Anime op Netflix
Schatzoeken naar Japanse animatie
Met goede reden worden Japanse animatiefilms en -series steeds populairder. Netflix geeft het medium bijzonder veel liefde en aandacht, maar het mooiste werk is niet altijd even makkelijk te vinden.
Netflix schiet met hagel. Toen de afgelopen jaren de concurrentie op de streamingmarkt toenam, probeerde de populairste streamingdienst zich te onderscheiden door zo veel mogelijk films en series te produceren voor zo veel mogelijk verschillende publieken. Maar peilingen tonen dat door deze strategie van kwantiteit boven kwaliteit de klanttevredenheid ironisch genoeg juist is afgenomen. Blijkbaar houden we er niet van om door meuk te moeten waden voor een paar parels.
Voor anime, de verzamelnaam voor Japanse animatiefilms en -series, geldt dat op Netflix dubbel. De rijke Japanse traditie staat bekend om de bijzondere expressiviteit en verbeeldingskracht, maar er is ook veel dat zo goedkoop en snel mogelijk wordt gemaakt voor het wekelijkse vermaak van kinderen en tieners. Ze volgen strenge formules en blijven netjes binnen hun genre, vaak gericht aan jongens óf meisjes van een zekere leeftijd. De animatie is goedkoop en repetitief, met weinig beelden per seconde en ruwe, stilstaande tekeningen waarbij een Ken Burns-effect een beetje beweging moet impliceren. Ik begrijp nu waarom mijn ouders niks konden met Pokémon. Overal wordt troep gemaakt; anime is geen uitzondering.
Maar de parels zijn talrijk. Netflix herbergt meerdere anime-klassiekers en produceert met enige regelmaat bijzondere nieuwe werken. De baanbrekende cyberpunk-film Akira uit 1988 is een goed begin. De gedetailleerde achtergronden van een post-apocalyptisch Tokio en de subjectiviteit waarmee de intense actie in beeld wordt gebracht betoveren 35 jaar later nog altijd, zelfs al zijn deze kwaliteiten mede dankzij Akira inmiddels gemeengoed geworden in anime.
Akira behandelt thema’s waar populaire Japanse tekenaars en spellenmakers vaak naar terugkeren: een Japan dat na de oorlog razendsnel moderniseert en de eigen historische tradities en identiteit dreigt te verliezen, terwijl de massaconsumptie die ervoor in de plaats komt weinig toekomstperspectief biedt – zeker voor een gefrustreerde jeugd.
Veel van de schitterende films van Hayao Miyazaki, mede-oprichter van de beroemde animatiestudio Ghibli, houden zich hiermee bezig. Vaak leiden hebzucht, materialisme en vreemdelingenhaat van oudere generaties tot ecologische of economische catastrofes, waarbij jongere generaties strijders, koningen en zelfs goden moeten verzoenen om een leefbare toekomst veilig te stellen. Bijna alle films van Studio Ghibli staan op Netflix; alleen al om de weergaloze animatie zijn ze stuk voor stuk het kijken waard.
Hetzelfde geldt voor de twee grote klassieke volwassen animatieseries uit de jaren negentig waaraan Netflix onderdak biedt: Cowboy Bebop en Neon Genesis Evangelion. Beide zijn wederom sciencefictionverhalen over mensen die opgroeien en betekenis zoeken in geruïneerde werelden in constant verval.
Bebop is vlot en meeslepend, het barst van de actie, oneliners en intrigerende personages. Evangelion is daarentegen depressief en naar binnen gekeerd, ondanks het bekende, populaire uitgangspunt van enorme robots die met even reusachtige monsters vechten. Gefrustreerde personages worstelen met het keurslijf waarin ze worden geperst, terwijl de makers zich zichtbaar verzetten tegen de verstikkende, vaak seksistische vooroordelen en verwachtingen van hun overwegend jonge, mannelijke publiek. Die haast onuitputtelijke frustratie en leegte spat uit het stemacteerwerk van de nieuwe Engelse vertaling door Netflix.
Het unieke uitdrukkingsvermogen dat anime rijk is komt nog het meeste tot zijn recht in Satoshi Kons waanzinnige laatste film, Paprika. Met een machine kan de jonge wetenschapper Atsuko andermans dromen betreden. Daarbij stuit ze op een complot waarin deze nieuwe technologie wordt misbruikt om mensen te manipuleren of zelfs te vermoorden. Paprika gebruikt de verbeelding van onze droomwereld als aanleiding voor zulke wonderlijke en beangstigende beelden dat het een film als Inception te schande zet.
Netflix’ aandacht voor anime uit zich ook in enkele hedendaagse, originele producties. De twaalfdelige serie Dorohedoro is een uitblinker. Een man wiens hoofd en herinneringen worden gestolen door een tovenaar en vervangen door dat van een kaaiman, vertrekt uit zijn krottenwijk naar de statige tovenaarswereld, op zoek naar de dader. De uitwerking is net zo bizar als de opzet: bodemloos verdriet, existentiële angst en bloedig geweld gaan hand in hand met slapstick, kinderlijke symboliek en een metershoge kakkerlakman in honkbaltenue met een zeer beperkte woordenschat.
Castlevania is een anime van Amerikaanse bodem die is gebaseerd op de gelijknamige Japanse computerspellenreeks. In een verhaal over het laatste lid van een oude familie vampierendoders die de wereld wil bevrijden van de dictatuur en moordlust van Dracula, combineert Castlevania de expressiviteit van anime met een unieke, strakke spanningsboog en een aandacht voor meerstemmigheid die in het meer monoculturele Japan nogal eens ontbreekt. Castlevania verruimt zo de mogelijkheden van beide animatie-tradities. Het vervolg Castlevania: Nocturne gaat daarin nog verder: de postkoloniale en feministische blik is voor games én anime nagenoeg ongekend.
Al komen Netflix’ eigen verfilmingen van anime zelden uit de verf – de live-action versies van zowel Cowboy Bebop als Death Note zijn een rommeltje – is One Piece, gebaseerd op de strip en anime met meer dan duizend afleveringen, een speelse en sympathieke serie over een stel toverpiraten die op zoek gaan naar een legendarische schat, de zogenaamde One Piece. De gigantische sets en praktische effecten vervullen de serie van een ouderwetse liefde voor avontuur. Het maakt One Piece gewoon een heel leuke zit.
Alle genoemde films en series zijn op dit moment te zien op Netflix.