Focus: Neo-western

Oude en nieuwe cowboys

Buck and the Preacher

De western met zijn oprukkende frontier is Hollywoods bijdrage aan de stichtingsmythe van de Verenigde Staten. Het genre is al een tijdje dood, maar de archetypen leven voort in neo-westerns. In Filmhuis Den Haag zijn dertien voorbeelden te zien.

Cowboys, paarden, sheriffs, whisky, lasso’s, geweren, prairies, barbershops en bordelen. Een beetje traditionele western bevat deze elementen. En natuurlijk native Americans, die onder de naam indianen of roodhuiden als sta-in-de-weg voor de oprukkende beschaving het loodje dienen te leggen. Zo zagen westerns er vele decennia uit, maar ruim dertig jaar geleden kwam er een ommekeer met films als Kevin Costners Dances with Wolves (1990) en Clint Eastwoods Unforgiven (1992).

In Filmhuis Den Haag is te zien dat deze voorstelling van zaken te kort door de bocht is. Ook in de gloriedagen van John Wayne waren er al westerns die de mythe van het Wilde Westen onderuithaalden. Het programma Neo-western toont vijf voorbeelden uit het verleden.

Sam Peckinpahs Bring Me the Head of Alfredo Garcia (1974) is een grimmige, gewelddadige en nihilistische wraakwestern over een premiejager. In het legendarisch The Misfits (John Huston, 1961) zoeken een paar outcasts houvast in een verdwijnende wereld. In Midnight Cowboy (John Schlesinger, 1969) raakt een Texaanse wannabe-cowboy op drift in New York. In Hud (Martin Ritt, 1963) staat een rechtschapen Texaanse veehouder tegenover zijn egoïstische, arrogante en alcoholistische zoon. En in Buck and the Preacher (Sidney Poitier, 1972) brengen een oorlogsveteraan en een prediker na de Burgeroorlog slaven in veiligheid.

Daarnaast zijn acht recente films geprogrammeerd, waarin “de grens tussen goed en kwaad diffuus is, en waarin de frontier – ooit een plek van mogelijkheden – een slagveld van corruptie, geweld en moreel verval is geworden”, aldus de programmeurs. Dat is te zien in Bacurau (Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles, 2019), Lucky (John Caroll Lynch, 2017), Hell or High Water (David Mackenzie, 2016), Nope (Jordan Peele, 2022), The Rider (Chloë Zhao, 2017), Cowboy Bepop (Shinichirõ Watanabe, 2011) en Dead Man (Jim Jarmusch, 1995). Dat ook Wilde mossels (Erik de Bruyn, 2000) erbij zit, laat zien dat het begrip neo-western breed moet worden opgevat.


Neo-western | 3 t/m 30 april 2025 | Filmhuis Den Haag