The Story of My Wife

Een meester­werk schemert door de mislukking

The Story of My Wife

Een onbehouwen zeekapitein raakt in de jaren twintig van de vorige eeuw op het Europese vasteland verstrikt in zijn huwelijk met een mysterieuze Française. The Story of My Wife is een gemankeerde maar intrigerende boekverfilming.

Toen The Story of My Wife (A félesegem törtenéte) vorig jaar in première ging in Cannes werd de nieuwste film van Ildikó Enyedi – die met haar vorige film On Body and Soul (2017) nota bene nog de Gouden Beer won in Berlijn – direct afgepoeierd door een deel van de aanwezige filmpers. Het drama zou slaapverwekkend, onevenwichtig en onlogisch zijn.

Dat is allemaal waar. De film, die is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Hongaarse auteur Milán Füst uit 1942 en draait om de Nederlandse zeekapitein Jacob Störr (Gijs Naber), die op een dag in een opwelling in Parijs trouwt met Française Lizzy (Léa Seydoux), is onmiskenbaar een mislukte boekadaptatie.

Tóch is The Story of My Wife buitengewoon interessant. In vrijwel elke scène is zichtbaar dat Enyedi het in potentie wel kan: het transponeren van boekpassages naar het witte doek. Ze hanteert een soort visuele verbeelding van een innerlijke monoloog. The Story of My Wife speelt zich net als het boek af in een abstracte realiteit die ontstaat door het vertroebelde perspectief van Störr op de wereld: op zee voelt Nabers personage zich thuis, op het vasteland is hij als een vis op het droge. Dus zoekt hij – de film schuurt soms tegen het banale aan – naar een anker dat hem stabiliteit kan bezorgen.

Störr denkt die vastigheid te vinden in Lizzy. Maar aangezien de zeevaarder vaak maanden achtereen weg is, heeft hij geen idee wat vrouwlief achter zijn rug en in zijn bed uitspookt. Telkens als hij na een lange reis terugkeert, probeert hij zijn huwelijk weer op te pakken. Dat gaat moeizaam: Lizzy (Seydoux speelt met verve een zwoele maar getormenteerde femme fatale) verlangt vooral naar het sprankelende uitgaansleven van Parijs. Haar minder verfijnde echtgenoot is echter niet bekend met de mores van de dansclubs waar zij zo graag komt – ook dat levert frictie op.

Dat is tegelijkertijd ook een voorbeeld van hoe complementair de twee zijn: hij is wat onbehouwen; zij is mysterieus en dromerig. Hij kijkt naar de toekomst; zij leeft in het nu en twijfelt over de zin van het leven. De film doet thematisch denken aan het vroege, nihilistische werk van Ernest Hemingway. Enyedi vat dit alles op schilderachtige wijze, in een film zonder geprononceerde spanningsbogen, die maar wat voortkabbelt en het geduld van de kijker flink op de proef stelt. Niettemin is af en toe een glimp te zien van het meesterwerk dat The Story of My Wife had kunnen zijn.