IFFR 2025: Big Talk Takashi Miike & Misako Saka
Bruce Lee, kotszakjes en een jeugddetentiecentrum

V.l.n.r. moderator Patrick Frater, Saka Misako, de tolk en Miike Takashi. Foto: Leroy Verbeet/IFFR
Takashi Miike dook tijdens zijn Big Talk op IFFR weg voor elke vraag over zijn werk. Zijn partner en producent Misako Saka redde de avond. Saka: “We werken prima samen met het censuurbureau.”
Takashi Miike is sinds de première van de horrorromance Audition (2000) een vaste gast op het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Hij heeft in zijn 35-jarige carrière al bijna honderdtwintig films geregisseerd. Ze worden gekarakteriseerd door verhalen over eer, wraak, verraad, maar vooral door fantasierijk en grotesk geweld.
De ene keer begeeft Miike zich daarvoor onder de samoerai (13 Assassins, 2010), de volgende keer naar een middelbare school (Lesson of the Evil, 2012) en weer een andere keer bij de Yakuza (The Mole Song, 2013). Dit jaar draait op IFFR zijn Blazing Fists (2025), die zich afspeelt in een jeugddetentiecentrum, de boksring én bij een motorbende.
Blazing Fists is Miike’s negende film in Rotterdam. Hoog tijd dus voor een Big Talk om het over die dik honderd andere te hebben. Miike is samen met zijn partner en producent Misako Saka te gast. Het publiek heeft er zin in: de plekjes vooraan in de Willem Burger Zaal van de Doelen worden direct gevuld en er hangt een zinderende we-gaan-zo-griezelen-sfeer, vergelijkbaar met de stemming voor aanvang van zijn films.
“We beginnen bij het begin: Audition,” kondigt moderator Patrick Frater (Azië-redacteur voor Variety) aan. In de trailer zien we een meisje met lang, zwart, steil haar dat haar gezicht verbergt. We zien een bloederige vinger in een glas water. Naalden, heel veel naalden. En een glimlachende vrouw die een man wurgt met een smal ijzerdraadje. Langs de ingeprikte accupunctuurnaalden sijpelt nog meer bloed. De tussenteksten vragen: “Does it hurt?” Ja, het doet pijn. Dít is Miike.
Aardig
Gelukkig zijn de films zo goed, want interviews geven is een vaardigheid die Miike in al die jaren niet heeft geleerd, blijkt deze avond al snel. Hij wordt weliswaar niet geholpen door de moderator, die niet doorvraagt, en ook niet door de tolk, van wie het gebrekkige Engels soms nauwelijks te volgen is. Maar hijzelf lijkt er vooral op gebrand vragen te ontkennen of te ontwijken.
Met Ichi the Killer (2001; in de trailer een tong met piercing in een glas) werd hij gebrandmerkt als horrorregisseur, stelt Frater. Was dat zijn intentie? “Nee”, claimt Miike: “In Ichi the Killer zit geen duivel of geest. Er zitten alleen maar mensen in. Het is geweld en een pijnlijk verhaal, maar het komt allemaal uit het personage zelf.” Hij zal zelf toch ook weten dat horror zich niet beperkt tot spookverhalen? Ichi the Killer is zo gewelddadig dat er in sommige bioscopen kotszakjes werden uitgedeeld. Miike: “Ik was er niet op uit om horror te maken. Ik ging uit van wat het personage nodig had. Ik ben eigenlijk heel aardig.”
Ik denk terug aan de openingsscène van Blazing Fists. Twee jongens, Ikuto en Ryoma, ontmoeten elkaar op een urinoir van een jeugddetentiecentrum. Alles is er grijsblauw, zowel de kleding als de omgeving. In plaats van de scène als een shot-tegenshot-dialoog te knippen, kiest Miike ervoor om binnen het shot de focus heen en weer te schuiven, door eerst op Ikuto en dan weer Ryoma scherp te stellen. Montage zonder te snijden. Briljant. Er zijn nog geen vijf minuten voorbij of er wordt al iemand door een ruit gegooid. Binnen mum van tijd ontspint zich een verhaal over wraak, verraad en een mix-up. Heerlijk? Zeker. Aardig? Irrelevant.
Eng en opwindend
Miike’s kracht zit in het mixen van genres. Geweld of seks combineert hij de ene keer met een superheldenverhaal, de volgende keer met een musical, dan weer met een komedie. Het is lol en gruwel tegelijkertijd. Miike: “Ik houd me niet aan één genre. Ik heb telkens als ik de kans kreeg een film gemaakt, ongeacht het genre. Ik denk dat je interesses beklonken zitten in je menselijke fundament, dat zit al in je dna. Dingen die je leest of mensen die je tegenkomt, zorgen dat dingen ontspruiten die al in jouw gedachten zitten, dat ze in jou wakker worden. Een film is daarvan het resultaat, dat is dus niet aan een genre gebonden.”
Frater gooit het na dit esoterische antwoord over een andere boeg. 13 Assassins (2010) dan, over de samoerai, geïnspireerd door de Japanse cinema van de jaren zestig. Miike: “Als twaalfjarig jongetje keek ik naar Bruce Lee. Zodra ik in de bioscoopzaal zat, kreeg ik een gevoel van spanning: eng en opwindend. Nu heb je dat niet meer, de bioscoop is normaal geworden. Ik ben erop uit om met mijn films dat gevoel van vroeger op te roepen. Je moet niet té comfortabel in de bioscoop zitten.” Daar deelt Miike eindelijk iets dat je terugziet in zijn werk: zodra je de bioscoop ingaat, voel je een enge, opwindende kriebel.
Frater haalt een citaat van Miike aan, waarin hij zegt zijn publiek niet belangrijk te vinden. Miike zegt vooral “niet gelimiteerd te willen worden door wat het publiek vindt” en tegen denken vanuit een doelgroep te zijn. “Het publiek is een collectie individuen, het is geen groep. Bovendien is het onfatsoenlijk om ze als liefhebbers van geweld te definiëren. Ze moeten maar voor zichzelf besluiten wat ze wel en niet vinden kunnen.”
Assistent
De talk neemt een interessante wending als de moderator na veertig minuten (!) een vraag stelt aan producer Misako Saka, die bekent niet van gewelddadige films te houden. Saka is verantwoordelijk voor “de planning, de financiering; eigenlijk alles behalve de marketing.” Miike begon als haar assistent, vertelt ze: “Ik was ouder, dus hij begon bij mij als assistent-producent. Ik ontdekte zijn talent en ging zijn films produceren. Hij werd bijna ontslagen, maar ik zorgde dat hij zijn baan mocht houden en een salarisverhoging kreeg. Sindsdien luistert hij altijd naar mij.”
Miike zelf wordt ook iets losser nu Saka aan het woord komt. Miike: “Dit is een groot geheim; het mag deze ruimte niet verlaten. Haar vader is een beroemde Yakuza-baas. Daarom luister ik altijd, anders lig ik zo op de bodem van de zee.”
Maar echt de diepte gaat het gesprek niet in. Ik denk aan het vervolg van Blazing Fists. Het grootste gedeelte speelt zich af in de ring van een kickboksschool. Die gevechten worden op den duur voorspelbaar. Miike’s kracht zit in de verbeelding. In cartooneske bruutheid, die je alleen buiten de ring kunt botvieren. Binnen de ring heb je je immers aan de regels te houden. Gelukkig komt dat moment buiten de ring er, in een grote finale bij de motorbende.
Over het regisseren van geweld binnen en buiten de ring zegt Miike in de Talk: “Er is een democratie en er is een kloof tussen jongeren, hun ouders en de maatschappij. Dat is de boodschap: kies je eigen weg.” Ja, ja. Volgende keer ga ik zeker weer naar de nieuwste Miike. Maar de Q&A sla ik over.