Acht regisseurs over hun inkomen
'Veel mensen denken dat ik tonnen per jaar verdien'
Hoe komen Nederlandse filmregisseurs rond? Nemen ze genoegen met minder dan modaal, klussen ze bij als commercialregisseur, of is er wel degelijk een boterham te beleggen met glitter & glamour? Acht regisseurs lieten ons in hun portemonnee kijken. Martin Koolhoven: "Ik heb mijn hele salaris in mijn komende film zitten, en ik weet niet hoelang ik het uit ga houden met wat ik nog op de bank heb."
Remy van Heugten (Gluckauf)
"Veel mensen die de sector niet kennen, denken dat ik tonnen per jaar verdien. Maar ik heb gewoon een modaal inkomen. De echte rijkdom is mijn vak. Ik vind het het meest geweldige vak dat er bestaat. Hoeveel ik verdien fluctueert heel erg. Gemiddeld is dat denk ik dertigduizend per jaar. Maar daar zitten natuurlijk ook uitschieters naar boven tussen, en ook wel naar beneden.
"Geld is fijn om te hebben, maar ik vind het het allerbelangrijkste dat ik de films kan maken die ik wil maken. Soms kies ik er dus voor om voor hetzelfde bedrag langer aan een project te werken, zoals bij Gluckauf. Financieel was dat een van mijn slechtste jaren, maar ik werd er wel ontzettend gelukkig van. Daar kan ik wel twee keer zoveel voor willen verdienen, maar dat vind ik eigenlijk ook niet reëel. Dat komt ook omdat ik weet dat als ik meer geld krijg, dit geld uit hetzelfde budget moet komen – ik onttrek dan geld aan de film.
"Ik ben heel dankbaar dat er in Nederland een Filmfonds is. Maar wat mij wel stoort is dat het woord ‘subsidie’ voor veel mensen een negatieve connotatie heeft gekregen. Als er bijvoorbeeld door wanbeleid banken dreigen om te vallen, noemt men het ‘staatssteun’. Maar als het naar de creatieve sector gaat is het opeens subsidie, zogezegd iets wat je weggooit. Terwijl: wij creëren in deze sector cultureel erfgoed. Er is nu een discussie gaande over wat Nederland is en wie Nederlanders zijn. Als iemand dat definieert vind ik dat de kunstensector dat doet. Je krijgt er dus heel duidelijk iets voor terug. Terwijl ik het idee heb dat de financiële sector een bodemloze put is. Die dankbaarheid die ik voel, stralen bankiers in mijn beleving niet uit." (SG)
Sam de Jong (Prins)
"Ik kan sinds mijn afstuderen rondkomen van het regisseren. Dat was vier jaar geleden en de eerste twee jaar deed ik nog wel commercieel werk maar dat is steeds minder geworden. Hoewel ik dit jaar nog wel een opdrachtfilm heb gemaakt waardoor ik het einde van het jaar haal.
"Vaak denken mensen buiten de filmwereld dat ik veel geld heb, maar dat is natuurlijk niet zo. Daar doe ik dit ook niet voor. Hoewel ik best veel geld zou willen hebben, maar dat komt hopelijk nog wel.
"Ik vind het een bevoorrecht vak en zou absoluut niet zeggen dat het zwaar is. In de middag kijk ik vaak een film, en verder schrijf ik veel. Er is wel stress maar vaak ben ik zelf mijn grootste tiran." (SG)
Digna Sinke (After the Tone, Weemoed & wildernis)
"Eigenlijk ben ik de verkeerde persoon om dit aan te vragen, want ik krijg ook al AOW. Dat is ook een smak geld die je elke maand gewoon op je rekening krijgt. Dat geeft mij een krankzinnige luxe, al heb ik me nooit iets aangetrokken van financiële stabiliteit. Ik heb nog nooit zoveel verdiend als tegenwoordig.
"Ik moet daarbij aantekenen dat ik pas de laatste tien jaar kan leven van wat ik doe. Heel lang was mijn gemiddelde jaarinkomen veertienduizend gulden. Ik vind dat ik nu vorstelijk betaald krijg. Al weet ik uit mijn hoofd niet welk bedrag dat precies is. Veertigduizend voor de regie van een film, ofzo? Met zo’n film ben ik dan twee jaar bezig.
"Misschien klinkt dat raar, maar ik vind van regisseren dat het eigenlijk maar een rare luxe is om zomaar je eigen ding te kunnen doen. Wil je het recht hebben om belastingcenten te onttrekken aan de Nederlandse samenleving om daar zomaar je eigen ding mee te doen, dan moet je wel verdomde goed zijn. Met een zekere regelmaat twijfel ik over wat ik aan het doen ben. Dat is nu wel minder geworden. Dat heeft vooral te maken met dat ik vind dat je echt goed moet zijn om die belastingcenten te mogen verspillen. Je kunt er ook een ander verhaal over vertellen als je bedenkt dat je als regisseur ook weer voor werkgelegenheid voor anderen zorgt. Maar ik vind het toch best wel een verantwoordelijkheid." (SG)
Paula van der Oest (Tonio, Lucia de B.)
"Het idee dat filmmakers een luizenleventje zouden hebben, onderschrijf ik niet. Ik ken alleen mensen die keihard werken en lange uren maken, omdat er geen garantie is dat er straks weer werk zal zijn. Er zijn wel steeds meer onafhankelijke initiatieven maar de subsidie is ook drastisch minder geworden. Ik kom wel rond en heb al best wel lang een stabiel inkomen. Ik maak niet alleen films, maar schrijf ook voor andere mensen. Daarmee red ik het nu wel, maar het is altijd onzeker. Je weet namelijk niet hoe dat over vijf jaar zal zijn." (LD)
Sacha Polak (Zurich, Hemel)
"In mijn omgeving vinden mensen het leuk dat ik iets creatiefs doe, maar ze vragen ook of je ervan kan rondkomen. Dat ligt vooral aan de manier waarop je wilt leven. Ik ben in 2006 afgestudeerd en woonde toen soms antikraak. De kosten waren laag, maar het waren alleen mijn eigen kosten. Nu ik twee kinderen heb, voel ik me dan ook veel kwetsbaarder. Ik kan prima rondkomen, maar het zorgt af en toe wel voor stress.
"Dat was vooral afgelopen jaar het geval, toen mijn film afgewezen werd en ik zelf besloot om ook met een andere film niet door te gaan. Ik heb toen wel twee jaar lang energie en tijd in de pre-productie gestopt, maar ik geloofde er uiteindelijk toch niet in. Het was een risico, maar ik wil ook niet alleen voor het geld werken.
"Na het afgelopen jaar heb ik er wel eens over getwijfeld om ook commercials te gaan maken, maar dat past voor mijn gevoel minder bij me. Ik schrijf wel naast het maken van films. Fijn, maar de inkomsten die ik daarmee verdien, maken weinig verschil. Daarnaast maak ik geen commerciële films, maar arthousefilms. Het budget is dan relatief wat lager. Ik moet er dan gewoon de volle honderd procent vertrouwen in hebben dat het goed komt. Films maken heeft consequenties, maar het gaat erom dat ik kan doen wat ik wil. Het is mijn droombaan." (LD)
Marleen Gorris (Antonia, Mrs. Dalloway)
"In de jaren tachtig en negentig, toen ik mijn eerste films in Nederland maakte, waarvoor ik ook de scenario’s schreef, leefde ik van het salaris voor script en regie, van tijd tot tijd aangevuld met een WW-uitkering.
"Dat veranderde in 1996, toen ik de Oscar voor Beste Buitenlandse Film won. Vanaf dat jaar heb ik veel aanbiedingen uit het buitenland gekregen voor het maken van films. Een aantal daarvan is gerealiseerd en daarvoor heb ik een goed salaris ontvangen, waar ik prima van heb kunnen leven. Ik heb in het buitenland soms ook verdiend aan projecten waaraan ik als regisseur verbonden was, die uiteindelijk niet van de grond zijn gekomen. Zoals bij vrijwel elke regisseur is de lijst niet-gemaakte films langer dan de lijst gerealiseerde.
"Als Nederlandse filmmaker heb ik het geluk gehad dat ik in het buitenland aan de slag kon, waardoor ik altijd in staat ben geweest zonder financiële zorgen te leven." (SG(
Martijn Maria Smits (Waldstille, C’est déjà l’été)
"Voor een speelfilm heb ik nu 45 duizend euro gekregen. Als je geluk hebt, dan mag je één keer in de drie jaar een film maken, dus ik verdien ongeveer vijftienduizend per jaar. Dan moet het je dus wel lukken om elke drie jaar een film bij elkaar te boksen bij het Filmfonds. De enige manier om financieel te overleven is dat ik zelf schrijf, regisseer en monteer. Als dat niet zo was, zou ik er waarschijnlijk sneller voor kiezen met scenaristen werken.
"Het is niet dat ik nou zo verschrikkelijk weinig verdien. Ik vind wel dat anderen soms verschrikkelijk veel verdienen. Bepaalde acteurs krijgen meer dan vijftienhonderd euro per dag. Dat wordt van belastinggeld betaald. Dat is zorgwekkender dan dat regisseurs te weinig krijgen. Al heeft dat misschien ook te maken met jaloezie. Zijn die mensen wel zo toegewijd aan de film, denk ik soms, of zijn ze alleen maar bezig geld te verdienen?
"En als je arthousefilms maakt waar maar een paar duizend mensen op afkomen, rijst ook de vraag of het gerechtvaardigd is om daar zoveel belastinggeld aan uit te geven. Goed verdienen aan iets wat van belastinggeld betaald wordt, vind ik krom. Al heb je in de bouw ook allemaal mensen die dik verdienen aan subsidies. Maar film is nog steeds een vorm van kunst, dus…" (SG)
Martin Koolhoven (Brimstone, Oorlogswinter
"Het verschilt hoeveel ik verdien. Ik begon met lowbudgetfilms, maar ik maakte wel véél films. Ik deed ook veel andere dingen ernaast. Aanvankelijk ook videoclips, maar daar ben ik snel mee opgehouden, en veel commercials. De laatste jaren deed ik minder films, maar wel grotere, waar ik dus meer salaris voor kreeg. Ik heb van mijn laatste vier films ook winstdeling gehad, omdat ze succesvol waren. Bij Oorlogswinter was dat genoeg om een paar jaar van te leven.
"Ik kom dus prima rond, hoewel ik me een beetje zorgen maak over de komende periode. Ik heb mijn hele salaris in mijn komende film zitten, en ik weet niet hoelang ik het uit ga houden met wat ik nog op de bank heb." (SG)
Lees ook ‘Filmen voor minumumloon’ uit hetzelfde nummer van de Filmkrant.