Thuiskijken – 26 april 2012

  • Datum 26-04-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Treme

Treme
‘Embedded television’

De makers van The Wire zijn terug met Treme: ‘embedded television’ over hoe de inwoners van de arme wijken van New Orleans opkrabbelen na orkaan Katrina. Zonder veel hulp van hogerhand, maar wel met veel, héél veel muziek.

Het is een geijkte opening voor films of, vaker nog, tv-series: het ontwaken van het hoofdpersonage. Knorrig, te vroeg uit slaap gerukt door een aanhoudende wekker. Of geschrokken, ineens rechtop in bed door een onverwacht lawaai of schokkende droom. We beginnen bij het begin, dus het ontwaken biedt een natuurlijk startpunt voor een verhaal.
De makers van de nieuwe HBO-reeks Treme doen iets vergelijkbaars in de eerste aflevering. Nee, niet dat we een dik uur achter elkaar het grote ensemble hoofdpersonen van de serie één voor één wakker zien worden, goddank. Het openingsuur van Treme toont het ontwaken van de échte hoofdpersoon van de reeks: de stad New Orleans, en de culturele veerkracht van haar bewoners na de ravage van orkaan Katrina. Vandaar ook de titel: de (arme, zwarte) wijk Treme (spreek uit: truh-mee) is een bakermat voor de ‘eeuwig feest’-cultuur van New Orleans.

Open wond
‘Drie maanden na Katrina’, opent een titelkaart de nieuwe reeks, gecreëerd door David Simon met veel van het team waarmee hij ook het veelgeprezen The Wire maakte. De bevolking keert beetje bij beetje terug uit hun gedwongen ballingschap. Maar het New Orleans waarin zij terechtkomen ligt er bij als een open wond: wegen, water en elektriciteit zijn er slechts sporadisch, de politiemacht ligt op zijn gat en hele wijken zijn nog afgesloten zonder dat van wederopbouw wordt gesproken.
Tegen al die ellende in probeert men zo gewoon mogelijk te leven. Muzikanten als Antoine Battiste (Wendell Pierce) fladderen van optreden naar optreden. Zijn ex-vrouw Ladonna zoekt wanhopig naar haar broer, die zoals velen tijdens de storm door het systeem werd opgeslokt. Chef Janette Desautel probeert haar zaak tegen de klippen op gaande te houden. De losbandige radio-DJ Davis McAlery (Steve Zahn) komt bijna per ongeluk in een politieke loopbaan terecht. Professor Creighton Bernette (John Goodman) wordt een YouTube-sensatie wanneer hij zijn woede over het falend overheidsbeleid van zich af schreeuwt. ‘Indian Chief’ Albert Lambreaux pakt zijn gereedschap op en doet wat hij kan om zijn wijk te herbouwen. En straatmuzikanten Sonny (Nederlander Michiel Huisman) en Annie (klassiek violist Lucia Micarelli) proberen hun eten bij elkaar te scharrelen aan toeristische trekpleister Bourbon Street, het oppervlakkige New Orleans waar de ingewijden die in de serie centraal staan zo’n hartgrondige afkeer van hebben.
Rond die zeer los gestructureerde verhaallijnen circuleren vele bijfiguren, sommigen bedacht, anderen echt — de fine fleur van de lokale muziekscene speelt mee in de regelmatige muzikale intermezzo’s. Treme draait om precies dat deel van de menselijke natuur waar in The Wire zo weinig ruimte voor was: cultuur, en dan vooral muziek en eten. Natuurlijk, er is politiek, en de woede over het onkundig ingrijpen van de federale overheid (ooit zo puntig geuit in Spike Lee’s documentaire When The Levees Broke) ligt maar net onder het oppervlak. Maar intussen gaat het leven door: er moet gespeeld worden in rokerige clubs, en op straat zijn parades met uitbundige marching bands.

Patois
Embedded television, zou je Simons werkwijze kunnen noemen. De voormalig journalist en z’n team gaan op in hun omgeving, worden onderdeel van de wereld die zij willen schetsen, vertellen van binnenuit. Dat vraagt iets van de kijker, die zichzelf ook moet ‘embedden’ en de tijd moet nemen het ‘patois’ te leren spreken, de wetten van het land te herkennen, zich in te werken in de wereld áchter Bourbon Street. Ook omdat de vorm geen opsmuk biedt; net als journalistiek proza is de beeldvoering in eerste instantie functioneel. Al lijkt de serie voor een specifiek gebruik van de handheld camera te kiezen: het beeld is beweeglijk maar rustig, vloeiend, niet het schokkerige van de schoudercamera. Alsof we nog steeds drijven over de straten van de stad die nog maar kort geleden onder water stond en waar in veel huizen de waterlijnen nog hoog op de muren staan. Net als The Wire heeft de serie een paar afleveringen nodig voor alles op z’n plek valt, maar voor wie dat volhoudt is het vervolg des te verslavender en het slot des te sterker. Wie een beetje doorkijkt kan overigens direct aanhaken op het digitale kanaal HBO Nederland, waar vanaf mei het tweede seizoen van de serie wordt uitgezonden.

Joost Broeren

Treme seizoen 1 | Diverse regisseurs | Verenigde Staten, 2010-2011 | Met Wendell Pierce, John Goodman, Michiel Huisman | dvd/blu-ray | Distributie Warner Home Video

Beeld

Met Cannes-opener Moonrise Kingdom richt Wes Anderson zijn unieke visie op de padvinderij. Lang niet als eerste.?

Scouts to the Rescue | Deze korte avonturenfilm uit 1908 is waarschijnlijk de eerste film waarin scouts een heldenrol vervullen. Ze redden na een achtervolging door de bossen een baby uit handen van kidnappers.

Follow Me, Boys! | In de laatste bij leven en welzijn van opperman Walt gemaakte live-action Disneyfilm ontdekt een rusteloze man dat hij als simpel hopman in een klein dorp veel goed kan doen. dvd (import/r2) | Disney

Drifters from Outerspace | In het werk van animator Nils Mühlenbruch en muzikant Remko van der Drift, alias vj en dj Drifter, zijn de padvinderachtige aliens genaamd Drifters alom aanwezig. dvd | De Filmfreak

Arlington Road | In Mark Pellingtons duistere terrorisme-thriller uit 1999 zijn het nog gewoon extreemrechtse Amerikanen die samenspannen tegen de federale overheid, met een scouting-achtige organisatie als dekmantel. dvd | Universal

Up | Pixars animatiefilm over de oude weduwnaar Carl die er vandoor gaat in zijn zwevend huis, wordt flink verlevendigd door de aanwezigheid van de intens naïeve en hondstrouwe ‘Wilderness Explorer’ Russell. dvd/bluray | Disney

JB

Boogie Woogie
Kunsthaaien

Deze Altmaneske satire op het gekonkel in de Londense kunstscene levert genoeg hilariteit, maar mist het venijn van de meester.

Als Damien Hirst zijn privécollectie uitleent aan de afdeling rekwisieten, kan je film over de wereld van de hedendaagse kunst nauwelijks meer stuk. Zijn vermelding (als ‘art curator’) op de titelrol is ook nog eens een vette knipoog naar het onderwerp van Boogie Woogie. Want als iemand heeft bewezen dat je overal kunst van kunt maken — ook, en vooral, van het gemanipuleer met geld en macht in de kunstwereld zelf — dan is het Hirst.
Regisseur Duncan Ward situeert zijn zedenkomedie in de Londense kunstscene, al doet de atmosfeer bij tijd en wijle erg denken aan New York. En dat klopt: scenarist Danny Moynihan herschreef voor de film zijn eigen boek, waarin hij de New Yorkse incrowd van de jaren negentig op de hak nam. De katalysator van een groot deel van de gebeurtenissen, een late Mondriaan die in het bezit is van een bejaarde Duitse jood, was in die context een stuk beter op zijn plaats.
De film schetst een wereld van poen en pretenties, waar het een kwestie is van eten of gegeten worden — en vaak beide tegelijk. Kunstenaars, verzamelaars, galeriehouders en wannabees in deze diffuse wereld troeven elkaar af in het schaamteloos exploiteren van elkaar én zichzelf. Wat kostelijke scènes oplevert, vooral als de aalgladde kunsthandelaar Art Spindle (Danny Huston met een griezelig neplachje) en zijn gewiekste assistente Beth Freemantle (Heather Graham) erin betrokken zijn.
Maar na een uur van dit soort doldrieste verwikkelingen begint het gek genoeg ook een beetje te vervelen. Onherroepelijk komen de films van Robert Altman in gedachten, met name The Player en Prêt à porter, en helaas is dat niet in het voordeel van Boogie Woogie. Door de hypocrisie zo vet uit te spelen — tot in het absurde aan toe — scoort de film weliswaar hoog op amusementswaarde, maar echt bijtende satire wordt het niet.

Sasja Koetsier

Boogie Woogie | Engeland, 2009 | Regie Duncan Ward | 94 minuten | Met Gillian Anderson, Alan Cumming, Heather Graham, Danny Huston | dvd/vod | Distributie Wild Bunch

Love
Wegspacen in je eigen ruimtestation

Soms is het maakproces van een film interessanter dan het eindresultaat. Love is een sciencefictionfilm in de geest van Kubrick en Tarkovski, maar dan gemaakt door een Amerikaanse reclameregisseur. In de achtertuin van zijn ouders.

Love is op zijn minst een interessante mislukking. William Eubank, die zich opwerkte als reclamemaker en voor dit lowbudget filmdebuut niet alleen regie en scenario maar ook het originele production design voor zijn rekening nam, levert met de film ieder geval een indrukwekkend visitekaartje af. Het ISS-ruimtestation waar de film zich grotendeels afspeelt, bouwde hij eigenhandig, op de oprit van de ranch van zijn ouders. Dat scheelt ook weer cateringkosten, grapt hij in één van de making of-filmpjes op zijn website.
Ook rijzende ster Gunnar Wright, onlangs nog te zien in Clint Eastwoods J. Edgar, komt er goed van af. Als astronaut Lee Miller heeft hij het grootste deel van de (overigens korte) speeltijd het scherm voor zichzelf: nadat de communicatie met de aarde om raadselachtige redenen stokt en hij de lichten op aarde letterlijk uit het zien gaan, zit hij op zijn post te wachten tot de zuurstof op is en tot hij langzaam gek wordt.
Waar het uiteindelijk net misgaat, is in het scenario. Love opent intrigerend, met beelden van soldaat Lee Briggs die er — nadat hij bij meerdere veldslagen als enige overlevende overeind bleef — op uit wordt gestuurd om een raadselachtig object in de Amerikaanse woestijn aan nader onderzoek te onderwerpen. Vervolgens verschuift de aandacht naar Miller, maar worden de scènes op het ruimteschip op gezette intervallen onderbroken door interviews met schijnbaar willekeurige ‘gewone mensen’ over liefde en het belang van ‘connecties’. Zowel van de avonturen van Briggs als de interview-intermezzo’s wordt pas aan het eind van de film duidelijk hoe ze in het verhaal passen.
Eubank heeft de enigmatische vertelstijl van voorgangers als Moon (Duncan Jones, 2009) en beide versies van Solaris (Andrei Tarkovski, 1972 en Steven Soderbergh, 2002) met verve overgenomen. Maar wanneer alle puzzelstukjes aan het eind van zijn film min of meer op hun plek vallen, blijkt er weinig meer achter te zitten dan clichés over liefde en menselijk contact. Een beetje zoals de muziek van de bands van de producent van de film, Tim DeLonge. Met zijn nieuwe emoband Angels & Airwaves gaat hij een stap verder dan de simplistische punkpop van zijn grote succes Blink 182, maar de oppervlakkige complexiteit kan een gebrek aan diepgang niet vervullen. Maar beeldschoon en intrigerend is Love wel. Bij vlagen.

JB

Love | Verenigde Staten, 2011 | Regie William Eubank | 83 minuten | Met Gunnar Wright, Bradley Horne | dvd | Distributie Splendid Film

Nieuwe releases

Vijf tips uit het aanbod voor thuiskijkers in mei, beschikbaar op dvd, blu-ray of video on demand.

Onder ons | Het eerste deel van Marco van Geffens Vinex-trilogie is het langverwachte antwoord op het gebrek aan ‘Nederlandsheid’ in de Nederlandse film: ruw, fel en schrijnend. dvd/vod | Twin Pics

Tinker Tailor Soldier Spy | Fans zullen het jargon missen en enkele plotlijnen schieten iets te snel voorbij, maar deze stijlvolle spionagefilm doet de beroemde roman van John le Carré volledig recht. dvd/blu-ray | E1 Entertainment

Shanghai Trance | Kan een Europeaan een Chinese film maken? David Verbeek ontdekte in Shanghai een bruisende metropool en onzekere jonge Chinezen, die hij verwerkte in dit sfeervolle stadsmozaïek. dvd | De Filmfreak

Hesher | De klassieke Amerikaanse indiefilm-ingrediënten (twijfeljongen in de hoofdrol, afwezige vader, quirky bijrolfiguren) worden totaal omvergeblazen door hardrocker Hesher, met een tattoo van een middelvinger op z’n rug. dvd/blu-ray | Dutch Filmworks

17 filles | Als zeventien meisjes op dezelfde middelbare school zwanger worden, kunnen leraren en ouders alleen machteloos toekijken. De regisserende zussen Delphine en Muriel Coulin onthouden zich wijselijk van commentaar. dvd | Lumière

JB

Pink Saris
Vrouwenmessias

Kim Longinotto’s liefde voor onderdrukte vrouwen kent geen grenzen, maar in Pink Saris gaat deze liefde zowaar gepaard met vraagtekens.

"Er is geen hogere kracht dan een vrouw." Deze gepeperde uitspraak van Sampat Pal Devi, de leidster van de Indiase emancipatiebeweging Gulabi Gang, had zomaar van Kim Longinotto zelf kunnen zijn. Zij balt in haar veelgeprezen documentaires al ruim dertig jaar haar vuist. Voor vrouwen die ook hun vuist ballen, tegen gedwongen huwelijken, besnijdenissen en verkrachtingen. Allemaal het werk van een patriarchale cultuur, uiteraard.
Longinotto houdt met ziel en zaligheid van de vrouwen die ze filmt. Maar met Pink Saris is iets geks aan de hand. Sampat komt helemaal niet zo afgetekend sympathiek uit de hoek. Ze krijgt een podium, maar eist een sokkel voor haar eigen standbeeld op. Met uitspraken als "Als je mij niet had, wie zou dan je tranen drogen?" plaatst ze zichzelf onverbiddelijk op de voorgrond. Geen wonder dat ze zichzelf als ‘vrouwenmessias’ betitelt. Het wekt de indruk dat Sampat de meisjes uit de allerlaagste kaste, de zogeheten ‘untouchables’, vooral helpt ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Ook de tactiek waarmee ze in conflicten bemiddelt, is allesbehalve die van de zachthandige polderaar. Sampat brengt partijen niet bij elkaar, nee, ze deelt zelf de lakens uit.
De Indiase Moeder Theresa komt over als een tierende en kijvende tiran, en doet daarmee nauwelijks onder voor de mannelijke overheersers. Is het een egocentrisch karakter, of dwongen de omstandigheden, zoals een moeizame jeugd, haar in deze richting? Het is een vraag die nog lang blijft nagalmen, en Sampat tot een onvergetelijk personage maakt — en Pink Saris tot een fascinerende documentaire.
Want Longinotto boort zowaar een nieuwe dimensie aan, zonder de voornaamste pijler onder haar werk te verliezen. Ze dwingt zichzelf als altijd tot bescheidenheid, met een strikt observerende stijl, zonder interviews of ‘Stem van God’. Zo krijgen de vechtlustige vrouwen een stem. Maar Longinotto lijkt, heel voorzichtig vanachter haar hand-held camera, Sampats stem ook weer te willen bevragen. Zeker als het aankomt op een confrontatie met haar echtgenoot, die háár nu eens hardop de waarheid vertelt. Wat blijft zijn de hartstocht en intimiteit, die uit ieder beeld branden. Maar een standbeeld, dat krijgt Sampat niet.

Niels Bakker

 

Pink Saris | Engeland/India, 2010 | Regie Kim Longinotto | 96 minuten | vod | Distributie Mubi (mubi.com/films/pink-saris)

 

Las acacias
Bekroonde Argentijnse roadmovie

Vrachtwagenchauffeur Rubén neemt liftster Jacinta mee op een lange, saaie, zwijgzame rit in een lange, wonderschone, zwijgzame film.

Aan het oppervlak is de bescheiden Argentijnse roadmovie Las acacias zo simpel dat het simplistisch lijkt. Een vrachtwagenchauffeur neemt een liftster met baby mee op zijn vaste rit van Paraguay naar Buenos Aires. Hij had niet op de baby gerekend en reageert eerst nukkig, maar langzaam groeien de drie naar elkaar toe. Zoals dat gaat, in films.
Maar dat gebeurt zwijgzamer dan dit soort ‘meet-cutes’ in Hollywood meestal verlopen. Lange stukken wordt er niets gezegd tijdens de ruim 1500 kilometer lange rit die de drie samen afleggen. Pablo Giorgelli vindt in zijn film, die in 2011 op het filmfestival van Cannes de Camera d’Or voor beste debuutfilm won, exact de balans tussen het invoelbaar maken van die slopend saaie rit in de claustrofobie van de truckcabine en de tussenstops, waar op gezette tijden kleinere of grotere drama’s voorbijkomen.
Slechts mondjesmaat komen we daarbij te weten wat er achter de gelaten van de twee passagiers schuilt. Las acacias neemt anderhalf uur de tijd voor wat volgens scenariohandboeken in de eerste tien minuten moet gebeuren: het definiëren van de karakters. Zowel chauffeur Rubén als liftster Jacinta verbergen moeizame levens achter hun façades; hij achter een knorrige afkeer van de rest van de wereld, zij achter een ongeloofwaardig eindeloos optimisme. Wat baby Anahí van de dingen vindt, ligt intussen volledig aan het oppervlak. Vooral dankzij de uitmuntend getimede gemoedswisselingen van de dreumes heeft Las acacias een veel lichtvoetiger toon dan een in uitgangspunt vergelijkbare film als Liverpool (Lisandro Alono, 2008).
Maar lichtvoetiger betekent niet dat er minder is om te overpeinzen. Die acacia’s van de titel bijvoorbeeld: de gevelde bomen die achterop Rubéns rammelende vrachtwagen liggen. Doornige bomen, die slechts met moeite hun innerlijk weergeven. Net als de emotionele bagage die de twee achter zich aanslepen, liggen de stammen continu net achter ze, zichtbaar door de achterruit van de cabine. En net als de bomen zijn Rubén en Jacinta ontworteld. Zodat aan het eind van de rit, als de film afgelopen is, hun verhaal kan beginnen.

JB



Las acacias | Argentinië/Spanje, 2011 | Regie Pablo Giorgelli | 82 minuten | Met Germán de Silva, Hebe Duarte | dvd/blu-ray (r2/B) | Distributie Verve Pictures

Nieuwe import

De beste films die deze maand internationaal op dvd verschijnen, samengesteld door Boudisque (Vredenburg 31, Utrecht; boudisque.nl)

Spaghetti Western Double Feature | Regisseur Martin Koolhoven vertoonde genreklassieker Keoma onlangs in combinatie met zijn beroemdere broertje Django. Op deze box wordt hij verenigd met The Grand Duel, met Lee Van Cleef als zwartgeklede sheriff. blu-ray (A) | Mill Creek

Eclipse Series 33: Up All Night with Robert Downey Sr. | Ooit was acteur Robert Downey Jr. nog ‘de zoon van’, toen hij als vijfjarige debuteerde in papa’s Pound. Die maakt overigens geen deel uit van deze collectie met vijf undergroundtitels. dvd (r1) | Criterion/Eclipse

Island of Lost Souls | De eerste van vele verfilmingen van W.C. Fields’ horrorroman The Island of Dr. Moreau, en volgens velen nog altijd ongeëvenaard. Zonder deze film geen Human Centipede. dvd/blu-ray combo (R2/B) | Eureka! MoC

Ruggles of Red Gap | Wie denkt dat high concept filmmaken een recente Hollywoodvinding is, weet met deze komedie uit 1935 beter: een Britse butler komt in 1908 terecht in het Amerikaanse Wilde Westen. dvd/blu-ray combo (R2/B) | Eureka! MoC

The Fall of the Louse of Usher | Nee, dat is geen spelfout. Ken Russell gaat aan de haal met Edgar Allan Poe in deze ultra-lowbudget horror-musical-komedie uit 2002, opgenomen met een camcorder in zijn eigen garage. dvd (r2) | Final cut

JB

Geschreven door