Marleen Gorris over Antonia

Marleen Gorris: Zie het als een anarchistisch sprookje

  • Datum 01-09-1995
  • Auteur Jos van der Burg
  • Thema Filmkrant 159
  • Gerelateerde Films Antonia
  • Regie
    Marleen Gorris
    Te zien vanaf
    21-09-1995
    Land
    Nederland, België, Verenigd Koninkrijk, 1995
  • Deel dit artikel

“Je moet wel een beetje gek zijn om in Nederland films te willen maken.” Marleen Gorris heeft recht van spreken. In 1988 schreef ze het scenario voor Antonia, maar de realisering — lees: financiering — van de film nam zeven jaar in beslag. De moeite is niet tevergeefs geweest, want Antonia is een prachtige film over de cirkelgang van het leven. Gorris: “We leven allemaal ons leven en proberen gelukkig te worden, maar over het verstrijken van de tijd hebben wij niets te zeggen.”

Waarom wordt iemand filmregisseur? Bij Marleen Gorris hielp het toeval een handje. Na in de eerste helft van de jaren zeventig Engels en Theaterwetenschappen te hebben gestudeerd, volgde ze in Engeland een drama-opleiding. Terug in Nederland schreef ze een filmscenario, ging ermee naar een producent, die het in handen wilde geven van een regisseur, waarin Gorris geen vertrouwen had. Ze zocht contact met de door haar bewonderde Chantal Akerman, maar deze had geen tijd om het scenario te verfilmen, waarna Gorris besloot om het zelf te doen.

De stilte rond Christine M sloeg in als een bom en werd op de Nederlandse Filmdagen in Utrecht uitgeroepen tot de beste film van 1982. De feministische analyse van een moord door een aantal vrouwen op een winkelbediende was vormgegeven in een intelligente en spannende film. Nederland was niet alleen een controversieel, maar ook talentvol filmmaker rijker. Twee jaar later wist Gorris opnieuw te choqueren, nu met een inktzwarte visie op mannelijke seksuele exploitatie van en geweld tegen vrouwen. Gebroken spiegels was een extreme film, die verschillende critici in het verkeerde keelgat schoot, maar die toch vooral bewees dat Gorris geen eendagsvlieg was. Gorris over deze spectaculaire periode: “Ik vond de De stilte en Spiegels inhoudelijk zo helder, dat ik dacht dat iedereen de boodschap wel zou oppikken. Achteraf vraag ik mij wel eens af hoe ik zo naïef kon zijn.”

Gorris’ derde film The Last Island (1989) werd een teleurstelling. Pers en publiek oordeelden negatief over het overlevingsverhaal op een eiland. Gorris: “Over de film was ik zelf ook niet helemaal tevreden, want een aantal zaken gingen fout. Onder andere kwam dat omdat ik niet tegen de hitte kon op dat eiland. Maar de film is niet zo slecht als men schreef. Hij gaat over de destructieve kracht — moord en doodslag — van religieus fanatisme, maar dat is niet goed opgepikt. Als ik het beter had gedaan, was dat misschien duidelijker geweest.”

Intuïtieve wijsheid
Antonia, Gorris’ vierde film, is een familiekroniek in de vrouwelijke lijn — de regisseur verloochent haar interesse in vrouwenlevens niet — die zich afspeelt op het platteland. In het middelpunt staat Antonia, die we net na de oorlog als jonge vrouw met haar dochterje Daniëlle een klein plattelandsgehucht zien binnenwandelen. Ze vestigt zich op de boerderij van haar overleden moeder, waar de film haar volgt tot aan haar dood zo’n vijftig jaar later. En passant leren we de overige bewoners kennen in het gehucht, zoals de schofterige boer Daan en zijn onbehouwen zonen en de sympathieke boer Bas. Dan is er de in een vrijwillig isolement levende, sombere, Schopenhauer citerende intellectueel die luistert naar de bijnaam Kromme Vinger. De Russin Olga is eigenares van het dorpscafé. Een vrouw met de bijnaam Malle Madonna blaft ’s nachts tegen de maan omdat ze in het katholieke gehucht niet mag trouwen met haar geliefde protestant. En de kapelaan hangt halverwege de film zijn habijt aan de wilgen en sticht een gezin met een dozijn kinderen.

Natuurlijk heeft de film vooral aandacht voor Antonia’s nakomelingen: dochter Daniëlle, die een levendige verbeelding heeft en zich ontwikkelt tot een talentvol schilderes, kleindochter Thérèse, die uitblinkt in wiskunde en achterkleindochter Sarah, die net als Antonia een zeer aards en levenslustig karakter heeft. Kennelijk worden er door een genetische speling van het lot in Antonia’s familie geen jongetjes geboren.

Gorris: “Waar de film over gaat? Ik wil een episch verhaal vertellen, een mooie geschiedenis, die begint met een stervende vrouw die terugkijkt op haar leven. De film toont de cirkelgang van geboren worden, leven en sterven. Eigenlijk gaat het mij om het fenomeen tijd. Iemand zegt op een gegeven moment: ‘De tijd baart niks anders dan zichzelf’. En zo is het ook.”

In het verhaal is Antonia de spil. Zij is een soort oermoeder, beschikkend over een enorme levenskracht en een feilloze intuïtieve wijsheid, waarmee zij zich door het leven slaat. Gorris: “Antonia zie ik als een projectie van wat wij zelf graag willen zijn. Het is een troostrijke gedachte als er iemand is die weet waar het leven over gaat, omdat wij dat allemaal niet weten. Antonia is een sprookjesachtige figuur. Ze is te ideaal, zo iemand bestaat niet echt, maar zij hoort in dit verhaal. Ik Antonia? (lachend) Nee, dat zou ik wel willen, maar helaas is dat niet zo.”

Ontspannen
Antonia wordt gespeeld door Willeke van Ammelrooy, die een monumentale prestatie levert. Schijnbaar moeiteloos overbrugt zij vijftig jaar, evenals Jan Decleir, die als sympathieke boer door onafhankelijke geest Antonia wordt uitgekozen als minnaar. Gorris prijst de serieuze aanpak van beide acteurs. “Willeke maakte video’s van oude mensen om hun motoriek te bestuderen. Bij de opnames bond ze aan haar voeten wat lood, zodat haar benen wat sleepten. Dat was haar manier om zich in het personage in te leven. Jan Decleir deed dat weer op een andere manier. Jan is een meesterlijk acteur die zich lang voordat een shot gemaakt wordt, mentaal voorbereidt op zijn rol. Vanuit de verte zag ik hem een keer, lang voordat wij zouden gaan draaien, gebogen op de boerderij lopen. ‘Wat begint Jan toch oud te worden’, dacht ik, totdat ik mij realiseerde dat hij al in zijn rol zat. Willeke is veel meer het type dat vrolijk zit te kleppen en op het volgende moment haar rol kan spelen. Ook met Jan kun je vrolijk praten, maar die zit intussen al wel in zijn rol.”

Inlevingsvermogen is wat beide acteurs gemeenschappelijk hebben, meent Gorris. “Als iemand het gevoel heeft dat hij honderd jaar oud is, dan gebeurt er iets van binnen, dat doortrekt naar het gezicht, dat plotseling veel ouder wordt. Als je dat kunt, dan heb je niet veel make-up nodig. Ik had dan ook met de make-up mensen afgesproken dat het summier moest blijven. Ik wilde geen realistische pancakes en latex-lagen. En dat is goed gelukt.”

De opmerking dat de film de indruk wekt dat er ontspannen wordt geacteerd, stemt Gorris tevreden. “Dat vind ik heel leuk om te horen, want het was namelijk helemaal niet zo gemakkelijk. De film bestrijkt, in tegenstelling tot mijn andere films, een lange periode en niet alle personages bezitten psychologische diepgang. Dat was voor sommige acteurs tamelijk moeilijk. Ze moesten veel dagen opdraven en langdurig in de make-up zitten voor soms niet meer dan een plaatje met z’n allen. Daarbij kwam dat het met vijf graden boven nul af en toe echt koud was. Als het er desondanks ontspannen uitziet — wat ik zelf ook vind — dan hebben de acteurs het goed gedaan.”

Gorris bekent dat niet alle acteurs zich konden vinden in haar regiebenadering. “Ik praat niet zoveel en ik hou ook niet van veel repeteren. Het liefst praat ik het script door met de acteurs, maar bij rollen die geen echte ontwikkeling doormaken — en dat zijn er nogal veel in Antonia — ben je snel uitgepraat. Eigenlijk sprak alles bij deze film nogal voor zichzelf, maar sommige acteurs hadden wel wat meer leiding willen hebben. Maar ik ben nu eenmaal geen regisseur die schreeuwt en tiert.”

Wat Gorris met het platteland heeft? “Niets meer dan met de stad. Maar ik ben wel opgegroeid in een dorp en dat is, denk ik, te zien aan de film. Antonia had wel geregisseerd maar niet geschreven kunnen worden door iemand die in een stad is opgegroeid. Je voelt in de film de vertrouwdheid met het platteland en het dorpse, ook al zie ik Antonia niet als een plattelandsfilm maar als een film die speelt op het platteland.”

Rebellenclub
Het zal weinigen ontgaan: Antonia doet met zijn sprookjesachtige, licht absurdistische en melancholieke sfeer — voor een groot deel te danken aan het camerawerk van Willy Stassen — denken aan de films van de gebroeders Taviani. Gorris: “Ik beschouw dat als een groot compliment, want ik vind hun films prachtig. Als ik hetzelfde gevoel weet op te roepen, dan streelt mij dat.” Waarna ze uiteenzet dat we Antonia vooral niet als een realistische film moeten benaderen. “Een heleboel zaken zijn irreëel, zoals Daniëlle’s bezoek aan de stad omdat ze zwanger wil worden. In de tijd geplaatst kan dat helemaal niet, want zo iemand zou meteen tot outcast worden. In Antonia doet men niet zoals het hoort, het is een soort ‘leve de anarchie’, maar op een leuke manier. Inderdaad: een beetje Sjors en de rebellenclub. Ik vraag de toeschouwer om zijn ongeloof op te schorten en mee te gaan in het sprookje dat ik vertel.”

Het sprookjeskarakter wil niet zeggen dat Antonia nergens over gaat. De film bevat observaties over het leven en de dood, de omgang tussen mensen en de melancholie van het leven. Gorris: “Het gaat mij vooral om dat laatste, het verglijden van de tijd. Je kunt daarover een realistische film maken, maar dat is mijn stijl niet, al zijn sommigen er erg goed in. Ken je die film van Ken Loach, hoe heet die ook alweer, die waarin die kinderen voortdurend van die mensen worden afgepakt, ja Ladybird, ladybird? Dat is een hele realistische film en in zijn soort een zeer goede, maar ik zou hem niet willen maken. Dat soort realisme prikkelt mijn fantasie niet, het roept niets bij mij op, ik kan er niet creatief mee omgaan.”

Over creativiteit gesproken: is het feminisme nog net zo’n sterke inspiratiebron voor haar als in de tijd van De stilte rond Christine M en Gebroken spiegels? “Wat moet ik daarop zeggen? Veel feministische ideeën zijn in de loop der jaren doorgesijpeld in alle lagen van de bevolking, maar mondiaal gezien is het leven voor veel vrouwen vooral door de invloed van religies vaak hopeloos. Ik kan niet zeggen dat ik waanzinnig gedesillusioneerd ben, maar ik zal ook niet beweren dat alles dik voor elkaar is. Als je wilt weten of ik vind dat De stilte en Spiegels nog deugen, dan is het antwoord ja. Ik sta nog steeds achter die films. Maar zullen we het over Antonia hebben, voordat we in een oeverloze discussie terechtkomen over het feminisme, waar we toch niet uitkomen? Ik heb eigenlijk zin in een glaasje wijn, jij ook?”