Ildikó Enyedi over On Body and Soul

Via de droom uit de comfort zone

Ildikó Enyedi

Twee mensen dromen elke nacht hetzelfde. Regisseur Ildikó Enyedi over haar prijswinnende On Body and Soul: “Ons alledaagse leven is veel rijker dan we denken.” Een wrang en romantisch sprookje om ons uiteindelijk beter te laten nadenken over wat te doen (en dromen).

Twee eenzame zielen ontmoeten elkaar in een slachthuis in Boedapest. De op het Filmfestival Berlijn met een Gouden Beer bekroonde, en tot de longlist van de Oscarnominaties voor Beste Buitenlandse Film doorgedrongen Hongaarse film On Body and Soul is speels, wreed, precies en diep en vindt vele manieren om lichaam en ziel te verbeelden.

De ongewone liefdesgeschiedenis over de intense geestverwantschap tussen de oudere directeur Endre en de jonge hygiëne-inspecteur Mária is de eerste film van regisseur Ildikó Enyedi (My 20th Century, Simon Mágus) in bijna twintig jaar. We spreken haar begin december via Skype. Haar film verovert harten. En laat ons dromen.

Hoe raakte u geïnteresseerd in de mogelijkheden van droom en cinema? "Eigenlijk was dat helemaal niet mijn eerste interesse. Ik wilde een verhaal vertellen over de menselijke conditie, over twee mensen die zich op een kruispunt in hun leven bevinden. Om daar de droomwereld voor te gebruiken was een intuïtieve beslissing, en tegelijk een efficiënte manier om twee mensen in een situatie te brengen waarin ze hun leven niet meer konden leiden zoals ze gewend waren. Ze moeten uit hun comfort zone stappen. Omdat ze op een behoorlijk krachtige manier met elkaar geconfronteerd worden als ze ontdekken dat ze al geruime tijd dezelfde droom dromen."

Gelooft u dat het mogelijk is dat mensen dromen delen? "Ik weet het niet. Sinds de film is uitgekomen is er veel gesproken over de mogelijkheid. Onlangs zat ik in een panel met neurowetenschappers die zeiden dat ze het aan het onderzoeken zijn."

Het is een enorm romantisch en misschien ook wel angstaanjagend idee. U laat hen niet dezelfde praktische droom delen, zeg een doel wat ze willen bereiken. Het is iets metafysischer. "We dromen elke nacht dus het is eigenlijk heel concreet. Het is niet alleen psychologisch, maar zelfs fysiologisch belangrijk om te dromen, zelfs als we ons onze dromen niet herinneren."

On Body and Soul doet me veel denken aan uw vorige film Simon Mágus [1999, over een onwelwillende ‘magiër’, DL], dus er lijkt in uw werk een bredere interesse in het bovennatuurlijke te bestaan. "Het doet me groot plezier dat je Simon Mágus hebt gezien. Dan weet je ook dat ik in die film erg m’n best heb gedaan om hem niet als een soort ’tovenaar’ af te beelden, die allerlei wonderbaarlijke dingen doet, zoals de Bijbelse Simon. In zijn geval is het zijn persoonlijkheid, zijn charisma dat hem ‘magisch’ maakt. Daarvoor moest ik ook sterk vertrouwen op acteur Péter Andorai. Ik heb in beide films willen herdefiniëren wat werkelijkheid is. Niet per se een esoterische wereld willen verkennen maar laten zien dat ons alledaagse leven veel rijker is dan we denken. Dus het onderscheid tussen droom en realiteit is misschien wel heel kunstmatig. Dromen kunnen heel geloofwaardig zijn. Ze zijn een andere realiteit, en daarmee een realiteit."

Is On Body and Soul op dezelfde manier als Simon Mágus een karakterstudie, maar dan van twee ingekeerde mensen, van de ‘magie’ van introvertie? "Niet bewust. Maar ja, nu je dat zo zegt, vind ik het een interessante manier om ze op die manier in samenhang te zien."

Hoe zijn personages Mária en Endre ontstaan? "Ik heb nooit het gevoel dat ik een personage hoef te ontwikkelen. Omdat ik ze al ken. Dat wil niet zeggen dat ik ze letterlijk ken of dat ze autobiografisch zijn. Maar wel dat ze voortkomen uit mijn eigen ervaringen met mensen, uit hoe je je in verschillende situaties kunt voelen of gedragen. Een film maken is meer een manier om te ontdekken hoe je die kennis met een publiek kunt delen. Bij Simon, en op een bepaalde manier ook bij Mária en Endre gaat het om een stille, vanzelfsprekende integriteit. Dat is zo’n zeldzame karaktereigenschap vandaag de dag. Ik heb het script voor On Body and Soul in een roes geschreven. Het meeste werk was niet om hen te bedenken, maar om hun complexiteit en om die intense liefdesgeschiedenis tussen beiden aan het licht te brengen."

Misschien is dit een vraag die door #metoo meer lading heeft gekregen, maar waarom is er zo’n groot leeftijdsverschil tussen de bijna gepensioneerde Endre en de jonge Mária? "Voor mij heeft dat niet met het clichébeeld van relaties tussen oudere mannen en jongere vrouwen te maken. Endre moest ouder zijn, omdat er voor hem echt iets op het spel moest staan. Hij is als man ervaren. Maar dit is zijn laatste kans op echte liefde en verwantschap. Ik zie zoveel mannen om me heen die teleurgesteld zijn in het leven, en daardoor cynisch geworden, die zich daardoor niet meer durven uiten en feitelijk nee tegen het leven zeggen. Mária is in mijn optiek meer leeftijdsloos. Er is aan haar niets meisjesachtigs meer. Ze komt jong over omdat ze onervaren is."

Het is een beetje meer dan onervarenheid denk ik; zonder een diagnose te willen stellen, maar het grenst aan een Autisme Spectrum Stoornis. "Je zou kunnen zeggen dat ze Asperger heeft. Maar ik heb het niet als een psychiatrisch beeld willen behandelen, maar naar het gedrag willen kijken, wat voor meer mensen herkenbaar is."

Naar verhouding hebben minder vrouwen dan mannen een Asperger-diagnose. Dus voor mij lag ook de neiging op de loer om Endre en Mária vanuit stereotype man/vrouwbeelden te begrijpen. Was dat de bedoeling? "Nee. Er zit geen feministische of politieke insteek in de film. Als ik een ding heb willen bereiken is het juist om mensen een ontspannen gevoel te geven, te bewerkstelligen dat ze een beetje meer open zijn naar mensen die zich niet op dezelfde manier uiten als zij. Dat ze iets meer geduld hebben, ook ten aanzien van hun eigen eigenaardigheden, en daarmee hopelijk ook tegenover die van anderen."

Uw film heet On Body and Soul en we hebben het nu vooral over het meer mentale deel van de film, voor Mária en Endre een manier om ook lichamelijk tot elkaar te komen. De setting van het slachthuis is daarentegen heel fysiek. "Eigenlijk heb ik de persoonlijkheid van de dieren die daar naartoe worden gebracht willen verbeelden. Hun prachtige gezichten, de hartverscheurende blik in hun ogen. Niet alleen vlak voor ze geslacht worden, maar ook tijdens de lunchpauze als ze stil en geduldig wachten op het moment dat ze gedood zullen worden. Alle bloederige details zijn voor mij nodig om te laten zien dat het levende wezens zijn die hier geslacht worden, misschien wel net zo complex als de menselijke hoofdpersonen van mijn film. Wezens die hun laatste momenten heel bewust meemaken. Het ging me niet om het oproepen van horror of walging."

Er zit een scène in de film waarin Endre iemand tijdens een sollicitatiegesprek vraagt of hij medelijden met deze dieren heeft. "Ik denk dat we als mens bewust moeten zijn van wat we doen. Er is teveel onverschilligheid. We vinden het zo makkelijk om onze ogen te sluiten voor dingen die we ongemakkelijk vinden. ‘Ik hoef niet te weten hoe mij iPhone wordt geproduceerd’, ‘ik wil niet weten dat het vlees op mijn bord van een levend wezen afkomstig is’, ‘het kan mij niet schelen of mijn kleding milieuonvriendelijk wordt geproduceerd’, ‘ik dit en dat tadadam’. Omdat we wegkijken zijn onze beslissingen in mijn optiek geen volwassen, weloverwogen beslissingen. Onze maatschappij schuift veel te veel verantwoordelijkheden op die manier van zich weg."