Klassieker: Portrait of Jennie
Central Park wordt hemels
“Er bestaan geen oude films”, zei filmmaker Peter Bogdanovich ooit. “Alleen films die je al wel en films die je nog niet hebt gezien.” En zo is het, toont onze serie over klassiekers die je (waarschijnlijk) nog niet hebt gezien. Deze maand: Portrait of Jennie (1948).
Vanaf 1986 kun je in het New Yorkse Central Park een bankje adopteren. Op zo’n zevenduizend zitplaatsen siert een plaquette met een inscriptie, vaak gekocht door nabestaanden van liefhebbers van het stadspark. Opvallend vaak is het woord ‘heaven’ te lezen op de gedenkplaten. Misschien niet per se omdat de persoon aan wie het bankje is opgedragen religieus was, maar ook omdat Central Park op sommige dagen oogt als een hemel op aarde. Een plek waar de bezoeker voor eeuwig in het weelderig groen kan verblijven, als een oase in de betonnen jungle die Manhattan heet.
Op beroemde schilderijen van Central Park is de hoogbouw rondom het park vaak nauwelijks of niet zichtbaar. Zie het kleurrijke Central Park (omstreeks 1914-1915) van Maurice Prendergast, een post-impressionistisch beeld van New Yorkers die ongedwongen recreëren in de groene vrijhaven. Of Central Park, Winter (omstreeks 1905) van William James Glackens, een momentopname van een sneeuwrijke avond vol spelende kinderen. In het geabstraheerde Central Park (1958) van Alice Neel ligt de nadruk op de opkomende zon die de beroemde rotsen van leisteen verlicht waarop toeristen zich vandaag de dag graag laten vereeuwigen voor het nageslacht.
Winter
De bovengenoemde schilderijen hangen in het Metropolitan Museum of Art, dat tussen East 80th en East 84th Street een aanzienlijk deel van Central Park bezet. In de speelfilm Portrait of Jennie (1948) krijgt het portret uit de titel ook een prominente plek in dat museum. Filmmaker William Dieterle (The Hunchback of Notre Dame, 1939) belicht de schoonheid van Central Park in dit mystieke drama waarin kunstschilder Eben Adams (Joseph Cotten) tijdens de koude winter van 1934 zoekt naar inspiratie. Hij lijdt, zo vertelt hij in de voice-over, namelijk aan “een winter van de geest”.
Adams maakt vooral landschapsportretten en die zijn niet erg in zwang. Van kunsthandelaar Spinney (Ethel Barrymore) krijgt hij advies: “Je moet diep om iets leren geven.” Als hij even later struint door Central Park – het park oogt voor even als een canvas – hoort hij “het geluid van de zomer in een grasland van lang geleden”. Ineens verschijnt ze in beeld, de sirene van de film. De sprankelende Jennie Appleton (Jennifer Jones). Het meisje drukt Adams op het hart om “mensen te gaan schilderen” en vertelt hem dat ze “wenst dat ze volwassen was, zodat ze altijd met hem samen kon zijn”.
Meteen rijst de vraag: is Appleton een geestverschijning? Of een metafoor voor de inspiratie die Adams zoekt? Dieterle laat dat min of meer in het midden, wat Portrait of Jennie – geproduceerd door David O. Selznick, die een jaar later met Jones zou trouwen – tot een atypische Hollywoodfilm maakt. Niettemin ontmoet Adams Appleton nog een paar keer, waarbij ze gaandeweg verandert in een volwassen vrouw, maar een die afkomstig lijkt uit een andere tijd.
Deze ontmoetingen vinden allemaal plaats in een bosrijke setting waarin net als in de bovengenoemde schilderijen van het stedelijke New York niets te zien is. Central Park transformeert bijna tot dat platonische ideaal van de hemel waar de inscripties op de bankjes zo vaak naar verwijzen. En uiteindelijk vraagt Appleton Adams of ze hem wil portretteren. “Beloof me dat je me niet zal vergeten”, zegt ze zachtjes. En vereeuwigd worden is herinnerd worden, weet de schilder maar al te goed. Zodoende wordt Appleton op een gegeven moment vereenzelvigd met haar portret.
Mystiek
Wie Portrait of Jennie bekijkt met de blik van nu zal misschien moeten denken aan het werk van David Lynch. Met Appleton als een soort Laura Palmer (het moordslachtoffer uit Twin Peaks van wie het portret menig scène siert) avant la lettre. Lynch, die ooit begon als schilder, staat bekend om zijn intuïtieve werkwijze. Zijn films zijn net als Portrait of Jennie mystiek van aard, met wegen die nergens op uitkomen en verlangens die nooit worden vervuld. Dieterle’s film is veel romantischer, maar draait net als Lynch’ oeuvre ook om de offers die kunstenaarschap vraagt en de grillige aard van kunst an sich.
Kunst vraagt logischerwijs om inspiratie, om een letterlijke muze. Zonder de betoverende Laura Palmer was er geen aanleiding voor het esoterische speurwerk in Twin Peaks; zonder Jennie Appleton zou Adams’ werk nooit in het Metropolitan Museum of Art komen te hangen. Mooi aan Portrait of Jennie en het werk van Lynch is dat ze laten zien dat het vrijwel onmogelijk is om de intrinsieke motivaties – of de onvervalste magie – achter een kunstwerk bloot te leggen. Het door mystiek omgeven Portrait of Jennie kon in 1948 spijtig genoeg niet rekenen op veel bioscoopbezoekers. Maar goddank is dit prachtige fantasierijke drama, net als het portret uit de titel, voor het nageslacht bewaard.
Portrait of Jennie is verkrijgbaar op blu-ray (Carlotta Films, import)