Maeve O’Boyle over Joan Baez: I Am a Noise
'Er lag een geweldige schat op ons te wachten'
De activistische folkzanger die doorbrak aan het einde van de jaren vijftig stelt zich bijzonder kwetsbaar op in dit knap gemonteerde en aangrijpende levensportret. Regisseur Maeve O’Boyle: “Het moest zijn alsof je met Baez door de tijd reist.”
Veel documentaires over beroemdheden zijn weinig kritisch. Joan Baez: I Am a Noise is zo’n zeldzame uitzondering die toont dat je wel degelijk een kritische film kunt maken – ook als je innig met je onderwerp samenwerkt. Het is een buitengewoon oprechte film over de muzikant die aan het begin van de jaren zestig met haar geëngageerde liedjes de opkomst van de tegencultuur inluidde.
I Am a Noise is geregisseerd door drie vrouwen: Miri Navasky, Maeve O’Boyle en Karen O’Connor. Laatstgenoemde is al meer dan dertig jaar bevriend met Baez en deed voor dit project de meeste interviews met de singer-songwriter. Navasky dook in het immense archief dat de makers tot hun beschikking kregen (daarover later meer) en O’Boyle hield zich naast het regiewerk intensief bezig met de montage. Die zorgt ervoor dat de film voortdurend en bijna onmerkbaar laveert tussen Baez in heden en verleden.
Het verbindingsmiddel tussen de verschillende perioden uit Baez’ leven zijn shots waarin zij onderweg is, in een auto of bus. In archiefbeelden zien we haar in de jaren vijftig met haar familie op reis in de auto; in het heden zit ze in de toerbus tijdens haar afscheidstour. Fascinerend aan die dynamiek is dat je als kijker inzage krijgt in Baez’ ontwikkeling van een ietwat timide zanger naar een inspiratie voor velen. Toch valt vooral haar nederigheid op.
De film toont dan ook dat Baez’ idealen onveranderd zijn gebleven sinds ze als tiener in 1959 het podium van het Newport Folk Festival betrad. Ook de zwaardere zaken uit haar leven komen aan bod: de problematische relatie met haar vader, haar affaire met Bob Dylan (die toen ze elkaar ontmoetten véél minder beroemd was dan zij), haar mentale problemen en haar getroebleerde huwelijk met journalist en activist David Harris. I Am a Noise is niet uitsluitend een lofzang op Baez, maar een doorwrochte poging om haar beter te doorgronden.
Een van de opvallende elementen aan de documentaire is de wijze waarop Navasky, O’Boyle en O’Connor de kijker laten zien hoe beroemdheid eruitziet vanuit een vrouwelijk perspectief. “Eigenlijk wilde ze niet beroemd worden”, vertelt O’Boyle, die we spreken op IDFA 2023. “Ze wilde geen toegang tot privileges die anderen niet hebben. De film gaat over een jonge vrouw die beroemd wordt terwijl ze eigenlijk zelf nog niet eens weet wie ze is, en dus over de relatie tussen beroemdheid en identiteit. Het was in die tijd in de folkscene sowieso niet makkelijk als vrouw. En voor Baez kwam daar ook nog eens haar activisme bij kijken, wat weer leidde tot andere dilemma’s.”
O’Boyle verweeft die facetten op vernuftige wijze in de montage. De film opent niet voor niets met een citaat van schrijver Gabriel García Marquez: “Iedereen heeft drie levens: een publiek leven, een privéleven en een geheim leven.” Alle drie komen ze in deze film ruimschoots aan bod. Niet alleen in de vorm van archiefbeelden en interviews, maar ook in de ontroerende schetsen die Baez gedurende haar leven maakte, die de film een soort Freudiaanse lading geven. O’Boyle: “Baez zelf omschrijft de film liefst als ‘een eerlijke nalatenschap’. Een waargebeurd verhaal over wat ze allemaal heeft meegemaakt, dat niet alleen draait om muziek, maar ook om activisme en trauma’s.”
Sleutels van de opslagruimte
Dat Baez zich zo openstelt voor de filmmakers, terwijl ze geen inspraak had in de final cut, is te danken aan haar vriendschap met regisseur O’Connor. De singer-songwriter zette eerst nog haar vraagtekens bij het project. Zo had ze haar twijfels over een scène waarin ze repeteert met haar zangcoach (terwijl ze worden aangestaard door een portret van Dylan): ze vond het niet fijn hoe haar stem daar klinkt. Toch ging Baez al snel overstag. “Het was simpelweg als twee vrienden die met elkaar spraken”, vertelt O’Boyle over de interviews die O’Connor deed. Uiteindelijk gaf Baez ook toestemming om haar afscheidstour in 2017 te filmen.
Een jaar later gebeurt er iets bijzonders, als de makers afreizen naar Baez’ landgoed in Californië om nog iets dieper in de materie te graven. Dan krijgen ze van de muzikant sleutels in hun handen gedrukt van een opslagruimte. O’Boyle: “We realiseerden ons dat er een geweldige schat op ons lag te wachten. Met archiefmateriaal dat Baez’ hele leven beslaat, waaronder haar dagboeken, brieven en poëzie die ze schreef, en zelfs opnames van therapiesessies. We realiseerden ons dat we de film nog intiemer konden maken, en tussen het heden en verleden konden laten bewegen.”
Baez was zelf nog nooit in de opslagruimte geweest en zag de inhoud daarvan – door O’Boyle omschreven als een ‘karrenvracht’ – ook voor het eerst terug. “Dat was een magisch moment. Vervolgens kostte het wel flink wat moeite om door al het materiaal te spitten.”
De opslagruimte fungeert in de film als metafoor voor de herinneringen die in de loop van een mensenleven worden verzameld. Inclusief zaken die Baez moedwillig heeft weggestopt. Alsof de artiest, die op het moment van filmen achterin de zeventig is, nog steeds niet helemaal wist wie ze was. O’Boyle nuanceert: “Een van de belangrijkste boodschappen aan het einde van de film is dat Baez zich wél een completer mens voelt met haar voeten op de grond. Dit is haar beste decennium toe nu toe. Maar ze is nog niet klaar; er staan haar meer spirituele reizen te wachten.”
Voordat de film in majeur eindigt, duikt de film nog in Baez’ relatie met haar vader, die haar misbruikte toen zij een kind was. Decennia later wordt ze in therapie eerst nog gediagnosticeerd met false memory syndrome: ze zou de herinneringen aan het misbruik hebben verzonnen. Het Amerikaanse vakblad Variety legde vorig jaar in een artikel over Joan Baez: I Am a Noise de nadruk op deze passage uit de film – wellicht wat sensatiebelust, maar ook omdat dit simpelweg nieuws was. O’Boyle legt uit dat het lastig was om ervoor te zorgen dat niet de hele film erdoor zou worden gedomineerd. “Dat was voor mij een van de grootste uitdagingen. Ik wilde niet dat de rest hierdoor overschaduwd zou worden.”
Immer in beweging
Opvallend genoeg verandert die nieuwe informatie nauwelijks iets aan het beeld dat je van Baez krijgt. Je begrijpt haar hooguit beter. O’Boyle: “Baez heeft vele verschillende lagen. Het was onze taak om haar daarom ook als driedimensionaal en gecompliceerd mens neer te zetten.”
Dat doet O’Boyle dus door telkens te schakelen tussen toen en nu. Zoals wanneer ze Baez toont tijdens de Mars naar Washington in 1963 en jaren later tijdens een concert. Hierdoor ontstaan sublieme, tedere overgangen. “Het moest zijn alsof je met Baez door de tijd reist.”
Vandaar dus almaar die shots in bewegende auto’s en bussen, vehikels voor Baez’ dromen. O’Boyle: “Dat is het idee van het ervaren van een flow, het gebruiken van onderbelichte, onscherpe beelden die met andere beelden weer een organisch geheel vormen. Dat was het motief voor de film en dat kwam op intuïtieve wijze bovendrijven. Je kan de structuur van de film in die zin vooral zien als een spiegel voor de wijze waarop Baez ooit begon. Met slechts een gitaar. Zeer organisch en zeer eenvoudig.”
Joan Baez: I Am a Noise draait vanaf 13 juni 2024 in de bioscoop en is ook te zien via Picl.nl