Tim Leyendekker over Feast

'Waren het echt die monsters die ik in de berichtgeving tegenkwam?'

Tim Leyendekker

Plato’s filosofie, absurde rechercheverhoren en poëtische microbiologen vormen de achtergrond voor Tim Leyendekkers filmische deconstructie van de beruchte Groninger hiv-zaak. Leyendekker: “Kan je nadenken over zoiets vreselijks zonder er meteen een moreel oordeel over te vellen?”

Vanaf het eerste moment dat hij erover hoorde, was zijn interesse gewekt. Videokunstenaar Tim Leyendekker vertelt via Skype over het onderwerp van Feast, zijn eerste lange speelfilm: de Groninger hiv-zaak, die vanaf 2006 in het nieuws was. Drie mannen organiseerden in die tijd homoseksfeesten waarbij ze deelnemers stiekem met hiv infecteerden. Monsterlijk, luidde het oordeel in de pers. En zo dacht ook Leyendekker er destijds over. “Laat ik het zo zeggen: als je over het kwaad nadenkt, komt wat zich in Groningen afspeelde toch wel erg dichtbij. Mannen werden gedrogeerd, stiekem geïnfecteerd. Er gebeurde allerlei vreselijks.”

Maar hoe meer hij zich in de zaak verdiepte, hoe meer hij dat oordeel moest nuanceren. “Die drie daders bleken heel normale mensen met een rijk sociaal leven. Wim was een accountant, Hans werkte voor Essent. En Peter, die als de kwade genius achter alles wordt gezien, werkte zelfs bij een verplegingshuis. Waren dat echt die monsters die ik in de berichtgeving tegenkwam? Hoe meer ik over ze te weten kwam, hoe minder ik de dingen kon rijmen. Ergens leek de zaak me minder zwart-wit dan er in de pers over gepraat werd.”

Vele gedaantes
Leyendekker (1973) studeerde aan het Sandberg Instituut en de Willem de Kooning Academie, waar hij zich toelegde op de verschillende manieren waarop je bewegend beeld kan inzetten. Tegenwoordig woont hij afwisselend in Straatsburg (waar zijn partner woont) en Rotterdam (waar hij een atelier heeft). Hij maakt werk in verschillende disciplines, maar vaak met een focus op herinterpretatie van beelden en ideeën. Al zijn eerdere korte films waren op het IFFR te zien. De meest recente daarvan, BLINDER, maakte in 2015 kans op een Tiger Short Award.

Feast is zijn eerste lange speelfilm en dong tijdens IFFR 2021 mee in de hoofdcompetitie. Het is het resultaat van bijna tien jaar werk. “Ik volgde de zaak vanaf het begin, maar rond 2012 ontstond het plan voor de film. Een van de leidende vragen daarbij was: kan je nadenken over zoiets vreselijks zonder er meteen een moreel oordeel over te vellen? Kan je begrijpen wat die drie mannen deden, zonder ze als monster af te schilderen? Natuurlijk gaat mensen met hiv infecteren alle perken te buiten, maar was die situatie inderdaad zo zwart-wit als het op eerste instantie lijkt?”

Het project nam vervolgens vele gedaantes aan: er was een idee voor een documentaire en samen met een producent dacht Leyendekker na over een fictiefilm die de psychologische motivatie van de daders onderzocht. Uiteindelijk kwam de filmmaker toch uit bij zijn achtergrond als videokunstenaar.

Feast bestaat uit zeven verschillende episodes, die elk hun eigen karakter en vorm hebben: van een indringend interview met dader Hans tot een geënsceneerde filosofische discussie over liefde en van een microbioloog die een lofzang op virussen houdt tot een bedwelmd slotstuk waarin een slachtoffer (?) bewegingsloos op een strand in de zon ligt. Voor elke stuk werkte Leyendekker met een andere camerapersoon.

Goed en kwaad
Het resulteert in een fascinerende mix waarbij je je als toeschouwer constant afvraagt waar je nu precies naar zit te kijken. Is die uitstalling van objecten uit het huis waar de feesten plaatsvonden bijvoorbeeld echt? En waarom mondt dat politieverhoor uit in een uiteenzetting over de status van de werkelijkheid? Feast weekt de kijker als het ware los van de eerste morele verontwaardiging en probeert vervolgens de zaak opnieuw te bezien. Hoe zit het met de slachtoffers, die soms terugkwamen naar de feesten ondanks hun vermoedens dat er iets mis was? Wat betekent het om vanuit het hiv-virus zelf naar de situatie te kijken? En de daders zelf vonden ze dat hun acties voortkwamen uit liefde – de film vraagt ons of het mogelijk om op zulke manieren naar de zaak te kijken.

Dat loswringen van ons moreel kader kan soms wringen. Leyendekker wijdt het aan ons onderliggend wereldbeeld. “We zijn een joods-christelijke cultuur, dus die tweedeling in goed en kwaad vormt de basis van ons denken. Als kind vond ik dat soms al een arbitraire grens – al kom ik niet uit een religieus gezin, mijn ouders zijn atheïst. Maar anders denken lijkt daarin niet eens mogelijk. Dat zie je ook los van religieuze uitingen – superhelden werken via precies hetzelfde principe en zelfs een serie als I May Destroy You vertelt je precies hoe je over seksueel geweld moet denken. Het is blijkbaar moeilijk uit dat wereldbeeld te stappen, terwijl ik juist geïnteresseerd ben in afwijkende perspectieven.”

Misschien dat daarom Symposium, de tweeduizend jaar oude tekst van Plato over Eros, als rode draad door de vertelling loopt. “Ten eerste gaat die verhandeling over liefde, waardoor je meteen in een subjectieve discussie belandt”, legt Leyendekker uit. “Plato voert zeven sprekers op die elkaar aanvullen of juist tegenspreken over het onderwerp. Die meerstemmigheid sprak me aan. Daarnaast vond ik de setting van Plato’s discussie interessant: het is namelijk goed mogelijk dat er tijdens die discussieavond een orgie plaatsvond, want dat gebeurde in die tijd. Dat is op z’n minst een opvallende parallel met wat er in Groningen gebeurde. Het voegt in ieder geval een extra betekenislaag toe. Ik heb trouwens ook nog een tijdje met het idee gespeeld om de perspectieven van zeven sprekers direct aan de zeven fragmenten koppelen, maar dat werd te geforceerd.”

Virus
Feast is op een lange researchperiode gebaseerd. Leyendekker sprak met betrokkenen, zoals mensen van de GGD bij wie de eerste slachtoffers zich destijds meldden. “Zij vertelden over het plan om de geestelijke gesteldheid van Peter, Wim en Hans bij het Pieter Baan Centrum te laten onderzoeken – daar is een scène uit voortgekomen. Ook ben ik verschillende keren met scenarist Gerardjan Rijnders naar Groningen geweest voor onderzoek en een keer met journalist Mick van Wely. Mick komt daarvandaan en schreef een boek over de zaak. We hebben bijvoorbeeld het huis waar de feesten plaatsvonden bezocht. Een heel klein appartement eigenlijk, waar nu een bijna blinde en dove man woont. Hij zat er niet mee wat zich in zijn huis ooit had afgespeeld, maar zijn vriendin wilde er door die geschiedenis het liefst vertrekken.”

Per toeval was de draaiperiode precies voor de covid-pandemie afgerond – zowel inhoudelijk als praktisch een opsteker voor de productie. “Het gaf ons de kans om tijdens de montage goed te kijken naar wat we hadden. Daarnaast gaat de film over een virus natuurlijk, wat het project in deze tijd een extra urgentie geeft.”