Toronto 2020, blog 1

Stemmen van een generatie

One Night in Miami

Wilfred Okiche doet voor de Filmkrant verslag vanaf het filmfestival van Toronto, waar One Night in Miami en The Boy from Medellín allebei de kracht en verdoemenis van beroemd zijn ontleden.

De sterren stralen in One Night from Miami, het speelfilmdebuut van de Oscar-winnende actrice Amerikaanse actrice en regisseur Regina King, die deze week zijn Noord-Amerikaanse première beleefde op het Toronto International Film Festival (TIFF). Op een hete, gespannen avond in 1964 toont de film de dan 22-jarige Cassius Clay (kort voor zijn wedergeboorte als Mohammed Ali), die op het punt staat te worden gekroond tot wereldkampioen zwaargewicht. Clay (Eli Goree) nodigt drie van zijn beste vrienden uit om hem geschiedenis te zien schrijven, net als Clay alle drie zwarte mannen en wegbereiders in hun vakgebieden.

Clay’s gasten zullen immense, iconische figuren worden, maar in de openingsscène van One Night in Miami hebben ze dat punt nog niet bereikt. De vier mannen staan allemaal op een keerpunt in hun persoonlijke levens en hun carrières. Mensenrechtenactivist Malcolm X (Kingsley Ben-Adir) zit vast in een ijzige impasse met zijn mentor, spiritueel leider en voorganger in de Nation of Islam, de profeet Elijah Muhammad. Zouzanger Sam Cooke (Leslie Odom Jr.) zien we een belabberd optreden geven voor een lelieblank publiek. En American football-superster Jim Brown (Aldis Hodge) is weliswaar een van de beroemdste mensen in Amerika, maar wordt nog altijd beschimpt met weerzinwekkende racistische opmerkingen. Clay heeft zijn eigen innerlijke conflicten, aangezien hij op het punt staat de Islam ten volle te omarmen.

Maar deze avond zijn ze samengekomen om Clay’s triomf te vieren. Dankzij subtiele manipulaties door Malcolm X wordt wat was voorzien als een wilde nacht vol drank en uitspattingen in plaats daarvan een sober samenzijn vol beladen reflectie. De vier mannen leggen hun zielen bloot, geven argumenten en testen hun ideeën over zwart-zijn, acceptatie, doorgaan voor, persoonlijke verantwoordelijkheid en de rol van beroemdheid in zowel politiek als sociaal activisme.

Met haar film, gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk uit 2013 van Kemp Power (die ook het filmscript schreef), creëert King een intens en theatraal maar toch ook statig stukje filmisch activisme. One Night in Miami start bij een prikkelend moment in de geschiedenis en vult dat met ideeën over wat gebeurd zou kunnen zijn. Deels is dat wishful thinking, maar King legt een sterke focus – misschien wel iets te intens – op de conflicten voor voor young, gifted and black is in het Amerika van de jaren zestig, dat uiteraard ook nu volop relevantie heeft.

Malcolm X, de meest intuïtieve van de vier mannen, blijkt gaandeweg het hart van de film. Hij probeert een gevoel van verantwoordelijkheid over te brengen dat de andere mannen niet altijd hebben. En hij lijkt de enige die zich bewust is van zijn eigen sterfelijkheid – de film speelt ongeveer een jaar voordat hij vermoord werd. Hij verwacht van zijn vrienden dat ze hun geprivilegieerde positie gebruiken om een duidelijk standpunt in te nemen in de mensenrechtenstrijd die toen gaande was.

Kingsley Ben-Adir verdient het door te breken op basis van zijn rol als de mensenrechtenicoon. Hij speelt subtiel met de ingeslikte onzekerheden, de afgematheid en de tegenstrijdigheden die Malcolm X zo’n blijvende waarde als filmonderwerp hebben gemaakt. Malcolm lijkt hier als eerste door te hebben hoe groot zij alle vier zullen zijn, en het op zich te hebben genomen de anderen in de richting te pushen van de legendarische status die hen in het verschiet licht.

The Boy form Medellín

Dat is des te interessanter in het licht van de openlijke kritiek die Malcolm X gaf op beroemdheden die zich een rol als leider van de zwarte gemeenschap aanmeten. Hij zou zich uiteindelijk realiseren dat het schier eindeloze culturele cachet van beroemdheden het vrijwel onmogelijk maakt hun pogingen tot activisme terzijde te schuiven. In de documentaire The Boy from Medellín volgen we in real-time hoe ook de Colombiaanse reggaeton-ster J Balvin (voluit José Álvaro Osorio Balvín) tot dit besef komt. De volgt zijn ontwikkeling van simpele popster tot het geweten van miljoenen Colombianen, wanneer hij terugkeert naar zijn gebeboorteplaats Medellín voor het belangrijkste concert van zijn carrière tot dan toe.

De film is een omslag voor filmmaker Matthew Heineman, bekend van de explosieve documentaire Cartel Land (2015) en fictiefilm A Private War (2018). Ditmaal presenteert hij een intiem en gelaagd portret van de 35-jarige wereldster (in 2018 was hij de meest gestreamde muzikant op Spotify) die een persoonlijke crisis doormaakt. Zal hij eruit komen als stem van de miljoenen jongeren die hem vereren, of doet hij er beter aan zich uit zelfbehoud te beperken tot zijn muziek? Beide opties hebben ingrijpende consequenties, en Heineman houdt duidelijk voor ogen wat die zijn. Niets minder dan de ziel van Colombia staat op het spel, beproefd en beschadigd door de steeds gewelddadiger protesten tegen de groeiende economische ongelijkheid en het falen van de in de ogen van het volk corrupte regering van president Iván Duque Márquez.

Slechts dagen voor het concert van J Balvin wordt een onschuldig protest onder vuur genomen, waarbij een activist in koelen bloede wordt vermoord. Balvin staat onder enorme druk om zich uit te spreken en een stem te geven aan het volk. Maar wat betekent het precies om die stem te krijgen? Wat vereist de druk die eraan vast zit van de drager? En hoe effectief is die stem eigenlijk, als en wanneer je hem gebruikt?

Heineman stelt al die vragen in zijn onevenwichtige film. Hij duikt in het hoofd van J Balvin en dwingt hem zijn private en zijn publieke leven met elkaar te verenigen. Wie het eerdere werk van de regisseur kent zal het niet verbazen dat hij ruimte maakt voor beelden van de gewelddadige protesten, maar hij laat die interessantere micro-spanningen niet inkoken tot een duidelijke conclusie. Net als het viertal in Kings film worstelt J Balvin met de keuze hoe hij zijn stem het beste kan gebruiken. Voor wie dat doet is zelden op voorhand duidelijk dat de verandering waarvoor wordt geijverd er ook echt zal komen. Maar zoals een wijze man ooit zei: With great power comes great responsibility.