James Dean leeft

filmposter Drive

Anton Corbijn raakte gefascineerd door James Dean. Wat is er eigenlijk nog over van de legen­darische acteur?

Op 30 september 1955 parkeerde James Dean z’n Porsche Little Bastard in het paradijs. Hij werd 24. Die vroege dood maakte van de al rijzende ster een instant legende, een eeuwig symbool voor jeugdig onbestemd en onvervuld verlangen, voor altijd slenterend over Times Square in een regenjas of te sexy voor z’n shirt in Rebel Without a Cause.

James Dean reed te hard voor de Hollywood Walk of Fame. Daar krijgt het voetvolk met de handen in cement tegeltjes uitgereikt voor geleverde diensten. Dean werd meteen in brons gegoten, als een van die monumenten die onzichtbaar naast het Hollywood Sign staan, naast die van Bogart en Monroe. Het kaliber sterren dat op kermisattracties wordt geschilderd.

Maar staat dat monument nog? Wat is de erfenis van James Byron Dean? Is het een idee, zijn het de films, is het een stijl, een acteerstijl, of, cynischer, een van de eerste branding successen van filmsterren? Of is het alleen de naam van pornoacteur James Deen? En valt het idee van James Dean niet in honderdduizend details uit elkaar als je op ‘m inzoomt, zoals in Shôhei Imamura’s A Man Vanishing?

Een van die details is dit. ‘Live fast, die young, and leave a good-looking corpse‘, zou Dean gezegd hebben. Is niet zo. Dat komt uit het boek Knock on Any Door uit 1947 van Willard Motley, verfilmd door Nicolas Ray, die later Rebel Without a Cause met Dean zou doen. Zo gaan die dingen. Ook een Duits kledinglabel trouwens, Live Fast, Die Young. Cool. Jong sterven. Nadat je voor de kleding betaald hebt dan. Een ander detail is dat Dean zich heel bewust was van het belang van zijn imago, ook al stellen we ons bij de acteur liever die naïeve romantische natuurkracht voor, wars van banaliteiten als roem en imago. Iemand die niet denkt dat hij is, maar gewoon is.

Buitenstaander
James Dean was deels een leugen. Dat is niet overbodig om te zeggen, anders trap je in de val van het door de tijd en de rechthebbenden gekoesterde imago van de acteur.

In het collectief geheugen is Dean vooral een stijl en een archetype. Martin Sheen werd er in 1973 mee vergeleken na Badlands en zei in interviews door Deans method acting geïnspireerd te zijn. Of het verhaal over de passagier die Sheen in een vliegtuig zag zitten en zei dat James Dean er nog goed uitzag voor z’n leeftijd waar is, weet ik niet. Zal wel niet. James Franco heeft iets van ‘m weg, is al vaak gezegd. Zeker in die dromerige blik. En is het gek als je bij de stoïcijnse, licht verveelde uitstraling van Kristen Stewart aan Dean moet denken? Dezelfde ruwe schoonheid. Dezelfde onzekerheid verborgen achter dezelfde stoere pose. Met een gezicht dat zelden van uitdrukking verandert, wat in het begin nog wel eens werd aangezien voor een gebrek aan talent. Als het om acteurs gaat, leeft Dean nog steeds.

Maar het interessantst is het idee van Dean als de outsider, de zoekende. In die zin is hij de these en antithese van film omdat de beste films altijd zoeken naar iets onbestemds, maar bijna alle films ook een duidelijk richtingsgevoel hebben. Een verleiding die ze onder druk van de bezoekcijfers niet kunnen weerstaan. Het verzet van Deans archetype was dat hij dat niet had en daarom gaat zijn erfenis — om maar iets te noemen — veel meer over Wilde mossels van Erik de Bruyn dan over de valse rebellie die Johnny Depp met succes verkoopt. En is die erfenis vooral terug te vinden in Europese en Aziatische arthousefilms. Dean is Hollywood pur sang maar alleen omdat hij vroeg stierf. Echte buitenstaanders zijn zeldzaam in een industrie die op winstmarges drijft, want zodra je je met succes verzet, krijg je een contract aangeboden. Zie de gangsta rap van NWA in Straight Outta Compton. Of The Man from U.N.C.L.E. waarin een professionele dief voor de geheime dienst gaat werken, maar zogenaamd wel outsider blijft. Dat is de 21st century way. Maak van verzet een kledinglabel en vraag er geld voor. Dan kan men dat imago gewoon kopen.

James Dean is niet dood. Wel steeds moeilijker te vinden.