HARD TARGET

De dans om de kogel

  • Datum 25-11-2010
  • Auteur Bart van der Put
  • Gerelateerde Films HARD TARGET
  • Regie
    John Woo
    Te zien vanaf
    01-01-1993
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Na een twintig jaar durende carrière in de filmindustrie van Hong Kong emigreerde regisseur John Woo vorig jaar naar de Verenigde Staten. Zijn eerste Amerikaanse film Hard target betekent voor de koning van het ‘heroic bloodshed’ genre een doorbraak naar een groot internationaal publiek. Fans van zijn Chinese actiefilms vrezen echter dat er van Woo’s gewelddadig poëtische stijl niet veel over zal blijven. Is hier sprake van het ‘George Sluizer-effect’? Een groepsgesprek in Londen.

Met een produktie-gemiddelde van één film per twee dagen is de filmindustrie van Hong Kong een van de grootste ter wereld. De voormalige Britse kroonkolonie telt meer bioscopen per inwoner dan iedere andere wereldstad. Films draaien er zelden langer dan een paar weken, waarna ze niet alleen van het doek verdwijnen maar ook de kans lopen voorgoed verloren te gaan. Filmsterren worden even snel gelanceerd als vergeten, voor een ster is het dus zaak de vergankelijke roem snel te gelde te maken. Het ontbreken van vakbonden en de enorme werkdruk leiden niet alleen tot achttien-urige werkdagen maar soms ook tot vreemde produktiemethoden. Zo is het niet ongebruikelijk dat filmopnamen tot een dag voor de première doorgaan en de montage ervan pas op het allerlaatste moment geschiedt. Film lijkt in Hong Kong op de eerste plaats een wegwerpartikel.

Doorbraak
Sinds de hoogtijdagen van de kung fu film, in het begin van de jaren zeventig, is er echter op het artistieke vlak een enorme vooruitgang geboekt. De voorzet daartoe werd genomen door regisseur King Hu, die in 1975 op het festival van Cannes bij pers en jury hoge ogen gooide met zijn epische kostuumfilm A touch of zen. Dit bescheiden buitenlandse succes kreeg aanvankelijk alleen met The story of wu viet en The romance of book and sword van Ann Hui navolging. Een echte doorbraak in het westen bleef uit tot twee jonge regisseurs, John Woo en Tsui Hark, besloten te gaan samenwerken.
Woo had in 1986 al veertien titels op zijn naam staan toen hij met Hark als producent de gangsterfilm A better tomorrow maakte. Geïnspireerd op het werk van Jean Pierre Melville, Sam Peckinpah en Martin Scorsese schetst de film een portret van twee broers, die als politieman en crimineel tegenover elkaar komen te staan. A better tomorrow brak alle kassarecords van Hong Kong en bezorgde hoofdrolspeler Chow Yun Fat een sterstatus en een blijvend dienstverband bij regisseur Woo. De trendsettende film vormt de oorsprong van het ‘heroic bloodshed’ genre, waarin schietgrage gangsters hun bloeddorstige natuur compenseren met een sterk ontwikkeld gevoel voor trouw, eer en gerechtigheid. Vriendschapsbanden tussen mannen staan centraal in het genre. De westerse inspiratiebronnen en de eigentijdse setting maken de films zeer toegankelijk voor niet-Chinezen. Binnen het genre blinkt Woo uit door zijn melodramatische scenario’s en stilistische hoogstandjes. Films als The killer, Bullet in the head en Hard boiled bezorgden hem de eretitel ’the Mozart of mayhem’ en de sympathie van Amerikaanse regisseurs als Martin Scorsese, Oliver Stone, Walter Hill en Quentin — Reservoir dogs — Tarantino.
Nu de 45 jarige Woo Amerikaan is geworden staat hij plotseling wereldwijd in de belangstelling. Interviews worden dan ook op een Amerikaanse manier afgewerkt, door middel van press junkets, waarbij journalisten groepsgewijs aan de man voorbij trekken. Terwijl mijn collega’s alleen geïnteresseerd lijken te zijn in Hard target-ster Jean-Claude Van Damme doe ik een poging Woo te ondervragen over zijn eigen werk en verleden.

Kunst en religie
"Toen ik drie was vluchtten mijn ouders uit communistisch China naar Hong Kong. Ik ben opgegroeid in de achterbuurten, we hadden zo weinig geld dat we zelfs een paar jaar dakloos waren. We leefden in een milieu vol gokkers, gangsters en drugsdealers. Ik heb veel geweld gezien, er waren altijd vechtpartijen in de buurt. Ik ontvluchtte de realiteit in mijn fantasie en droomde over een vredige wereld zonder haat en geweld. Ik kreeg een protestants-lutherse opvoeding en had zo’n bewondering voor de kerk dat ik priester wilde worden. Toen ik me aanmeldde voor het seminarie werd ik echter niet geaccepteerd, ze zeiden dat ik beter mijn artistieke kant kon ontwikkelen. Ik heb in mijn films altijd geprobeerd om mijn interesses in kunst en religie te verenigen."
In de jaren zestig kwam Woo bij een theatergezelschap terecht waar hij zich toelegde op het maken van korte experimentele films. Na een aantal uiteenlopende baantjes bij diverse filmstudio’s kreeg hij een vaste betrekking bij de Shaw brothers, die destijds de grootste studio van Hong Kong bestierden. Ofschoon Woo grote artistieke aspiraties had zat er voor hem niets anders op dan zich aan te passen aan het ultracommercile karakter van de lokale filmindustrie. Terwijl collega’s hun regiedebuut meestal pas op veertigjarige leeftijd mochten maken debuteerde Woo met The young dragons al toen hij 26 was. Vanaf dit debuut werden al zijn films gekenmerkt door extreem gewelddadige scènes, die in tegenspraak lijken te zijn met het gelovige en zachtaardige karakter van de regisseur.
"Ik heb echt een hekel aan geweld. Mijn filmpersonages hebben een sterk karakter en willen niets liever dan het kwaad uitroeien. Ze zijn verbonden met de spirituele riddermythologie uit de Chinese oudheid. Ze hebben een sterk besef van trouw en eer en nemen het op voor de onderdrukte medemens. Er zit veel van Jezus’ filosofie in mijn helden. Net als Jezus offeren ze zichzelf uiteindelijk meestal op voor hun idealen. Ik heb er soms wel moeite mee dat ik hun gewelddadige kant zo verheerlijk, want dat is eigenlijk in strijd met hun religieuze oorsprong. De positieve en negatieve aspecten van mijn personages zijn vaak beiden erg overdreven, als ik iets kenbaar wil maken heb ik de neiging het zo hard mogelijk van de daken te schreeuwen."
Woo dankt zijn reputatie als een van de beste actiefilm-regisseurs ter wereld vooral aan de briljant gechoreografeerde actiescènes uit The killer en Hard boiled, zijn laatste Hong Kong produktie. Muziek blijkt bij het totstandkomen van dergelijke scènes een belangrijke rol te spelen.
"Ik snij de beelden op de muziek, het monteren is vergelijkbaar met de montage van een musical. Tijdens de opnamen draai ik ook muziek op de set, daar doe ik inspiratie uit op. Voor kleine vechtscènes gebruik ik rock ‘n’ roll, bij grote actiescènes luister ik naar Bach, Mozart en Wagner, voor het lichtvoetige werk gebruik ik jazz. Meestal doe ik de montage alleen en probeer ik het ritme van de actie en de schoonheid van de camerabewegingen te benadrukken in de muziek. Mijn soort actie is niet van het cartooneske Amerikaanse soort. Mijn actiescènes hebben meer met ballet en opera dan met stripboeken te maken."

Compromissen
Vorig jaar verruilde Woo Hong Kong voor Los Angeles. De regisseur heeft in Hong Kong de top bereikt en zoekt nieuwe uitdagingen. De machtsovername van zijn oude thuishaven door de Chinese regering in 1997 baart Woo bovendien grote zorgen. Het bloedbad op het Plein van de Hemelse Vrede ligt hem nog vers in het geheugen. In Bullet in the head, Woo’s meest persoonlijke film, verwerkte hij het trauma dat veel inwoners van Hong Kong opliepen bij het zien van de schokkende beelden uit Peking. Woo hoopt nu op een succesvolle Amerikaanse carrière. Voor zijn eerstvolgende project Shadow war, een suspense-thriller over een detective duo dat in New York op terroristen jaagt, zoekt hij momenteel financiering.
Woo ziet reikhalzend uit naar zijn samenwerking met Quentin Tarantino, die een op maat gesneden scenario voor zijn idool heeft geschreven. De op The killer geïnspireerde film wordt volgend jaar opgenomen en zal Woo met acteur Chow Yun Fat herenigen.
Intussen heeft de kopieerdrift van de grote Amerikaanse filmmaatschappijen zich na een aantal herverfilmingen van Franse films nu ook al op The killer gericht. Tot ongenoegen van Woo-fans over de hele wereld zal Sylvester Stallone onder regie van Renny Harlin de Chow Yun Fat rol op zich gaan nemen. Met een dergelijk gedrocht in het vooruitzicht geniet Hard target het voordeel van de twijfel.
Woo’s Amerikaanse debuut roept echter wel gemengde gevoelens over zijn keuze voor Hollywood op. In het scenario is weinig terug te vinden van de thematiek uit zijn vorige films en het kunstzinnig bloedvergieten is flink aan banden gelegd. Woo lijkt nogal wat compromissen gesloten te hebben.
"Tot mijn spijt mocht ik het scenario niet veranderen en kreeg ik te weinig tijd voor de opnamen. De studiobazen beseften niet dat mijn stijl erg bewerkelijk is. Als ik een opname moet hebben van iemand die een pistool trekt en schiet, dan kost me dat een hele dag. Ik maak een totaalshot, close up, medium en dan ook nog een rijdertje erbij, een high-speed shot voor slow motion enzovoort. Dat biedt me de mogelijkheid om een actiescène als een musical te monteren. In Amerika moet je zoiets meteen op één manier opnemen. Hard target had een groter budget dan ik gewend was maar dat ging voornamelijk in de omvang van de crew zitten."

Vertalen
Na de vrijheid die Woo in Hong Kong na jaren zwoegen had verworven moeten de restricties die hij in Hollywood kreeg opgelegd een bittere pil zijn geweest. Bij navraag blijkt dat de regisseur echter goed voorbereid was.
"Ik rekende erop dat ik in mijn eerste Amerikaanse film water bij de wijn zou moeten doen. In Amerika is momenteel zoveel ophef over geweld op televisie en in films dat Universal mij al voor de opnamen adviseerde om me in te houden bij het tonen van geweld. Het aantal kogelinslagen en doden moest aanzienlijk lager liggen dan bij mijn voorgaande films. Ze wilden mijn stijl naar Amerikaanse begrippen vertalen en dan moet er ingeleverd worden als het om expliciet geweld gaat. Bovendien trekken actiefilms een jong publiek dat een simpele en snelle afwikkeling van de plot gewend is. Mijn films zitten vol met technische kunstgrepen als slow motion, freeze frames en overvloeiers. Dat soort trucs zijn in Amerikaanse films al twintig jaar niet meer gebruikt. Ik heb daarom na een testvertoning het artistieke element enigszins afgezwakt in de eindmontage. Toen de filmkeuring de film zes keer afkeurde heb ik toch steeds zelf de hermontage mogen doen, de studio heeft maar op enkele punten echt ingegrepen. Zo zijn de regels nu eenmaal in Hollywood."
Het zal Woo in ieder geval een plezier doen dat Hard target in Europa in de ongecensureerde eindmontage uitgebracht wordt. De ironie van de door de filmmaatschappij voor deze versie bedachte kreet ’the director’s cut’ zal hij ongetwijfeld ook op waarde weten te schatten.

Bart van der Put