Pedro Gonzalez-Rubio over Alamar

'Ik moest gewoon met de golven meegaan'

Pedro Gonzalez-Rubio (foto Angelique van Woerkom)

Terug naar de oorsprong van het verhalen vertellen in de Tiger-winnaar Alamar, dat zich afspeelt bij een koraalrif in Mexico. Maar dan met zoveel realisme dat je meteen Robert Flaherty’s nanouk of the north te binnen schiet.

Alamar is fictie, laat daar geen misverstand over bestaan, zei regisseur Pedro Gonzalez-Rubio afgelopen januari in Rotterdam. Toch liet een fictiefilm zelden zoveel realisme zien. Drie generaties mannen eten, vissen en slapen nog een paar dagen in kleine houten huisjes boven het water voordat de vijfjarige Natan terug moet naar zijn moeder in Rome, aan de andere kant van de wereld. Met zijn exotische locatie en de bijna uitgestorven levensstijl van de vissers had Alamar gemakkelijk een toeristisch promofilmpje kunnen worden voor het Banco Chinchorro, ’s werelds tweede koraalrif buiten de oostkust van Mexico. Maar de jonge Mexicaanse regisseur beperkte zich gedecideerd tot de essentie van het verhaal: het leren afscheid te nemen.

“Ik kwam dat boek van Michel Houellebecq tegen, De mogelijkheid van een eiland. Zo begon het. Ik wilde een verhaal vertellen over een man die afscheid neemt van het leven door zijn laatste dagen op een eiland door te brengen. De zee zou dan de baarmoeder kunnen zijn, het vrouwelijke, dat wat ons voedsel geeft. Maar zoals het vaker gaat, dan ontmoet je echte mensen en verandert het hele idee. Ik kwam Gorge tegen omdat hij als gids op het Banco Chinchorro werkte. Toen ik het verhaal hoorde van zijn ex, en zijn zoon die overkwam uit Rome, wist ik dat dat het verhaal moest worden. De grootvader, Matraca, was een oude visser die ik tegenkwam toen we de eerste weken met een groep vissers optrokken. Toen ik later zag dat Gorge’s zoon Natan goed met hem overweg kon, heb ik Matraca gevraagd de rol van de grootvader te spelen. Natans moeder, die nog maar net van Gorge gescheiden was omdat ze zich niet met elkaars manier van leven konden verzoenen, speelt een kleine rol aan het eind van de film. Dat was misschien lastig voor haar maar we hebben er uitgebreid over gesproken en ze vond het goed.”

In hoeverre wilde u een verdwijnende manier van leven laten zien? “Dat was een belangrijk element. De essentie van mijn film is tijdelijkheid, afscheid nemen, dingen die voorbijgaan. Daar blijf ik de hele film op terugkomen. De relatie tussen Gorge en Roberta is voorbijgegaan, Gorge zal afscheid moeten nemen van zijn zoon, Natan zal voor het eerst in zijn leven misschien moeten leren dat dingen voorbijgaan, net als bij de vogel die een paar dagen bij het huisje verblijft en dan weer verdwijnt. Natans kindertijd zelf die tijdelijk is, onschuld die verloren gaat, de generaties die elkaar opvolgen, de natuur die we vernietigen, dit type bestaan dat langzaam zal verdwijnen. Afscheid is de essentie van ons menszijn. Toch is dat geen pessimisme. Op een bepaalde manier zit er juist een optimistisch gevoel door de film geweven. Maar natuurlijk, ook nostalgie. Ik weet niet of je dat gevoeld hebt maar vanaf de eerste beelden van de zee en het rif zit er een soort nostalgie in de manier waarop de camera Natan volgt. Zoals hij voorover uit die boot leunt met de zee die zich voor hem uitstrekt. In dat korte moment zie je onschuld en ontdekking, en tegelijk de kindertijd die voorbij zal gaan. Voor Natan is de film een ontdekkingsreis, voor Gorge een reis door zijn herinneringen, door verloren tijd, en voor Matraca is het een tijd waarin hij de generaties na hem kan leren over het leven.”

U laat Natan nergens zeggen wat zijn voorkeur heeft, deze plek of Rome. U vervalt nergens in sterke contrasten, al liggen die misschien voor de hand. “Ik zou er een hekel aan gehad hebben wanneer de tegenstellingen uitvergroot werden. Zo van het goede leven versus het verkeerde leven. Dan zou ik die natuurlijke manier van leven idealiseren. En dat is precies wat ik niet wilde. Het is daar niet perfect. Ik wilde geen exotisme. Bovendien is het niet wildernis versus beschaving. Rome is in bepaalde opzichten ook een wildernis en het leven op het rif is in bepaalde opzichten heel gestructureerd en beschaafd.”

Ook het drama tussen Gorge en Natan houdt u heel klein, low-key. “In Mexico zijn onze verhalen en films nogal melodramatisch. Alles is daar over the top. Daar wilde ik verre van blijven. De emoties moesten beheerst blijven.”

U filmde met de camera op piepkleine locaties. In de boot, in Matraca’s huis op het water. Hoe ging dat? “Ik deed zelf de camera en ik had alleen een geluidsman bij me. Een vriend. Samen met Gorge, Natan en Matraca werden we bijna vrienden, familie. We gingen mee vissen, we sliepen in het huis. Als we dat trouwens niet hadden gedaan had ik nooit geweten hoe de zee ’s nachts had geklonken, en dat soort details is erg belangrijk voor de film. Matraca was erg gastvrij, hij straalt warmte uit. Het ging allemaal heel natuurlijk. Alsof ik aan het surfen was. Ik moest gewoon met de golven mee gaan.”

Een paar dagen lang wordt het huisje bezocht door een kleine zilverreiger, Blanquita wordt ze door Natan gedoopt. Een prachtige sequentie die de essentie van de film laat zien. “Natan was meteen gefascineerd. Dus toen de vogel aankwam, heb ik eerst gefilmd hoe hij en Gorge Blanquita probeerden te eten te geven. Gewoon om ze samen bezig te zien. Ik was helemaal verrast toen de vogel de volgende dag terugkwam. En weer terugkwam. Plotseling kon die vogel een element in het verhaal worden. Plotseling ging die vogel de natuur symboliseren, en dingen die je niet in de hand hebt, dingen waar je afscheid van moet nemen ook. Dat Blanquita langskwam was… magisch. Op een subtiele manier vertelt die vogel wat Natan zal moeten leren over het leven.”