Stranger Eyes

Het oog van de camera

Stranger Eyes

Een jong stel ontvangt dvd’s met beelden van zichzelf in deze wijdvertakte film over surveillance en voyeurisme.

In het politiebureau waar Juyang en Peiying op nieuws hopen over de verdwijning van hun jonge dochtertje Bo, trekt één wand de aandacht: een mozaïek van camerabeelden dat strekt van de vloer tot het plafond. Het zijn beelden van de talloze beveiligingscamera’s die onder het mom van veiligheid overal in stadstaat Singapore hangen. Politiewerk laat zich simpel samenvatten, aldus de rechercheur: “We moeten gewoon zorgvuldig kijken en geduldig wachten.”

Stranger Eyes (Mò shì lù) is een film over kijken. Over voyeurisme en surveillance. Over gezien willen worden en onzichtbaar mogen zijn. Over anonimiteit als bevrijding en als juk. Over je eigen leven van buitenaf zien. Jezelf door de ogen van een ander. Vanaf de openingsbeelden (een familiefilmpje gemaakt door de moeder van Juyang) is het ook een film over de rol die de camera daarin speelt. In de handen van een naaste of juist van een vreemde, hangend aan een lantaarnpaal of je eigen voordeur.

Na de verdwijning van Bo ontvangen Juyang en Peiying dvd’s met daarop beelden van zichzelf. Stelend in de supermarkt, vrijend met de gordijnen open. In het zorgvuldige eerste uur van de film brengen die dvd’s het leven van het jonge stel aan het wankelen. Ze zien kanten van elkaar die ze niet kenden, beginnen te twijfelen aan de ander, aan zichzelf.

Net als in zijn vorige speelfilm A Land Imagined (Huan tu, 2018) zet Yeo Siew Hua Stranger Eyes op als een genrefilm om hem vervolgens van gedaante te laten veranderen. Het perspectief verschuift naar Wu (gespeeld door Tsai Ming-liangs muze Lee Kang-shen), een supermarktmanager die samen met zijn bejaarde moeder tegenover het koppel woont. Hij is het (zoveel is snel duidelijk) die de dvd’s gestuurd heeft. Maar is hij het ook die Bo heeft ontvoerd?

Later verschuift het perspectief opnieuw en in het hart van al die kruisende zichtlijnen schuilt onthechting en eenzaamheid. Echo’s van Michael Haneke’s Caché (2003), waarin een echtpaar videobanden met beelden van hun huis ontvangt, klinken luid door. Maar ook Alfred Hitchcocks Rear Window (1954), Andrea Arnolds Red Road (2006) en Mark Romaneks One Hour Photo (2002) zijn niet ver weg.

Zo wijdvertakt als dat netwerk aan referenties is ook de film zelf. Stranger Eyes strekt zich thematisch uit als een mycelium. Ook als kijker word je in een observerende rol gedwongen; met een afstandelijke verteltoon en een geregeld verspringen in de tijd belemmert Yeo het maken van een emotionele connectie. Zo worden ook wij onderdeel van het complexe web van blikken dat hij creëert. Blikken die elkaar bespieden en observeren, maar zelden beantwoorden.