8½ Women
Onderkoeld rariteitenkabinet
Er zitten erg weinig lijstjes in de nieuwe film van Peter Greenaway. Wie er inmiddels aan gewend was geraakt dat zijn films ontcijferd moesten worden als ingewikkelde mathematische formules, die kan zich nu weer gewoon op Greenaway’s cinematografische kwaliteiten concentreren. En die blijken wat sleets.
Van elke negen minuten denkt een man er één aan seks. Maar waar denkt hij in godsnaam die andere acht minuten aan? Dat vroeg Peter Greenaway zich voorafgaande aan zijn meest recente film 8½ women af. Al heeft dat getal meer te maken met Fellini’s beroemde film, waaraan de Britse cinematografische systeembouwer en passant ook nog een hommage heeft willen brengen, want een echt antwoord op de vraag geeft hij niet. Of het moet zijn dat mannen de rest van de tijd eigenlijk ook aan seks denken.
Kijken naar een Peter Greenaway-film doe je met je telraam en ruitjesblok op schoot. Ooit eens was dat een verrassende ervaring. Bijvoorbeeld in Drowning by Numbers, waarin een touwtjespringend meisje de namen van de sterren aftelt. Later leek alleen Greenaway zelf nog euforisch te worden van zijn holistische en hermetische ‘alle lijstjes zijn met andere lijstjes in verband te brengen’-cinema.
Harem
Peter Greenaway heeft inmiddels zoveel gedoceerd over hoe films er in zijn ogen uit horen zien – niet als fotoromans, stripverhalen of plaatjesboeken, maar als multilineaire beeldervaringen – dat het moeilijk is om zijn eigen werk niet op grond van die strenge eisen te beoordelen. 8½ women voldoet er in ieder geval niet aan. Het verhaal is in een enkele zin na te vertellen – jonge, gefortuneerde, Zwitserse zakenman richt voor zijn net weduwnaar geworden vader een harem van erotische fantasieën in – en de vorm is traditioneel, illustratief en zelfs een beetje oubollig.
Natuurlijk is filmmaker/schilder/fotograaf Greenaway een meester in het toonzetten van grootse, theatrale visuele orgieën. De achteneenhalve vrouw die Storey Emmenthal (want Zwitsers, dus laten we de Engelse personages maar Stilton en Cheddar noemen) voor zijn vader verzamelt en huisvest in hun Geneefse landhuis zijn dan ook ondergebracht in prachtige rariteitenkabinetten. Maar de archetypische verleidsters die zij moeten symboliseren worden zij nooit. De Madame Butterfly, de non, de zwangere moeder Aarde, de hoer, de onderdanige dienares en de inderdaad, halve, want beenloze en halfvolwassen vrouw zijn alleen maar steriele plaatjes uit een postordercatalogus voor een escortservice.
Blote borsten blijven van porselein bij Greenaway, copulerende lichamen worden geregisseerd door een medicus die alleen maar geïnteresseerd is in gymnastische spierbewegingen. En een functie voor het verhaal krijgt het nooit, of het moet Greenaway’s pessimistische conclusie zijn dat noch erotische noch seksuele bevrediging mogelijk zijn. Vader en zoon blijven achter als twee eenzame, pathetische figuren die alleen nog maar een treurige, incestueuze vorm van tederheid bij elkaar kunnen vinden.
Aankleedpoppen
Greenaway heeft in 8½ women veel van zijn fascinaties naar de achtergrond gedrongen. Natuurlijk zitten ze er allemaal nog wel in, Japan, mathematica, natuurwetenschap, lichamen en excrementen, erotiek en dood, maar ze strijden niet meer om het hardst om voorrang. Experimenten met meerdere beeldlagen en kaders over en door elkaar zoals in Prospero’s Books, The Baby of Mâcon en The Pillow Book zijn maar helemaal achterwege gelaten en er worden geen dwangmatige lijstjes meer opgedreund.
Teruggeworpen op klassieke filmische technieken als verhaal, acteursregie en karakterpsychologie valt de regisseur die ik op grond van grote bewondering voor zijn vroegere werk graag met vuur verdedigd zou hebben, echter door de mand. Het verhaal is mager, meer een opeenvolging van taferelen, de acteurs blijven onderkoelde verschijningen en hun personages plat als papieren aankleedpoppen. Dus is er een paardengek en een zakenvrouw en een vrouwelijke travestiet en zijn er een heleboel mooie bedeesde Japanse actrices en leuke, onverwachte rollen voor Amanda Plummer (Pulp Fiction) en Polly Walker (Emma). Maar het maakt de film geen moment urgent.
Integendeel. Het tempo ligt traag, aarzelend bijna, alsof de film naar zichzelf op zoek is. De beelden zijn mooi, maar onbeholpen, want ze willen niets betogen, alleen maar laten zien. Dat was nog niet eens erg geweest, als ze dat dan maar op dezelfde eigenzinnige, compromisloze manier hadden gedaan als in 26 Bathrooms, A Zed and Two Noughts, Drowning by Numbers of zelfs The Pillow Book.
Greenaway’s methode is sleets geworden en een verhaal vertellen blijkt op zich al ingewikkeld genoeg. Een laconieke komedie, noemt hij 8½ women, wat suggereert dat het maar een tussendoortje is. Maar dan nog zou je geen films moeten maken die door je toeschouwers laconiek terzijde kunnen worden geschoven.