The Pillow Book

Met mijn pen op jouw huid

Nagiko (Vivian Wu) laat zich bekalligraferen

Peter Greenaway heeft de cinema uitgevonden. Niet die van de conventionele, realistische film die de afgelopen honderd jaar gemeengoed was, nee, de échte cinema. Met een toch wat kinderlijke opwinding over de nieuwste technologie kondigde hij een paar jaar geleden een nieuw tijdperk aan waarin het mogelijk zou zijn om eindelijk eens echte films te gaan maken. Maar als The Pillow Book een voorbeeld is van ‘echte cinema’ wordt het pas werkelijk tijd om ons zorgen te gaan maken over het medium.

En ze waren zo leuk, die eerste films van Greenaway. De humor en speelsheid waarmee hij het leven in een dwangmatige orde wilde vangen, het onder wilde brengen in een absurde systematiek die de chaos van het leven desondanks geen moment wist te verhullen.

Herhalingen, opsommingen, spelletjes met arbitraire regels, alfabetische en numerieke rangschikking waren de middelen om ‘orde’ te scheppen in zijn eigen universum. Een wereld als een tableau vivant, gemodelleerd naar een zeventiende-eeuws stilleven of gedwongen in de symmetrie van Renaissance-architectuur. Zijn films hadden iets lichts en vrolijks, maar altijd met een donkere, onheilspellende ondertoon. Dood, verval en bederf maakten evenzeer deel uit van die wonderlijke kunstmatige wereld.

In veel opzichten maakt Greenaway nog steeds dezelfde films, maar elke humor, elke luciditeit is eruit verdwenen. Zijn twee meest recente films, Prospero’s Books en The Baby of Mâcon, bezwijken onder de pretentieuze kitsch. Elk beeld moet minstens uit twee of drie lagen bestaan of anders is het wel helemaal dichtgeslibt met attributen en figuranten. Het zijn ondoordringbare, barokke spektakels waarbij je doodmoe en toch verveeld de bioscoop verlaat.

Rituelen
Alleen wat dat betreft is The Pillow Book een verademing; het is opener, toegankelijker en minder bombastisch. Het verhaal speelt zich af in Japan en Hong Kong en dat leent zich kennelijk meer voor een wat koelere benadering dan voor barok theater.

Nagiko is een Japans meisje op wie twee rituelen uit haar jeugd diepe indruk hebben gemaakt; op haar verjaardag schilderde haar vader altijd een gelukswens op haar gezicht en las haar tante voor uit The Pillow Book, het dagboek van de courtisane Sei Shonagon, die duizend jaar geleden leefde. Als Nagiko volwassen is houdt ze zelf een dagboek bij en zoekt ze minnaars die haar lichaam willen beschrijven. Ze leeft ondertussen in het hippe circuit van Hong Kong, waar ze Jerome ontmoet, vertaler en de minnaar van een uitgever. Hij vindt dat zijzelf de pen moet zijn en hij het papier. Nagiko ontdekt haar ambities om schrijfster te worden. Ze kalligrafeert gedichten op Jerome die hij persoonlijk aan de uitgever presenteert. Terwijl Jerome zijn baas verleidt, beschildert Nagiko ongeduldig andere mannen. Jaloezie ontaardt in de dood van Jerome. Nagiko schrijft een liefdesgedicht op zijn lichaam voor ze hem begraaft. De verliefde uitgever maakt van Jerome’s huid een boek en Nagiko doet alles om het boek, haar pillow book, in bezit te krijgen.

Sei Shonagon legt in haar dagboek lijsten aan van observaties, minnaars, kostbaarheden, Onvergelijkbare Zaken enzovoort, en schematiseert zo de wereld om haar heen. Nagiko spiegelt zich aan haar, waardoor ze haar eigen leven al bij voorbaat in een zekere structuur dwingt. De herhalingen in haar leven zijn een andere vorm van orde die de cirkel uiteindelijk perfect rond en sluitend maakt.

Kalligrafie
De jeugd van Nagiko wordt meestal in zwart-wit gefilmd, het heden in kleur. Episodes uit een mislukt huwelijk zijn om de een of andere reden getint. Inzetjes, dubbele beeldlagen, tekst die over het beeld loopt, opsplitsing van het scherm, de digitale techniek staat voor niets.

De vraag is natuurlijk of dit alles iets toevoegt aan het verhaal. Soms wel, vaak ook niet. Beeldinzetjes worden te pas en onpas gebruikt. Soms vormen ze aardige illustraties bij de voorgelezen tekst van Sei Shonagon, soms worden ze gebruikt als overgang naar een volgende scène, vaak is het een manier om verschillende tijden binnen een beeld te combineren om zodoende de parallellen te onderstrepen tussen Nagiko’s jeugd en het heden. Maar heel erg is natuurlijk dit: inzetjes van erotische Japanse prenten tijdens een vrijscène. Ook met het gebruik van tekst in beeld had kritischer omgesprongen mogen worden. De fascinatie voor Japanse karakters is overduidelijk; ze vormen op zichzelf al de ideale synthese van beeld en taal.

The Pillow Book van Sei Shonagon is een bestaande Japanse klassieker, de rest is verzonnen. Waarom, vraag je je af. Het is een tamelijk zielloos verhaal dat voornamelijk geconstrueerd lijkt vanwege de esthetische mogelijkheden die het biedt. De obsessie met kalligrafie en de kennelijk erotische kracht ervan blijft ook voor de duur van de film een klinische aangelegenheid. Het is zonder meer waar dat Japanse karakters een mooie beeldlaag vormen en dat de perfecte lichamen heel fraai zijn, maar de nadrukkelijkheid daarvan wekt ook irritatie op. Mij lijkt dat je een verhaal te vertellen hebt en daar een passende vorm voor zoekt, en niet andersom. Op de vorm en de esthetiek van The Pillow Book ben je vrij snel uitgekeken, en dan wreekt zich de steriele inhoud waarbij een slimme constructie voor diepgang moet doorgaan.