D. Smith over Kokomo City
'Niet de pruiken en make-up maken je tot vrouw'

D. Smith. Zelfportret
Filmmaker D. Smith portretteerde vier trans vrouwen die hun brood verdienen met sekswerk. In Kokomo City filmt ze hen in zwoel zwart-wit en op intieme plekken, wat nieuwe inzichten oplevert. “Terwijl ik in de film expliciet trauma probeerde te vermijden, sloeg het toe in de realiteit.”
Er zijn behoorlijk wat cis mannen die vallen op trans vrouwen, blijkt in Kokomo City. Ze komen er alleen niet voor uit.
De vier hoofdpersonen van de film – Liyah Mitchell, Dominique Silver, Daniella Carter en Koko Da Doll – signaleren daarnaast een keur aan andere problemen. Ze treffen als sekswerkers vaak gewelddadige klanten (na hun orgasme “voelen ze zich aangetast in hun mannelijkheid”). Ook worden de trans vrouwen door hun clientèle – en door een deel van de maatschappij – gefetisjeerd. Ze worden geacht zich op een bepaalde manier te gedragen en kleden.
Documentairemaker D. Smith toont in haar gelauwerde debuut (bekroond met twee prijzen op Sundance en uitgeroepen tot beste documentaire in de Panorama-sectie op de Berlinale) hoe trans vrouwen vaak niet voor vol worden aangezien. Ze worden geobjectiveerd door mannen en die mannen zijn volgens de trans vrouwen uit haar film dus “in ontkenning”.
Tegelijkertijd is sekswerk de enige reële bron van inkomsten voor de vrouwen. Niet iedereen is daar blij mee, maar in andere werkvelden zijn trans vrouwen nauwelijks welkom.
Dat ondervond Smith, die in 2014 in transitie ging, zelf ook: ze was een succesvol muziekproducent en werkte samen met artiesten als André 3000 en Katy Perry, totdat ze zich als vrouw begon te identificeren en min of meer uit de muziekwereld werd verbannen. Smith zwierf vervolgens door de Verenigde Staten en was zelfs enige tijd thuisloos, totdat dit filmproject vorm kreeg. Haar doel met Kokomo City is overzichtelijk: de kijker vanuit het perspectief van een trans vrouw laten kennismaken met trans vrouwen.

Zwart-wit
Smith besloot direct bij aanvang van het project om alles te filmen in zwart-wit. De eerste shots van Kokomo City – waarin de nadruk vaak ligt op de lichamen van de vier hoofdpersonen – doen sterk denken aan het werk van Spike Lee, bijvoorbeeld She’s Gotta Have It uit 1986.
Tijdens een telefoongesprek vertelt Smith vanuit haar thuishaven Miami over deze stijlkeuze. “Zwart-wit ziet er artistiek uit. Het kan verheffend werken, het oogt klassiek. En ik dacht dat zwart-wit de kijker misschien zou choqueren in een film over trans vrouwen. Sowieso wilde ik geen conventionele, voorspelbare of veilige film maken.”
Smith filmde de vrouwen op intieme plekken; zo filmt ze Daniella Carter in haar badkuip. Opvallend genoeg kregen de hoofdpersonen wel een instructie mee: geen make-up. Smith legt uit: “Veel mensen associëren verhalen over trans mensen met glamour. Het is niet gezond om altijd maar aan die verwachtingen te voldoen. Het zijn niet de pruiken en make-up die je tot een trans vrouw of vrouw maken. Ik bood deze vrouwen aan zichzelf te zijn; om zonder opsmuk in contact te raken met hun vrouwelijkheid.”
Dankzij die werkwijze werden de hoofdpersonen gestimuleerd om in hun bespiegelingen diepgang te zoeken. Dat leidt in de film tot poëtische observaties. Zoals: “We worden slecht behandeld, maar we behandelen elkaar ook slecht.” Ook delen Mitchell, Silver, Carter en Da Doll antropologische overpeinzingen over de perceptie van masculiniteit in de samenleving. Carter vertelt bijvoorbeeld hoe moeilijk het voor zwarte moeders is om te accepteren dat een zoon, die hen juist zou moeten beschermen tegen onheil, verder door het leven gaat als vrouw. Smith vertelt dat het geen sinecure was om de hoofdpersonen te verleiden tot deze confessies. “Maar toen ik ze vertelde wat ik wilde doen en hoe dat eruit zou komen te zien, waren ze enthousiast.”
Louterend
Smith vertelt dat ze iets nieuws wilde doen waaraan ze ook zelf plezier kon beleven. “Het voelde bevrijdend, ook voor deze vrouwen, om eens buiten de lijntjes te kleuren, om eens uit de bastions te stappen die we om onszelf heen hebben gebouwd.”
De filmmaker – die verantwoordelijk is voor regie, productie, scenario, montage en camerawerk – omschrijft het maakproces van Kokomo City als louterend: ze hoefde nooit met producenten te overleggen en kon gaan en staan waar ze wilde. “Ik heb al twintig jaar dezelfde vrienden, maar ik ben ook graag alleen. Ik ben vrij onafhankelijk, ondanks het feit dat ik ook graag onder de mensen ben.”
Dus bedacht Smith dat het handig zou zijn dat ze zo met haar camera en belichting in haar rugzak in de trein kon springen. “Dat scheelde uiteindelijk een hoop tijd.” Terloops vertelt de documentairemaker dat ze een autodidact is; ze volgde zelfs geen workshops of andersoortige filmcursussen. Dat is niet af te zien aan de film, waarin bijvoorbeeld de belichting van de zwarte personages eruit springt. Smith haakt in op haar artistieke intuïtie: “Als kind had ik een gevoel voor kunst. Toen ik op school zat, volgde ik kunstvakken. Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor tekenen, schilderen en het maken van composities.”
Toen Smith begon aan een carrière als muziekproducent kwam haar liefde voor andere kunstvormen op een lager pitje te staan. Totdat ze in transitie ging: “Toen de muzieksector mij in 2014 de rug toekeerde, realiseerde ik me weer hoe dol ik ben op beeldende kunst.”
Toch speelt ook muziek een grote rol in Kokomo City: Smith gebruikt door haar geproduceerde soul en hiphop om scènes naar een hoger niveau te tillen. “Het lag in de lijn der verwachting dat ik ook iets met muziek kon doen en met deze film heb ik de kans gekregen om mezelf opnieuw als muziekproducent te bewijzen, zonder mijn integriteit op te offeren.”
Samengenomen resulteren de muziek en de gestileerde mise-en-scène in wat Smith een “ongecensureerde blik” noemt op (een deel van) de trans gemeenschap. Het is hoog tijd voor films zoals Kokomo City, zegt ze: “Het is triest dat het zo lang heeft moeten duren, maar het gebeurt eindelijk. Tien jaar geleden had men het in de regering nauwelijks over trans mensen en queer mensen, behalve als er beleid tegen ons werd gemaakt. Nu praten de mensen mét ons over ons. We worden onderdeel van het debat en steeds vaker gezien als vanzelfsprekend onderdeel van de samenleving.”
Transfobie
Kokomo City toont echter ook de weerbarstige realiteit waarbinnen transfobie en toxische masculiniteit ernstige consequenties kunnen hebben. Zo vertelt Mitchell in de openingsscène dat ze op een dag een cliënt met een pistool treft.
Waar die episode nog met een sisser afliep, werd een later incident Koko Da Doll fataal. Op 18 april 2023, enkele maanden nadat Kokomo City op Sundance in première was gegaan, wordt haar levenloze lichaam aangetroffen in Atlanta. Doodgeschoten. Een zeventienjarige jongen wordt aangehouden. Smith draagt Kokomo City aan Da Doll op, vertelt ze: “Gisteravond keek ik nog naar een foto van haar, ik kan het nog steeds niet geloven. We missen haar. Terwijl ik expliciet trauma in mijn film juist probeerde te vermijden, gebeurde het in de realiteit.”
Toch is Smith dankbaar dat ze Da Doll mocht portretteren: “Ik heb kunnen laten zien dat ze gelukkig was. Hoe ze een sekswerker is geworden en hoe haar verhaal andere trans vrouwen kan inspireren. Vrouwen die misschien gered kunnen worden uit sekswerk of vrouwen die dankzij Koko’s optreden juist niet willen stoppen met sekswerk. Het is enorm belangrijk dat ze in de film te zien is.”
Smith blijkt zo, ondanks alle tegenslagen, een optimist. “We moeten blijven onthouden waar we vandaan komen. Vandaag de dag hebben we het gezamenlijk over het bevorderen van de rechten van trans mensen in de Verenigde Staten. Dát is vooruitgang.”
Kokomo City draait vanaf 7 december 2023 in de bioscoop en is ook te zien via Picl.nl