Asghar Farhadi over A Separation

'Ik gooi alles weg wat ik al ken'

De scheiding van Nader en Simin is aanleiding voor een langzaam escalerende klassenstrijd in hedendaags Teheran. Regisseur Asghar Farhadi: "Ik ben er niet in geïnteresseerd om ‘goede’ mensen tegenover ‘slechte’ mensen te zetten en daar een oordeel over te vellen."

De Iraanse regisseur Asghar Farhadi heeft het de afgelopen jaren langzaam maar zeker verfijnd: inkijkjes in de middenklasse van hedendaags Iran, eerlijk getoond zonder opsmuk en vals sentiment. En met resultaat: voor About Elly (2009) won Farhadi op het Filmfestival van Berlijn al de Zilveren Beer voor beste regisseur. Zijn nieuwste film A Separation ging daar nog eens overheen door zowel de Gouden Beer als twee Zilveren Beren voor de acteurs te winnen. De Filmkrant sprak de regisseur in Brussel.

Waarom wilde u een film maken over een scheiding? "Dit verhaal zit zeer dicht op het Iran van dit moment, op hoe de maatschappij daar nu is. De twee belangrijkste elementen van de film zijn de worsteling tussen twee sociale klassen en de worsteling binnen die sociale klassen tussen man en vrouw. Het eerste is luidruchtiger, maar het gevecht tussen man en vrouw is, hoewel minder zichtbaar, op dit moment volgens mij een stuk ingrijpender."

Hoe werkt u vervolgens van verhaal naar film? "Ten eerste neem ik de tijd voor het schrijven voor mijn scenario’s. Ik begin met allerlei beelden die ik in mijn hoofd heb. Die hoeven niet per se een verband met elkaar te hebben; ik leeg mijn hoofd op papier. Vervolgens gooi ik alles weg wat ik al ken, uit mijn eigen eerdere films of uit films van anderen. Tussen de beelden die ik dan overhoud probeer ik een lijn te trekken, om zo een verhaal te construeren. Het is alsof ik een gebouw maak: je bouwt eerst de dragende punten op en vervolgens vul je het tussenvlak in."

Wat was het beeld waarmee A Separation begon? "Ik zag een scène waarin een man zijn oude vader wast in de douche. Een hulpeloze vader, als een stuk vlees. Die relatie tussen een volwassen zoon en zijn oude vader is uiteindelijk niet het meest prominente deel van de film geworden, maar het wel zeer persoonlijk voor me. Het personage van de vader is vernoemd naar mijn grootvader, met wie ik als kind een sterke band had. Net als de vader van Nader in de film kreeg hij Alzheimer. Toen dat gebeurde woonde ik ver bij hem vandaan; ik hoorde over zijn aftakeling, maar kon niets doen om hem te helpen.
"Veel mensen die de film zien, denken dat de acteur zelf Alzheimer heeft, maar hij is kerngezond, hoewel hij volgens mij al 92 jaar oud is. Ik vroeg de acteurs die zijn zoon en kleindochter spelen om naar zijn huis te gaan en tijd met hem door te brengen, om een soort familieband op te bouwen. Hij is zeer intelligent, en begreep exact wat zijn rol in de film zou moeten zijn."

Hoeveel ruimte hebben de acteurs om te improviseren? "Het scenario is zeer nauwkeurig geschreven, en tijdens het draaien wordt daar niet meer aan getornd. Maar tijdens het repetitieproces, verspreid over zo’n vijf maanden, waren de acteurs vrij om suggesties te geven over de invulling van hun rollen. In dat stadium is er nog tijd voor dat soort discussies.
"Het werk met de acteurs is voor mij het allerbelangrijkste deel van het filmmaken. Ik vraag nooit direct wat ik van ze wil, zoals het cliché van de regisseur wil. In plaats daarvan probeer ik ze zo te sturen dat ze de gebeurtenissen van de film kunnen beleven. In plaats van een actrice te vertellen: ‘Stel je voor dat je een religieus persoon bent’, probeer ik haar stukje bij beetje zo te sturen dat ze een gelovig karakter wordt. Dus ik vroeg haar tijdens de repetities om dagelijks haar gebeden te doen, deel te nemen aan Koran-studiegroepen, de traditionele zwarte chador te dragen en met het openbaar vervoer te reizen in plaats van haar eigen auto. En ik vroeg haar om op de set nooit de drempel over te stappen naar het gedeelte van het huis waar de slaapkamers zijn, zodat haar personage naar waarheid kon zeggen dat ze er nooit was geweest."

Uiteindelijk draait de film daar volgens mij om: dat al deze mensen op hun eigen manier gelijk hebben. "Als filmmaker ben ik er niet in geïnteresseerd om ‘goede’ mensen tegenover ‘slechte’ mensen te zetten en daar een oordeel over te vellen. Dat wil niet zeggen dat iedereen in mijn films goed is en goed doet; mijn personages doen dingen waar ik als mens niet achter sta. Maar ik toon altijd ook de omstandigheden waarin zij zich bevinden en die hen tot hun daden dwingen; de redenen waarom zij doen wat ze doen.
"In de openingsscène bepleiten Nader en Simin hun scheiding voor de rechter. De camera en dus de kijker staat op de stoel van die rechter: ik nodig de kijker uit om te oordelen. Het is dus niet de film of ikzelf als filmmaker die het oordeel velt, maar de kijker die daartoe wordt aangemoedigd. Die verantwoordelijkheid wilde ik expliciet maken. Het publiek is niet slechts getuige, ze hebben een rol in wat er gebeurt. Die druk moeten ze door die openingsscène voelen. Ik heb zelf ook best mijn eigen oordeel, maar daar ga ik niets over zeggen!"