When Marnie Was There

Einde van Ghibli-tijdperk

When Marnie Was There

De waarschijnlijk laatste film van Studio Ghibli is een waardige afsluiter van dertig jaar animatie op het hoogste niveau.

Als ik online op zoek ga naar lijstjes met ‘beste lange animatie aller tijden’, blijk ik gelukkig niet de enige die Spirited Away (2001), My Neighbor Totoro (1988) en Grave of the Fireflies (1988) tot de toptien rekent. De eerste twee zijn van Hayao Miyazaki, de derde van Isao Takahata: de oprichters, samen met producent Toshio Suzuki, van Studio Ghibli.

Die drie heren hebben nu een pauze ingelast, nadat Miyazaki met The Wind Rises (2013) en Takahata met The Tale of the Princess Kaguya (2013) hun zwanenzang hadden afgeleverd — in elk geval wat lange animatie betreft.

Studio Ghibli is geen grote studio. Het terugtreden van Miyazaki (1941), Takahata (1935) en Suzuki (1948) betekent het einde van een tijdperk – zelfs als de naam Ghibli nog op de een of andere manier voortleeft.

En dat maakt When Marnie Was There van Hiromasa Yonebayashi tot waarschijnlijk de laatste traditionele Ghibli. Waarmee een dertigjarig tijdperk wordt afgesloten van animatie op het allerhoogste niveau van het medium. Animatie die de wereld mooier en het leven draaglijker heeft gemaakt.

Mocht er toch een poging gedaan worden Studio Ghibli met jongere regisseurs voort te zetten, dan is Hiromasa Yonebayashi (1973) een belangrijke kandidaat. Hij werkte mee aan vele Ghibli-films en maakte in 2010 zijn regiedebuut met The Secret World of Arrietty, ook knap vormgegeven maar inhoudelijk zwakker dan When Marnie Was There.

Met Marnie volgt Yonebayashi vooral Miyazaki, met name in de schilderachtige detaillering van natuur en huizen, de psychologische nuances van zijn jonge vrouwelijke hoofdpersoon en de actieve rol van de Natuur die, van wind tot bliksem, op cruciale momenten de personages in beweging zet – achteraf gezien altijd, ook als het in eerste instantie niet zo leek, de goede kant op.

Weinig dingen zijn zo typerend voor de animatiecarrière van Miyazaki – en zo moeilijk te animeren – als de wind. En ook in de bewegingen van personages betoont Yonebayashi zich een knappe leerling: lichaamshouding, manier van lopen, een aarzeling hier, een blik daar, vertellen ons – veel meer dan woorden – wat personages denken en hoe ze zich voelen, met die wonderlijke combinatie van subtiliteit en nadrukkelijkheid die cinema alleen met de abstrahering door animatie kan bereiken.

De clichématige thematiek die het gezonde dorpsleven contrasteert met de ziekmakende stad wordt verlevendigd door de, naar Japanse begrippen, wonderlijk extraverte familieleden bij wie de astmatische Anna komt revalideren. Ik zou op weinig plekken liever wonen dan in het hippieachtige interieur van hun schijnbaar zelf getimmerde woning.