Copie conforme

Abbas Kiarostami: schijn en wezen

COPIE CONFORME

Wat maakt het leven de moeite waard? Dat is een vraag die Abbas Kiarostami al heel lang bezighoudt. De sleutel tot die vraag is: verander je blik. Mensen zijn niet wie ze lijken in zijn films, ook niet in Copie conforme.

Een kopie kan evenveel waarde hebben als het origineel, zo betoogt de Britse schrijver James Miller in Abbas Kiarostami’s nieuwe film Copie conforme. De overtuiging dat nep even interessant is als echt komt al veel eerder terug in Kiarostami’s werk, met name in zijn fictieve documentaire Close-Up (1990). Hij kwam op het idee voor Close-Up toen hij een krantenbericht las over een man die zich voordeed als de Iraanse filmmaker Mohsen Makhmalbaf. Deze Ali Sabzian stelde zich aan een welgestelde familie voor als Makhmalbaf en vroeg of hij een film over hen kon maken. Toen zij erachter kwamen dat ze met een fraudeur van doen hadden, moest hij voor de rechtbank verschijnen. Kiarostami was onmiddellijk nieuwsgierig naar deze ‘kopie’ van Makhmalbaf. Hij beschuldigt Ali in Close-Up helemaal nergens van. Hij laat juist zien wat Ali’s motieven zijn om zichzelf anders voor te doen, en ontketent vervolgens een geraffineerd spel met schijn en wezen door iedereen zichzelf te laten spelen.

Kiarostami zei achteraf dat hijzelf ook niet meer wist wat waar was en wat niet in zijn film, die hij als zijn favoriet heeft bestempeld. Makhmalbaf zelf komt ook nog aan zet in een ontroerend moment, als hij zijn dubbelganger op een brommertje meeneemt door de stad, op weg naar de familie die Ali eerder had ingepalmd. Ook Kiarostami benaderde op zijn beurt deze familie met de vraag of hij een film over hen kon maken; een brutale vraag omdat ze die eerder al van een nepregisseur hadden gehoord. Dit maakt ook Kiarostami weer een kopie van een kopie.

De verschillende perspectieven en de leugentjes die Kiarostami er expres in liet sluipen, beletten de kijker om een compleet beeld te krijgen van Ali. In plaats daarvan voelen we compassie met deze man, die een filmliefhebber blijkt te zijn en uit liefde voor de kunst zichzelf de identiteit van filmmaker aanmat. De rechter vraagt op een gegeven moment om opheldering: "Welke rol zou je willen spelen?" "Die van mezelf", antwoordt Ali. Later zal hij tegen Makhmalbaf zeggen: "Ik ben het zat om mezelf te zijn", terwijl het geluid soms wegvalt omdat er zogenaamd een geluidskabeltje kapot is. Want Kiarostami wil ons ook altijd duidelijk laten merken dat we naar een film aan het kijken zijn.

Kersen
Eenzelfde soort rollenspel als in Close-Up zien we terug in Copie conforme, de eerste buitenlandse film van Kiarostami, waarin Juliette Binoche en William Shimell een galeriehoudster en een Britse schrijver in Toscane spelen, die spelen dat ze een echtpaar zijn. Of zijn ze echt een echtpaar, dat net doet of ze elkaar voor het eerst ontmoet? De verwarring wordt steeds groter als ze schakelen tussen spel en feit, tussen echt en nep, terwijl ze ondertussen praten over kopieën en originelen in de kunst.

Deze meest rationele film van Kiarostami tot nu toe is een rollenspel tussen de galeriehoudster en de schrijver, die er samen een dagje op uittrekken. Opgezet als een puzzel, is dit meer een hersenkraker dan een emotionele vrijplaats. Anders dan zijn vorige werk blijft deze film dan ook meer op afstand. Maar interessant is hij zeker, al was het maar om de prikkelende stellingen en de verwarrende spelletjes.

James Miller zegt ergens in het begin van Copie conforme dat er geen vaste referentiepunten zijn als je over kunst wilt schrijven. Maar zijn er eigenlijk wel vaste referentiepunten in het echte leven? Miller noemt het voorbeeld van de kunstenaar die iets doodgewoons in een museum zet en het zo in één klap tot kunst maakt. Alleen je blik verandert zo, niet het object zelf. Kiarostami heeft daar vaak over verteld, over het veranderen van je blik, in zijn filmlessen 10 on Ten (2004) bijvoorbeeld. Hij wil de kijker niet inpakken met technische middelen en hem zo van zijn beoordelingsvermogen en verbeeldingskracht beroven. Eenvoud boven alles. Zoals in Taste of Cherry (1997), misschien wel zijn allermooiste film, waarin een man zelfmoord wil plegen en vervolgens op zoek gaat naar iemand die na afloop een paar scheppen aarde over hem wil gooien. De oudere man die zich aandient na een lange zoektocht in de auto, houdt een prachtige monoloog over je eigen blik, die de spil is van alles. Ooit wilde deze man ook zelfmoord plegen, maar hij zag er vanaf toen hij plotseling kersen zag hangen en er een paar van plukte. Die intense smaak van kersen was geen oplossing voor zijn problemen, maar hij keek tenminste weer om zich heen. Hij zegt het zo: alsof je klaagt dat alles pijn doet, je arm, je been, je buik, terwijl het alleen maar je vinger is die gebroken is. We zoeken de oorzaken en de oplossingen vaak op de verkeerde plek, in uiterlijke zaken, niet dichtbij jezelf, terwijl het er juist om gaat om je eigen blik op de zaken te veranderen.

Auto
In bijna elke film van Kiarostami rijdt er wel iemand in een auto: Taste of Cherry, The Wind Will Carry Us, Close-Up; Ten is zelfs geheel in een auto opgenomen. Ook in Copie conforme rijden de galeriehoudster en de schrijver even in een auto, nu door Toscane. Waarom Kiarostami zo graag een auto’s als decor neemt, legt hij uit in de filmlessen 10 on Ten: het voordeel van de afgesloten ruimte van de auto is dat mensen elkaar niet hoeven aan te kijken. Ze zitten naast elkaar en voelen zich op hun gemak, zodat de dialogen natuurlijk aandoen. Ze zijn op zichzelf maar ook met de ander, ze hoeven elkaar alleen maar aan te kijken als ze een reactie verwachten.

In Ten deed hij nog iets bijzonders: hij monteerde een camera in een auto en was zelf helemaal niet meer aanwezig bij de gesprekken. Hij had zo een vast punt gecreëerd in een bewegende wereld, die aan de auto voorbijtrekt. In een auto is vaak geen ruimte voor filmtechnici, dus het is een plek waar de acteur zich sneller op zijn gemak voelt. Dat een autoraam ook een kader in een filmkader is, waarbinnen je de buitenwereld filtert, dat kun je er als kijker zelf bij bedenken.

Spuitbus
Veel mensen in de films van Kiarostami vragen de weg aan iemand, terwijl ze in de auto over kronkelwegen door het stoffige, glooiende landschap rijden. De wegen zijn volgens Kiarostami, zo zegt hij op de extra’s van The Wind Will Carry Us (1999), niet voor niets zigzaggend. Ook het bot dat de man uit The Wind Will Carry Us in de rivier gooit, wordt niet in een rechte lijn meegenomen. Het leven loopt niet lineair. Denk maar aan het water, zegt Kiarostami: pas als een waterloop een obstakel tegenkomt, gaat het woest bewegen. Dan gebeurt er wat.

Vaak komt er iets rollends of drijvends voorbij in zijn films: de rollende appel en het drijvende bot in The Wind Will Carry Us, de rollende spuitbus in Close-Up. Het zijn terloopse maar veelzeggende momenten – wat ze precies zeggen, dat laat de regisseur graag aan ons over. Hoewel, ‘regisseur’: Kiarostami ziet zichzelf niet als metteur en scene, iemand die iets in scène zet, of als realisateur, iemand die iets reëel maakt. Door middel van eliminatie – hij laat alleen het belangrijkste zien – neemt hij de ruis weg en laat hij ons zelf kijken. Hij geeft geen oordeel of evaluatie. Hij laat het leven zien zoals je ernaar zou kunnen kijken.

Zoals in The Wind Will Carry Us, waarin een geheimzinnige man een afgelegen dorpje in Koerdistan bezoekt en zich daar voordoet als archeoloog – wederom een rollenspel van Kiarostami, zoals ook in Copie conforme. Deze ‘archeoloog’ blijkt een bovenmatige interesse te hebben in de oude vrouw die binnenkort weleens zou kunnen gaan sterven. Hoewel de subtiele film over de dood gaat, ademt het hele dorp leven, door de lente, het groene gras, de baby’s, de aardbeien. Net als in Taste of Cherry laat hij zien wat het leven de moeite waard maakt, voor wie daar wel eens aan twijfelt. Maar hij laat niet alleen beseffen dat het leven om de smaak van kersen gaat, en om de herontdekking daarvan, maar vooral ook om al die momenten die minder aangenaam zijn. Dat je deze toch op waarde kan schatten, kan alleen door er niet met een al sombere blik naar te kijken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar Kiarostami weet wel altijd de juiste snaar te raken. Zijn vinger is niet gebroken.