Prospero’s Books
Greenaway verslaat het tempo van de clip
Precies zeventig jaar geleden maakte (Sir) John Gielgud zijn debuut als acteur op de planken. Hij speelde in stukken van Noel Coward, Margaret Kennedy, Oscar Wilde, Graham Geene, Albee en Pinter, maar werd ook één van de grootste vertolkers van Shakespeare. Niet alleen op het toneel, maar ook in films speelde hij rollen uit diverse Shakespeare-stukken. De bekroning op die carrière viert hij dit jaar in Peter Greenaway’s Prospero’s Books, een met de meest geavanceerde technische middelen tot stand gekomen film; een productie van Kees Kasander, die hiervoor tijdens de Nederlandse Filmdagen het Kalf voor de beste film mocht ontvangen.
Prospero’s Books is gebaseerd op Shakespeare’s theaterstuk The Tempest, het verhaal van de verbannen Milanese hertog Prospero. Op een eiland ver weg van Europa, waar hij met zijn dochter Miranda verblijft, creëert hij met behulp van 24 boeken een geheel eigen wereld en ontwerpt hij een scenario waarin hij zijn dochter vertelt van hun geschiedenis en komst naar het eiland en waarin hij al zijn vijanden aan zich onderwerpt. Hij gaat te ver in zijn machtsfantasie en de magie slaat om in werkelijkheid. Zijn vijanden staan voor hem en spreken met hun eigen woorden.
Bij de opnamen van TV Dante (1988) vertrouwde Gielgud regisseur Greenaway toe graag een film te willen maken naar The Tempest. Eerdere verzoeken daartoe aan onder meer Ingmar Bergman en Alain Resnais werden niet gehonoreerd en voorstellen daartoe door onder andere Derek Jarman en de BBC werden door Gielgud zelf afgewezen. Zes weken na het gesprek had Greenaway een gedetailleerd scenario klaarliggen.
Er werd een enorme productie voorbereid, waarvoor onder leiding van Kees Kasander de opnamen in 1990 plaatsvonden. Honderden figuranten werden naast professionele acteurs als Gielgud in de titelrol, Michael Clark (Caliban), Michel Blanc (Alonso), Erland Josephson (Gonzalo) en Isabelle Pasco (Miranda) in de uitbundige decors van Ben van Os en Jan Roelfs gezet en Sacha Vierny maakte schitterende opnamen waaronder talloze minutenlange rijers. Aan het slot draven de Nederlandse acteurs Gerard Thoolen, Pierre Bokma en Jim van der Woude nog op in kleine rollen. Huiscomponist Michael Nyman schreef opnieuw de muziek voor Greenaway, die met zijn beeldmateriaal naar Japan afreisde om met behulp van een digitale electronische Graphic Paintbox filmbeelden te creëren die nog niet eerder te zien zijn geweest.
De productie stond op scherp om de competitie van Cannes te halen. Maar met zoveel technische complicaties bleken daar uiteindelijk niet meer dan de eerste twintig minuten haalbaar. De wereldpremière van Prospero’s Books bleef bewaard tot Venetië, begin september, waar de film door de jury echter volkomen genegeerd werd.
Voorop gesteld moet worden dat Prospero’s Books een uniek werkstuk is. Greenaway heeft zijn visuele fantasieën nog nooit zo uit weten te leven als in deze film. Wat hij met zijn beelden doet grenst aan het ongelooflijke. Daarnaast heerst Sir John Gielgud als een meester in deze film, niet alleen door zijn fysieke aanwezigheid, maar vooral ook door zijn stem die haast onophoudelijk te horen is.
Eén vraag is bij het opzetten van deze produktie echter niet gesteld en wel: hoeveel kan een mens verdragen? In dit geval de toeschouwer. Het imaginaire (beelden)rijk dat Prospero verzon is door Greenaway van linksboven naar rechtsbeneden volledig ingevuld en waar nodig daarachter nog weer voorzien van een ander beeld.
Voor wie enigszins vertrouwd is met zijn werk, vanaf de eerste korte films via de eerste speelfilm The Draughtman’s Contract tot en met zijn voorlaatste, The Cook, the Thief, His Wife and Her Lover en zijn televisiewerk, ligt Prospero’s Books zowel inhoudelijk als visueel in de lijn der verwachting. Greenaway’s films verraden altijd zijn verleden als editor, iemand die kan spelen met beelden en die daarbij – als ware Engelsman – voortdurend nieuwe spelletjes met een eigen numerieke logica verzint. Verder is hij ook beeldend kunstenaar (schilder), die na de tekenaar in zijn eerste speelfilm nu via de paintbox alles met electronische opgeslagen beelden kan doen wat hij wil.
De superinventiviteit en optimale benutting van de nieuwste technologische snufjes leiden bij Prospero’s Books tot een film die de kijker doodslaat. De taart is te lekker, te groot om er tot het einde toe met volle teugen van te kunnen genieten. Menigeen haakt na een uur af, het grootste deel van de volhouders haalt kokhalzend de eindstreep. En dat kan natuurlijk nooit de bedoeling geweest zijn van zo’n prestigieus project. Het razende tempo van de moderne videoclips wordt via Shakespeare en Gielgud met geheel nieuwe middelen teruggebracht tot dat van een slak.