A Private War

Gierende Adrenaline

Oorlogscorrespondenten zijn toch machomannen met een adrenalineverslaving en ongezonde drinkgewoonten? De in 2012 in Syrië vermoorde oorlogscorrespondent Marie Colvin past uitstekend in dit machobeeld, maar was een vrouw. A Private War brengt een hommage aan haar.

“Je bent een mot die rond een vervloekte vlam fladdert”, zegt Marie Colvins man met ingehouden woede als zij in 2001 uit Sri Lanka terugkeert in Londen met één oog minder dan toen ze vertrok. Het resultaat van een kogel in de burgeroorlog tussen de Tamil Tijgers en het regime in Sri Lanka. Voortaan zal Colvin met een zwart ooglapje rondlopen. De opmerking van haar man, een romanschrijver, valt niet in goede aarde bij Colvin: “Fuck off to your novels!”

De reactie tekent Colvin in A Private War, want het drama portretteert haar (intens gespeeld door Rosamund Pike) als een onverschrokken correspondent, die met haar verslaggeving van oorlogsgeweld in The Sunday Times de wereld tot actie wil aanzetten. Geen vrouw van mitsen en maren en van ‘misschien kunnen we maar beter thuisblijven’, maar een gedreven journalist, die zich door niets laat tegenhouden. Achter de propaganda van strijdende partijen gaat zij op zoek naar de feiten. In haar woorden: “Ik zoek de waarheid in de ruwe versie van de geschiedenis.” In dat werk is onafhankelijkheid voor Colvin vanzelfsprekend. Dat correspondenten zich in de Irakoorlog in 2003 door de Amerikanen als embedded journalisten op sleeptouw laten nemen, gaat haar verstand te boven: “Ik doe niet mee aan die bullshit.”

Colvin als machovrouw, die voor de duvel niet bang is, is één kant van haar in A Private War. De andere kant toont de zware tol die ze betaalt, want de spanningen en het zien van gruwelijkheden kegelen haar gezondheid omver. Als ze aan het werk is, is ze niet bang, maar de angst komt later, zegt ze. Het leidt tot drankverslaving en uiteindelijk een posttraumatisch-stressyndroom, dat ze aanvankelijk ontkent, want zoiets komt volgens haar alleen bij soldaten voor. Na een korte rustperiode gaat ze toch weer naar oorlogsgebieden, want Colvin kan niet anders: ze wil getuigen, maar is ook verslaafd geraakt aan een levenswijze van gierende adrenaline, drank en losse seksuele contacten. Het nemen van te veel risico leidt in 2012 tot haar dood in het Syrische Homs.

Regisseur Matthew Heineman maakte eerder de verbijsterende documentaire City of Ghosts (2017), die de jongens portretteert die onder de naam ‘Raqqa is being slaughtered silently’ met enorm gevaar voor eigen leven de IS-gruwelen in Raqqa filmden en online zetten. Die documentaire-achtergrond is soms voelbaar in zijn speelfilmdebuut A Private War, zoals in de scène met rouwende vrouwen bij een opgegraven massagraf in Irak. Tegenover zulke authentiek ogende scènes staan te veel scènes die doen denken aan conventionele films over oorlogscorrespondenten. Er vliegen kogels in het rond, er wordt stevig gedronken en gevloekt en er is een krantenchef die in de hitte van de strijd geschreven artikelen wil. Ook is Colvins privéleven nogal melodramatisch in de film gevlochten. Zou ze zonder haar twee miskramen werkelijk een kabbelend leven als moeder hebben geleid, zoals de film haar laat zeggen? En doet dat ertoe? A Private War is een goedbedoelde, maar ook nogal obligate hommage aan een complexe vrouw, die we na de film nog steeds niet doorgronden.