Filmmuziek: Abel

Grootste kanshebber voor filmmuziekprijs

Abel

Tijdens de Nederlandse Filmdagen eind deze maand wordt ook weer een muziekprijs uitgereikt. Het Bumafonds stelt een ‘Zilveren’ Lessenaar’ ter beschikking en een geldprijs van 2.000 gulden. Drie juryleden staan voor een niet al te moeilijke keus; daarvoor was het filmaanbod in afgelopen seizoen te klein en de kwaliteit van de gecomponeerde muziek te gering. Grootste kanshebber is dan ook Vincent van Warmerdams muziek voor Abel.

Aan de score van Vincent van Warmerdam voor de absurdistische komedie van zijn broer Alex is te horen dat het een van zijn eerste is (hij deed eerder Bas van der Leegs Sprong naar de liefde met Rob Hauser). De score barst van de ideeën, geluiden, veelsoortige instrumenten en muzikale themaatjes, waarvan vele slechts éénmaal worden gebruikt. Niet herhalen of uikouwen of een compositie bewaren voor een volgende opdracht, maar voor elke scène iets nieuws verzinnen, zoals John Barry op z’n oude soundtracks.

De eenheid in de score wordt bereikt door de geslaagde aansluiting bij onderwerp en sfeer van de film, doordat alle muziekjes qua bezetting en stijl stroken met de onverwachte wendingen in het verhaal en de buitennissige stemming. Van Warmerdam gebruikt hiervoor verschillende richtingen van de jazz: van experimenteel (a-melodische overgangen) tot modern electronisch versterkt; hij springt zeer inventief om met de mogelijkheden van de instrumenten, die hun ritme’s door elkaar heenspelen en toch verbonden worden door bij voorbeeld één muzikale lijn of één percussionele beat.

Volgens hemzelf heeft hij bewust geen pop gebruikt omdat dat de tijd- en plaatsloosheid van de film zou verstoren, maar is de nadruk gelegd op de harp om te herinneren aan de vloeiende ‘continuity’ van de klassieke Hollywood-film en op de blazers om energie te geven aan het geheel, zoals in Duke Ellington’s Anatomy of a Murder. Heel weemoedig wordt zo de toon al gezet in de ‘Main Title’: een eenzame harp, belletjes en tokkels op de banjo begeleiden korte verrekijkershots van de rare overburen van Abel, die onbereikbaar voor hem zijn. Abel zelf wordt, eenmaal toch buiten, opgedreven door een themaatje met gestopte trompet dat quasi-onbevangen klinkt, maar geen gemoedsrust bij de luisteraar toestaat. De componist lardeert dit alles met vreemde geluiden (blaffende honden op de televisie die naar boven worden gesleept), ‘opera’ (Karstine Hovingh, ook op de televisie waar Abel en Duif in bed naar kijken) en dans (Abel slingert Christine heen en weer). Gevraagd naar ‘een goede score van de laatste tijd’ noemt Van Warmerdam Coup de torchon. Die teneur van Sarde zit ook wel in Abel.

Voor de eerste keer heeft Van Warmerdam (net 30), die nooit een muziekopleiding heeft gevolgd, maar met gitaarles is begonnen, de muziek op notenschrift moeten zetten. Omdat dat moeizaam ging in het begin staat waarschijnlijk een fragment van de partituur trots op de hoes. Hij is een belofte voor de filmmuziek, ook al zegt hij zelf dat hij Abel en Onnozele kinderen (Wolfgang en Leonard, de nieuwste theaterproduktie van de Mexicaanse Hond) niet bewust vanwege hun onderwerp heeft begeleid met zoveel verrassende wendigen, maar dat dit gewoon zijn eigen stijl is.