Wim Wenders over Every Thing Will Be Fine
'De 3D-camera kijkt door elke leugen heen'

Wim Wenders (rechts) met James Franco op de set van Every Thing Will Be Fine
Zeven jaar en vijf documentaires na Palermo Shooting maakte Wim Wenders eindelijk een nieuwe speelfilm. Every Thing Will Be Fine vertelt het verhaal van een schrijver, een ongeluk en de slachtoffers. “Mijn cinematografische taal is gedurende de jaren meer en meer op eigen benen gaan staan.”
Sinds zijn 3D-experimenten in de gelauwerde dansdocumentaire Pina (2011) heeft Wim Wenders zijn heil in de nieuwe cameratechnologie gevonden. Ook zijn nieuwste, intieme speelfilm Every Thing Will Be Fine draaide hij in het medium dat eigenlijk vooral met maximalistische blockbusters geassocieerd wordt. Al kunnen we hier in Nederland niet op die manier van de nieuwste Wenders genieten: hier wordt de film alleen in 2D uitgebracht. Toch valt er aan de scherptediepteverhouding wel een beetje af te zien hoe de film er in de derde dimensie uit zou kunnen zien. Wenders: “Deze camera’s kijken recht door elke leugen of verbloeming heem.”
Dat idee sluit perfect aan bij de inhoud van Every Thing Will Be Fine. De film, uit de pen van Bjørn Olaf Johannessen, gaat over schrijver Tomas (James Franco) die per ongeluk een jongen aanrijdt en moet leven met de consequenties. Daar gaat hij bepaald niet goed mee om. Hij laat zijn vriendin Sara (Rachel McAdams) in de steek en negeert de familie van het doodgereden jongetje (moeder Kate en broertje Christophe) als die contact met hem zoeken. Het ongeluk heeft een gat in Tomas’ leven geboord dat enkel het schrijverschap nog kan vullen. Wenders toont echter dat Tomas zich niet voor altijd kan verschuilen achter zijn werk.
Na een reeks documentaires keerde u met Every Thing Will Be Fine terug naar de speelfilm. Heeft het maken van documentaires uw manier van speelfilms draaien beïnvloed? “Ik denk het niet. Je zit in een andere modus en een ander ritme als je een documentaire maakt, dat zeker, en een speelfilm vereist een andere benadering. Ik heb al wel vaker gewisseld tussen de twee vormen van filmmaken. Het voelt gezond voor je geestelijke gesteldheid om dat te doen. Fictiefilms kunnen je ego opblazen, omdat je elke keer weer een hele wereld moet uitvinden. Er is ongetwijfeld een soort wederzijds leerproces, waarin het maken van de ene film de ander versterkt, maar wat mij betreft is het beter om daar niet te veel over na te denken. Het is het beste om dit proces onderbewust zijn gang te laten gaan.”
Het scenario van Every Thing Will Be Fine werd geschreven door Bjørn Olaf Johannessen, een beginnend scenarist. Wat zag je in zijn verhaal? “Ik vond het simpelweg goed. Bovendien trof het scenario mij op een moment dat ik op zoek was naar een intiem, persoonlijk verhaal dat zich voornamelijk in de hoofden van mensen zou afspelen, omdat ik wist dat 3D zo’n verhaal eer aan zou kunnen doen. Ik ben ervan overtuigd dat deze camera’s meer zien dan elke eerdere camera, dat ze recht door je heen kunnen kijken, bijna als röntgenscans. Daar was Bjørn-Olafs verhaal perfect voor! Ik kende hem omdat ik een paar jaar eerder in een Sundance Jury een prijs aan zijn scenario van Patrice Toye’s Nowhere Man uitreikte. Dat was verdomd goed geschreven en het prijzengeld zorgde ervoor dat het verfilmd werd. Destijds zei ik tegen hem: ‘Als je op een dag een even goed script hebt, stuur het dan naar me op.’ Vier jaar later lag Every Thing Will Be Fine op mijn mat. Eerst dacht ik: hoe komt hij aan mijn privéadres? Toen herinnerde ik mij pas de jongeman van vier jaar eerder.”
Het scenario gaat over een getroebleerde auteur. Zoals Oscar Wilde al schreef in The Picture of Dorian Grey: “Om kunst te onthullen en de artiest te verbergen, dat is het doel van kunst.” Verhult hoofdpersonage Tomas zich achter zijn kunst? “In zijn geschriften verwerkt Tomas wat hij niet in zijn leven kan oplossen. Je kan dit een daad van verbloeming noemen. En ja, hij verbergt zich achter zijn teksten.”

En u? “Oscar Wilde’s citaat gaat niet op voor cinema – of in ieder geval niet voor de mijne. Ik tracht mijzelf te onthullen in mijn werk en ik verwacht van mijn acteurs hetzelfde. Vooral in 3D, zoals ik dat zie, kun je niets verbergen. Genadeloos herkennen deze camera’s ook slecht acteerwerk. Al met al lijkt Wilde’s wijsheid dus vreemd genoeg vandaag de dag gedateerd te zijn. Kunst is tegenwoordig in toenemende mate onthullend.”
In één scène lijkt uw film haast terug in de tijd te gaan. Op het moment dat Tomas op zijn dieptepunt overweegt zelfmoord te plegen, zijn de kleuren meer uitgesproken, de schaduwen verbogen en de camerastandpunten verdraaid. Het lijkt haast een scène uit een Duits-Expressionistische film. Speelt de oude cinema nog een grote rol in uw nieuwe films? “De Duitse filmgeschiedenis kreeg ik pas laat mee, toen ik al een gezonde dosis Amerikaanse en Europese auteursfilms tot me had genomen. Waar mijn vroege werk invloeden van Hitchcock, Nicolas Ray en John Ford toonde, en soms zelfs duidelijk citeerde, is mijn cinematografische taal over de jaren meer en meer op eigen benen gaan staan. Mijn laatste films, en zeker Every Thing Will Be Fine, hebben geen model meer. Al is het wel waar dat deze scène een compleet andere filmtaal kent. Tomas is hier echt aan het instorten en ik zocht een beeldtaal die daarbij zou passen.”
Het verhaal van Every Thing Will Be Fine werkt naar een belangrijk moment toe waar Tomas zich met Christopher verzoent. Voor zowel de karakters als voor het publiek zou dit een moment van catharsis moeten zijn, maar het lijkt alsof Tomas zelfs op dit moment nog onoprecht is. Is hij zo’n gebrekkig mens? “Ik denk dat hij op dat moment wel oprecht is, maar misschien pas voor de eerste keer. Hij is niet gewend om zijn gevoelens te tonen, dus hij verbloemt zijn emoties en probeert cool over te komen. Pas als de jongen weg is, komen de emoties en laat hij zelfs een traan. Dit is een veranderd man. Every Thing will be fine, vanaf nu. Hopelijk… Ik haal hiervoor veel inspiratie bij mijn favoriete filosoof van de 20ste eeuw, Martin Buber. Hij heeft het over twee soorten relaties die wij kunnen hebben, de IK-HET- en de IK-JIJ-relatie. Voor Tomas is de hele wereld altijd HET. Hij gebruikt het ongeluk en de betrokken mensen als HET in zijn boeken. De eerste keer dat hij zich pas écht opent voor een IK-JIJ-relatie is met Christopher op het eind.”