Rear Window

Wat zie je?

  • Datum 01-10-2000
  • Auteur Jeroen Lok
  • Thema Filmkrant 215
  • Gerelateerde Films Rear Window
  • Regie
    Alfred Hitchcock
    Te zien vanaf
    19-10-2000
    Land
    Verenigde Staten, 1954
  • Deel dit artikel

Rear Window

Rear Window van de ‘Master of Suspense’ Alfred Hitchcock is spannend, maar hij intrigeert vooral als spiegel: bij de buren ontdek je jezelf. Moralisme komt met een knipoog in de gerestaureerde versie van deze klassieker, vanaf 19 oktober te zien in het Filmmuseum.

“Vertel me alles wat je zag; en wat je denkt dat het betekent.” Met deze prachtige zin gooit Lisa, vertolkt door een gracieuze Grace Kelly, het roer halverwege Rear Window in één keer om. Tot dan verloopt het inmiddels overbekende verhaal eigenlijk heel normaal. Fotojournalist L.B. ‘Jeff’ Jefferies (James Stewart) zit met een gebroken been thuis in een rolstoel, mokkend over zijn vriendin Lisa en haar trouwplannen. Zijn venster op de wereld is een raam met uitzicht op de appartementen rond de binnenplaats. Het is een verzameling clichés uit de buurt: het pasgetrouwde stel; de eenzame vrouw; de huppelende ballerina; de zwoegende componist; de zakenman met vastgelopen huwelijk. Afijn, vul het zelf maar aan.

Dat is precies wat Jeff ook doet. Hij ziet de zakenman Thorwald ’s nachts druk aan de wandel en trekt snel zijn conclusies: die man heeft zijn invalide vrouw omgebracht. Zijn fantasie creëert vanaf dan de werkelijkheid waarin zowel Lisa als verzorgster Stella in moeten opgaan, eerst aarzelend en vervolgens zonder weg terug, nadat zij eerder afgaven op hun invalide windowshopper. Hij moest eens naar zijn eigen leven kijken in plaats naar dat van de overburen. Maar dat is het juist, zijn eigen leven is op dat moment uitermate saai.

Privé
Nu, bijna vijftig jaar na de eerste première van Rear Window, valt op hoe aandoenlijk gedateerd de film aan de ene kant is. In 1954 was de televisie nog maar net uitgevonden; bij Big Brother dacht men aan George Orwell. Zappen deed je door met je ogen langs de ramen van de overburen te glijden, zoals het weergaloze camerawerk vanuit één perspectief mede suggereert. Daarnaast zijn er de moraliserende opmerkingen in de film, die nu door velen weggehoond zouden worden. De moederlijke Stella loopt voorop in het uiten van normen en waarden — “we zijn een volk van Peeping Toms geworden” — maar ook detective Doyle neemt stelling in wanneer hij Thorwald op een goed ogenblik sowieso onschuldig acht: wat daar gebeurt, is privé. Dat ligt thans wel anders. Gerenommeerde journalistieke instituten als SBS6 en De Telegraaf schromen bijvoorbeeld niet om Ferdi E., moordenaar van Gerrit-Jan Heijn, te fotograferen, te filmen en zodoende nog eens te veroordelen door ongevraagd in zijn privéleven te duiken. Privé? Dat bepalen wij wel!

Wat tevens opvalt, is hoezeer de woorden van Lisa inmiddels voor Rear Window zelf zijn gaan gelden. De film is in de loop der jaren eindeloos bekeken, bewonderd, bekritiseerd, geciteerd, hergebruikt, maar vooral geïnterpreteerd. De thema’s, zoals voyeurisme, de man, zijn angst voor het huwelijk; de details, van de slowmotion kus van Lisa en Jefferies tot de blik van Thorwald in de camera, alles heeft betekenis gekregen. Alleen is die nooit hetzelfde. Iedereen kijkt, iedereen ziet wat anders. Dit is het ironische lot van kunst met een visie.

Hoop of vrees
Zoveel woorden en gedachten gewijd aan een enkele film, en het mooiste ervan is nog dat de maker deze zelf allemaal niet nodig had. Hij liet simpelweg zien wat hij wilde laten zien, scherp en met humor. Wat precies? Een man die zijn eigen angsten, met name voor intimiteit met een vrouw, projecteert op de buren? Wellicht. Vrouwen die uiteindelijk de cruciale stap zetten om de waarheid boven water te krijgen en zodoende de macht bij de man vandaan halen, de nieuwe helden zijn? Misschien. Dat te veel kijken naar anderen goed is, of juist slecht? Kan allebei. Een maatschappij vol eenzame zielen en anonieme buren, gespeend van kinderen – die komen immers in de hele film niet voor? Wie weet.

De grote waarde van deze film ligt voor mij echter niet bij al deze overpeinzingen, maar bij het kijken naar het kijken zelf. Want dat is zo herkenbaar, en daarmee tijdloos. Je ziet iets en denkt er zelf vervolgens een heel verhaal bij, aangewakkerd door hoop of vrees. Deze loop van de menselijke verbeelding kan fantastisch zijn: ze lacht naar me, dus vindt ze me leuk. De rest volgt. Het kan ook verschrikkelijk zijn en van een mug een olifant, van oogcontact het reinste vreemdgaan maken. Je kijkt wel, maar wat je ziet is het gevolg van je eigen verbeelding. En dat kan, zo toont Hitchcock in Rear Window en eerder in zijn zwijgende film The Ring (1927), soms akelig veel op de waarheid lijken.