Niks tegen in te brengen. Maar het willen verbinden moeten we niet terzijde schuiven. En als de film het zelf niet kan, dan toch via Die Hard. Daarmee laat hij ook zien dat film kan worden ingezet om te verbinden en te de-escaleren. We hebben kunst en onderwijs daarvoor nodig, om gesprekken goed te leren voeren die anders aan de kersttafel worden vermeden.”

DL: “Bereikt de film z’n doel? Namelijk: de mensen over wie hij gaat?”

DH: “Hij bereikt de mensen die een abonnement hebben op deze specifieke streamingdienst. Zolang je een toegangsprijs vraagt voor je kunstwerk is er altijd een drempel. Maar ik denk dat hij de potentie heeft om een heel groot publiek aan te spreken, omdat iedereen te kakken wordt gezet. Dus iedereen kan er iets in herkennen, en er iets uithalen. Dat is ook een punt van kritiek. Het is een schot hagel. Er gebeurt zo veel, op een schets- en sketchmatig niveau: demasculinisering van mannen die niet weten hoe ze seks moeten hebben met een vrouw, de aantrekkingskracht van de manosphere van Jordan Peterson en Andrew Tate, stammengedrag, de culturele sector, racisme, marketing. En dan met de boodschap: kijk eens naar jezelf. Zelfreflectie is nodig om überhaupt in gesprek te komen met iemand die in een andere bubbel zit. Want dat de maatschappij zo versnipperd is en dat mensen niets meer van elkaar weten, dat is wel een tamelijk urgent probleem.”

DL: “Is het eigenlijk de Alles is liefde van 2024?”

DH: “Hij gaat de tand des tijds denk ik wel beter doorstaan. Al hoop ik dat-ie over vijftien jaar net zo overbodig is, maar niet omdat de wereld nóg grimmiger is geworden. Iemand zegt in de film: ‘Kunst moet ontregelen.’ En dat is wat de film probeert te doen.”

DL “Ah, zoiets liet regisseur Michael Middelkoop ook iemand zeggen in zijn film Trauma Porn Club die eerder dit jaar op het IFFR in première ging: ‘Kunst moet pijn doen.’ Hij lijkt geïnteresseerd in verhalen over beeldvorming via kunst en media, en hoe een overdosis daarvan ons ongevoelig maakt.”

DH: “En over hoe die beeldvorming zo complex is geworden dat als je het ene aankaart, je niet per se enthousiast hoeft te worden van het tegendeel. Het hoogtepunt van de film is het gesprek tussen de voetbalvader van de zachtaardige Jarno en de genderdocent, omdat daarin het best de uiteenlopende bubbels zichtbaar worden waarin we in Nederland langs elkaar heen leven. Dat is een onderwerp dat me heel erg aan het hart gaat. In dat gesprek gaat het over de vraag wat normaal is, en of dat voor iedereen anders is, en of dat dan betekent dat er geen feitelijke waarheid is. Die scène is overigens ontleend aan de korte film Tienminutengesprek (2018), naar een scenario van Renske de Greef, waarin een basisschooljuf doordraait nadat zij voor de zoveelste keer door een bijdehante ouder is terechtgewezen over hoe jongens jongens moeten zijn.
“Het roept de vraag op hoe vaak mensen eigenlijk mensen tegenkomen die niet precies op hen lijken. Dat is echt het grootste probleem wat ik nu om me heen zie. Ik kwam een paar weken geleden met een vriend een café binnen waar een schimmige cryptoclub nieuwe investeerders probeerde te ronselen en binnen no time gingen alle gesprekken over wantrouwen in de overheid en vooral de ander. Als je alleen maar mensen spreekt die exact hetzelfde denken als jij, dan versterkt dat elkaar en wordt de afstand tussen verschillende bubbels groter. Er is echt een enorme kloof tussen mensen die de veranderingen in de maatschappij afmeten aan de bierprijs of juist hogeropgeleiden…”

DL: “Ho, wacht even, theoretisch opgeleiden…”

DH: “…die peperdure huizen willen kopen. Allemaal mensen die greep proberen te krijgen op een net iets te snel veranderende wereld, en dat dan terugkoppelen naar wat dat voor hun eigen leven betekent.”

DL: “Middelkoop en scenaristen Isis Mihrimah Cabolet en Lotte Tabbers zijn allemaal rond de veertig, millennials dus. Ik kan me wat betreft generaties niet goed in de film positioneren, als Generation X’er zit ik precies tussen de ouders en de kinderen in, zoals ik ooit tussen new wave en rave zat. Laatst zei een student tegen mij, toen we het over logische causale verbanden hadden, dat die dan eerst een definitie van diens eigen logica wilde geven. Dat was niet direct een gesprek waarin we elkaar begrepen.”

DH: “Klinkt als een nobel doel. Meteen een tien geven. Overigens zit hier ook een quote over in de film: ‘Begrijp jij er ook niets van?’ ‘We worden oud’.”

DL: “Ik weet niet of het alleen een generatieding is.”

DH: “In de film is de sociaaleconomische status van de personages absoluut belangrijk. Niet iedereen heeft de luxe, de vrijheid of de headspace om naar conceptuele performancekunst te kijken.”

DL: “Of een weekendje uit te waaien op Texel.”

DH: “Al zouden meer mensen denk ik af en toe de wind door hun gedachten moeten laten waaien.”

DL: “Je bent aan het harmoniseren!”

DH: “Het is kersttijd, hè?! Of, om de film nog maar eens aan te halen – want het is hoe dan ook een van de meest quotable films van de afgelopen tijd: ‘Laten we eerst nog even een drankje doen, dan gaan we daarna wel weer op de barricades’.”


Dit is geen kerstfilm is vanaf 19 december 2024 te zien op Prime Video.