Duidelijk #8

Lege matras

LUST, CAUTION

Eindscènes maken alles duidelijk, of juist niet. Deze maand: de Ang Lee-touch.

Het toewerken van de natie naar het einde van het jaar is op zichzelf ook een eindscène, een die tot het einde der tijden in een loop gezet lijkt te zijn: gerommel met lijstjes, overzichten, terugkijken, vrome woorden spreken, wat is er allemaal gebeurd, wat gaat er gebeuren, waarheen, waartoe? En dan het vuurwerk. Wat heb jij dit jaar allemaal gezien, gelezen, beleefd, gedaan? Hoe was het? Vertel eens!

Doen we. Toevallig zag ik laatst twee films die niets met elkaar gemeen hebben, behalve wat statistieken: beide uit 2007, beide 150 minuten. De een, La graine et le mulet, zal in menig cinefiele terugblik genoemd worden, ‘een oprecht immigrantendrama met een onderhuidse spanning, waar door regisseur Kechiche met treffende accuratesse de vinger op de pijnlijke plek van het verkapte racisme van onze huidige samenleving wordt gelegd’. Ik citeer hier het juryrapport dat het internationale filmkritiekorgaan Fipresci schreef naar aanleiding van de Europese filmprijs voor de film. De ander, Lust, Caution, is veelal in het nieuws geweest vanwege seksscènes die er in China uit werden gesneden, maar heeft voor de rest weinig deining veroorzaakt in de hearts and minds. Hoe onterecht dit is, tonen de eindscènes.

Zullen we eens bij de voortreffelijke beginnen? Ik geloof dat er zoiets bestaat als de Ang Lee-touch. Net als bij Ernst Lubitsch kun je niet precies zeggen waarom zijn films nu zo geweldig zijn, het zal vast te maken hebben met zijn uitgebalanceerd Fingerspitzengefühl om op het juiste moment de juiste knoppen in te drukken. Hij is een meester in het doseren van drama. Het eindbeeld van Lust, Caution is een lege matras. Tony Leung zat er, en is opgestaan. Op die matras heeft hij de schellen van de ogen geneukt van Wei Tang, maar deze Joseph Goebbels van het Oosten kon daar niet langer mee doorgaan, met deze romance met Mata Hari, de vrouw die hem als enige kon raken, maar tegelijkertijd bedroog; en dus moest ze in het ravijn gestort worden, samen met haar handlangers, de verzetters, ook al had ze hem gewaarschuwd voor de aanval, en daarmee zijn leven gered. Ze moest dood. En ze wist dat toen ze hem waarschuwde! Je doodt datgene waar je van houdt, juist door er van te houden. Van die matras stond Tony op.

Einde.

Slimane valt in La graine et le mulet gewoon dood neer. Om nog maar even te benadrukken dat hij toch wel de vader van de gebeurtenissen was, die ons tweeëneenhalf uur heeft beziggehouden: zonder hem geen vis, zonder hem geen couscous, geen familie, geen boot, geen restaurant, waar al die mensen aan het wachten waren op de door zijn ex-vrouw gemaakte couscous, die in diezelfde eindscène toch maar mooi nog gebracht wordt door zijn nieuwe vrouw. Terwijl zijn stiefdochter al buikdansend het publiek vermaakt, is die gouwe ouwe Slimane achter z’n brommertje aan het aanrennen. Kechiche rommelt in tegenstelling tot Ang Lee maar wat aan – de aanhouder wint, ok, van mij mogen regisseurs altijd shots extra lang aanhouden, maar dan moet het wel frictie opleveren en niet zomaar wat oppervlakkig gekissebis dat later door critici wordt gezien als een onderliggende laag, want laten we eerlijk zijn, die is er niet in deze film. Aan het eind is wat je ziet, dat wat je krijgt: een regisseur die tegen zijn hoofdrolspeler roept: Ach man, val dood!

(wordt vervolgd)

Geschreven door Mike Naafs