You Were Never Really Here

Furieus, maar niemand die het ziet

You Were Never Really Here

Joaquin Phoenix zwerft als man met de hamer door de onderwereld, in deze brute, impressionistische, explosieve nieuwe film van Lynne Ramsay.

Lynne Ramsay’s nieuwe film is al de Taxi Driver (1976) van de 21ste eeuw genoemd en als je de vergelijking eenmaal kent, kun je die niet meer ontkennen. Hoewel Ramsay (Ratcatcher, 1999; We Need to Talk About Kevin, 2011) vast niet ongelukkig is met die vergelijking, doe je de film ermee tekort. De hoofdrol van Joaquin Phoenix is zo eigen, de impressionistische sfeer en de energie van You Were Never Really Here zo anders, dat een vergelijking meer een marketingjingle is dan inhoudelijk iets toevoegt. De Niro’s Travis Bickle zag de wereld als verdorven, bij Ramsay ís de wereld verdorven.

Joe is ook geen taxichauffeur, hoewel je zijn werk als huurmoordenaar zou kunnen uitleggen als iemand die zielen naar het hiernamaals helpt. In die zin chauffeert hij. Maar de ritprijs is hoog. “Wat doe je de hele dag?”, vraagt een therapeutische stem. “Dingen”, zegt Joe. Wat Joe doet, is mensen doodslaan met een hamer. Het eigene van Ramsay’s film is dat Joe volledig in zijn eigen wereld leeft en dat wij met hem in die wereld leven. Hoe overtuigend hij ook tekeer gaat – wat we niet direct zien, maar via videocamera’s in de gebouwen waar hij binnensluipt – hij is er nooit echt bij. Joe praat niet maar mompelt, als hij zijn mond al open doet. Hij is furieus, maar niemand die het ziet. Voor wie het wel ziet, is het die laatste seconde voor het licht uitgaat.

Hallucinant
Een vriend die klussen regelt, vraagt Joe om de ontvoerde dochter van een bekende politicus op te sporen, die schijnbaar verdwenen is in een onderwereld van seksueel misbruik en pedofielen. Hij gaat aan de slag, zogezegd, maar niet alles is wat het lijkt.

Joe’s stemming is de stemming van de film. Gedempt, gehuld in duisternis, bruut, gewelddadig, explosief. Zo lang hij niet thuis is bij zijn oude moeder. Samen, zo leren we van de voice-over, hebben ze het een en ander te verstouwen gehad van Joe’s vader, die er niet meer is. Ramsay’s methode om via de kleinste signalen hun liefdevolle verhouding te schetsen en toch niet af te wijken van de toon van de film, is verbluffend.

Er is nog een tweede voice-over, die naast de soundscape van Jonny Greenwood (de gitarist van Radiohead) de hallucinante sfeer van deze scherpgesneden, 85 minuten durende beproeving illustreert: de stem van het kleine meisje dat op een onbekende plek gevangen zit en aftelt naar het moment van verlossing. En natuurlijk: zoals alles in de film is het eigenlijk de stem van Joe.

Dit is hoe de onderwereld eruit had gezien als Orpheus een hamer bij zich had gehad. Ramsay is een meester van haar ambacht, maar als genrefilm had You Were Never Really Here het moeilijk in de strijd om de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes. Phoenix won de prijs voor Beste Acteur en Ramsay kreeg de prijs voor het Beste Scenario, omdat ze de roman van Jonathan Ames binnenstebuiten keerde. Maar voor haar artistieke visie en met deze visuele zeggingskracht had ze de hoofdprijs moeten krijgen.