Dash Shaw en Jane Samborski over Cryptozoo

‘We zijn blij hoe regenboog de film geworden is’

Dash Shaw

Een animatiefilm in het ongemarkeerde gebied tussen verbeelding en werkelijkheid. Wat als? Wat als nooit geziene dieren echt bestaan? Wat als we kleuren op gevoel gebruiken? En wat als we het Capitool bestormen?

Dat was even slikken. Toen op 6 januari 2021 extreem-rechtse aanhangers van Donald Trump het Amerikaanse Capitool bestormden, veranderde op hetzelfde moment, en onbedoeld, Dash Shaws animatiefilm Cryptozoo van betekenis. “Ik kon niet in de toekomst kijken”, verzucht regisseur Shaw (My Entire High School Sinking Into the Sea, 2016). Animatieregisseur en levenspartner Jane: “We hebben vijf jaar aan deze film gewerkt, hij werd geschreven toen Obama nog president was. We konden niet weten dat dit ging gebeuren.”

Waar gaat het om? Aan het begin van Cryptozoo zien we een Amerikaanse hippie dromen over het bestormen van het Capitool. Als hij wakker wordt vertelt hij (met de stem van Michael Cera) zijn partner over het links-revolutionaire visioen: “De flikken bewaakten het [Capitool] maar we braken erdoorheen en daarna begonnen we een totaal nieuwe, perfecte maatschappij.” Die partner is niet meteen overtuigd en waarschuwt voor de gevaren van het plan. En wij denken, onvermijdelijk, aan Trump.

Nadat in 2001 de Twin Towers waren neergehaald werden ze, uit een misplaatste vorm van piëteit, uit allerlei films en televisieseries verwijderd. Voor Cryptozoo was dat geen optie: de droom is deel van de plot. Niks meer aan te doen. Maar wat vinden de makers er nu van? Is de film, door deze ingreep van de werkelijkheid, beter of slechter geworden? Samborski, na enig nadenken: “Het voegt een laag toe. Je ziet een naïeve maar ongevaarlijke hippie, maar beseft nu dat het helemaal niet ongevaarlijk is.” Shaw: “Het maakt de film nog uitzichtlozer. Want we weten nu dat dit ideaal uit de jaren zestig, het verzinnen van je eigen wereld, ook hierop kan uitlopen. Cryptozoo was daar al behoorlijk realistisch over, om niet te zeggen negatief. Maar het is nog duidelijker geworden wat er met verbeelding gebeurt in een kapitalistisch systeem. Ook als je het goed bedoelt.”

Cryptozoo

Medusa
De situatie is op een vreemde manier toepasselijk, omdat Cryptozoo op allerlei niveaus gaat over de botsing van werkelijkheid en verbeelding. Dat geldt ook voor het hoofdonderwerp van de film, de cryptids—cryptides in het Nederlands. Fantastische wezens waarvan het bestaan wordt vermoed maar nooit is bewezen. Type Monster van Loch Ness. In Cryptozoo komen daar nog mythologische varianten bij, met onder meer een gorgon (een soort Medusa), een camoodi (een Zuid-Amerikaanse reuzenslang, die je niet boos moet maken) en een bakoe (een aaibaar Russisch zoogdiertje, dat ’s nachts de dromen uit je hoofd zuigt). Maar, benadrukt Shaw: “Een van de uitgangspunten was dat het, hoewel het fantasy is, duidelijk plaatsvindt in de echte wereld. Niet in een fantasiewereld.”

En dus behandelt de film de cryptides als echt bestaand. Ze zijn slechts zeldzaam en nog niet erkend door de buitenwereld. Een aantal goedbedoelende activisten is daarom een ‘Cryptodierentuin’ begonnen als eerste stap naar integratie in de menselijke samenleving. Iets wat overigens voor de aanspreekbare humanoid cryptids, mensachtige cryptides, makkelijker denkbaar is dan voor giganten als de Kraken (een mega-octopus die je ook niet boos moet maken)—een onderscheid waarop Cryptozoo niet dieper ingaat. Wel wordt de spanning benoemd tussen integratie en acceptatie en tussen dierentuin en vrije natuur. Waarbij de verschillende partijen (inclusief het Amerikaanse leger, dat de cryptides uiteraard weer vooral als potentiële wapens ziet) van mening verschillen over wat hier de ‘realistische’ optie is.

Hokusai
Die spanning tussen realisme en fantasie schuilt ook in Cryptozoo’s vormgeving. In plaats van alles uit de eigen duim te zuigen, zijn Shaw en Samborski op zoek gegaan naar historische illustraties. De bijzondere bewegingen van de camoodi, die in rechte hoeken van richting verandert, baseerde Samborski op Maya-afbeeldingen. Shaw putte inspiratie uit het eenhoorntapijt in The Met Cloisters, een bakoe-tekening van Hokusai en de alkonost van Ivan Bilibin. Maar ook uit de onvoltooide film The Centaurs (1921) van animatiepionier Winsor McCay: “Hij is een genie dat eveneens wezens creëerde die alleen maar kunnen bestaan als je ze tekent. Bovendien is die film op een bepaalde manier sexy en volwassen.”

Samborski: “Dash komt met allerlei inspiratiebronnen bij me; dingen die vaak totaal niet op elkaar lijken. En dan is het mijn taak om daar iets coherents van te maken, dat toch al die elementen in hun waarde laat.” Paradoxaal genoeg krijgen de cryptides door die worteling in hun historische verbeelding een zeker aura van realisme. Alsof ze gegrond zijn in ons collectief onbewuste.

He-Man
Ook het meest in het oog springende visuele element, het kleurenpalet, wisselt tussen fantasie en werkelijkheid, waarbij vooral de expressionistische kleurexplosies opvallen. Shaw: “Ik ben daarmee begonnen in mijn stripboeken. Kleur was in strips destijds naturalistisch, zoals bij Chris Ware of Kuifje. Ik wilde kleuren juist emotioneel en intuïtief gebruiken.” Samborski: “Ik houd van kleur. Ik wil alle kleuren. We zijn blij hoe regenboog de film geworden is. Dat is ook een reactie op het beperkte kleurenschema van veel mainstream-films, die eruitzien als vieze vissenkommen.”

En net zoals ze die bonte collages van strepen, vlekken en patronen afwisselen met traditioneler ingekleurde scènes, varieert in Cryptozoo de manier van bewegen tussen meer realistisch en juist hoekig en haperend. En dat laatste blijkt niet alleen een budgettaire kwestie. Ik vraag, met enige schroom—omdat het genre niet hoog in aanzien staat—of ik hun werk mag vergelijken met de goedkope limited animation die op televisie verscheen in de jaren tachtig? Het fantasy adventure dat Cryptozoo ook is, deed me denken aan series als, eh, He-Man? Ik zet me schrap, maar dat blijkt niet nodig. “Ja, dat was expres”, lacht Samborski. En met een trailerstem: “Michael Cera is… He-Man!”

Wel speelde die spanning tussen realistisch en houterig bewegen ook tussen de makers. Shaw: “Jane wilde altijd meer vloeiende bewegingen, maar van mij hoefde dat niet. Ik houd veel meer van die limited animation-cartoons. Vooral de Japanse.” Samborski: “Speed Racer!” Shaw: “Uiteindelijk moet het publiek mee willen gaan in de zintuiglijke ervaring.” Samborski: “We willen dat mensen niet vergeten, maar juist accepteren dat het animatie is. Realisme is prima, maar meer iets voor andere mensen.”