White Material

Het land is van degenen die het bevechten

White Material

White Material is een helse afdaling in neokoloniaal Afrika.

Begin en einde zijn één bij Claire Denis: een duistere, desoriënterende poel van rook, vuur en wraak. Geen houvast. Geen uitweg. De openingsbeelden van White Material zijn als het slottafereel van een Griekse tragedie: alle hoofdpersonen liggen dood op het toneel, alleen de heldin – een hedendaagse Antigone – ontsnapt. Voor een laatste dwaaltocht door het schimmenrijk.

Het is bijna onmogelijk om de laatste film van Claire Denis niet in dat soort mythische termen te omschrijven. Zo sterk spreekt hij tot je ogen. Zo duidelijk ruik je de verbrande lichamen. Zo verslavend raast de adrenaline na die eerste beelden door je lichaam: vlucht, vlucht, vlucht! Nee, blijf, vecht! Maar verlam niet, want dan is het te laat.

Voor het eerst sinds haar overweldigende debuut Chocolat (1988) keerde Denis terug naar de grond waar zij opgroeide: het in stof getekende neokoloniaal Afrika. De plaats van handeling is ditmaal naamloos. Niet meer het woelende, maar desondanks nog tamelijk vredige Kameroen (waar zij haar kinderjaren doorbracht en waar White Material ook werd opgenomen), maar een anoniem land, waar zoals in zoveel Afrikaanse staten, stammenverschillen burgeroorlogen zijn geworden en de oorlog van allen tegen allen regeert.

Spil van de gebeurtenissen is Marie Vaile, de eigenaresse van een koffieplantage die door oprukkende rebellen wordt bedreigd. Voor de laatste maal vliegt het Franse leger in helikopters over en raadt de bewoners aan het terrein te verlaten. Ze kunnen niet langer instaan voor hun veiligheid. Met de helikopter landen om hun burgers daadwerkelijk te helpen doen ze al lang niet meer.

Marie piekert er niet over weg te gaan. Dit is sinds generaties haar land. Haar familieleden hebben zo hun eigen redenen om te blijven: haar opportunistische ex-man rent rond als een kip zonder kop en probeert achter haar rug om de plantage te verkopen, haar zoon is weggezakt in apathie en haar schoonvader te ziek om te reizen. Allemaal geloven ze dat de burgemeester van het naburige dorp, die er een privélegertje op nahoudt, hen wel zal beschermen tegen rebellenleider The Boxer, een even charismatische als nietsontziende revolutionair.

Granaatscherven
Maar zoals gezegd: het is een oorlog van allen tegen allen, waarin alleen opportunistische allianties te smeden zijn, idealen en principes duur betaald worden en de chaos heerst. Dat is de dynamiek waar het om draait. Marie (Isabelle Huppert) is voortdurend in beweging. En om haar heen tolt de wereld. Onverschrokken racet ze op haar motorfiets, lift ze mee met vluchtelingen, loopt ze de blaren op haar voeten om te redden wat er te redden valt. Het is een week voor de oogst, maar ook haar laatste arbeiders laten haar in de steek: “Koffie is koffie, niet de moeite waard om voor te sterven.”

Bij Claire Denis was de plot al nooit de motor voor haar films. En ook in White Material presenteert ze de verhaalelementen als granaatscherven die vooral dodelijke verwarring moeten zaaien. Wie hoort bij wie? Wie is vijand? Wie vader? Zoon? Van wie? De hele film is een nachtmerrie, met zijn eigen ontgoochelende logica, zoals L’intrus (2004) dat was, al is de vertelling minder elliptisch.

Net als in die film, waarin hoofdpersoon Louis Trebor (gespeeld door Michel Subor, nu in de rol van pater familias Henri) een harttransplantatie moest ondergaan, duiden beelden van honden en paarden op een onderliggende symbolisch-archetypische laag. Als zoon Manuel zich op een gegeven moment bij de kindsoldaten aansluit, hoort Marie van een waarzegger dat haar zoon ‘een hond’ geworden is, op hetzelfde moment dat het kinderleger hem de niet zo vleiende bijnaam ‘gele hond’ geeft. Om zijn engelachtige blonde haar, dat hij dan al heeft afgeschoren. En omdat, zoals we later zullen horen, ‘jongensblond ongeluk brengt’. Of is dat alles een droom?

Moeten we dat nog onderliggend noemen? Ook in White Material is het lichaam van de film als het ware gevild, de huid afgestroopt, zijn zenuwen bloot. Binnen is buiten geworden. De symboliek is de laatste naakte waarheid. Denis laat die beelden zo rechtstreeks tot je onderbewuste spreken, dat je je niet eens meer hoeft af te vragen wat ze betekenen. Ze zijn.

Eigendom
Van wie is het land? Van wie is het Afrikaanse land? Welke eigendomsrechten ontleent Marie aan het feit dat zij het land exploiteert, ook al is het generaties lang, is het inmiddels het land van háár vaderen geworden? Het Brechtiaanse ‘het land is van degenen die het bewerken’ voldoet niet (meer) als antwoord op die vraag, waar White Material om draait.

Verwacht van Claire Denis geen eenduidige politiek. Landeigenares Marie heeft evenzeer haar sympathie als de moordende Boxer. Het land is van hen allebei, al hebben ze conflicterende belangen. Maar het is het land waardoor ze, al is het maar voor een verraderlijk ogenblik, een onuitgesproken verwantschap delen.

Marie is al lang geen buitenstaander meer in Afrika: het sproetige lichaam en de vlassige haren van Isabelle Huppert zijn even rood als het stof op de wegen en het geronnen bloed van de rebellen die de macht willen heroveren. De camera (voor het eerste niet van Denis’ vaste cameravrouw Agnès Godard, maar van Yves Cape, die recentelijk ook Hadewych (2009) en Persécution (2009) draaide – die over haar gespierde armen, haar pezige handen en haar getekende gezicht dwaalt, filmt een oud en vermoeid landschap. Een landschap dat leven en dood heeft gezien. Zoals in al Denis’ films het lichaam een landschap is, een terra incognita van zweet en andere lichaamssappen. Maar Marie is niet alleen het land, zij is ook het oog. Zoals zij over het hek bij burgemeester Cherif naar de blote mannenlijven staart, die pronken met hun wapens, is ze ook Claire Denis zelf zoals die schaamteloos naar de lichamen van de legionairs keek in Beau travail (1999).

Na het intense en impressionistische 35 rhums, een film die Denis min of meer parallel aan White Material ontwikkelde, is White Material zowel toegankelijker als raadselachtiger. De losse structuur van de oorlogsfilm, de aloude strijd tussen ongeïdentificeerde goeden en slechten, houdt de aandacht vast. Maar daaronder, in die kolkende woedende poel van oerbeelden en emoties, openbaart zich wederom het ware genie van niet alleen een van de belangrijkste, maar ook relevantste filmmakers van onze tijd.

Het gaat er niet alleen om dat die strijd om het land, om eigendom, om rechten de hele wereld in een permanente wurggreep gevangen houdt, van de buitenwijken van Parijs tot de Limburgse heuvels, de West Bank en de erfgrens. Het gaat erom dat Marie en The Boxer allebei hun land willen bewerken.